Stamboom
Genealogie. Privacy: |
.
Om te beginnen... Verzamel alle gegevens uit trouwboekjes, paspoorten, bidprentjes, diploma's, fotoalbums, poezie-albums, persoonsbewijzen, akten etc. Noteer datum, plaats, adres, geboorte, doop, huwelijk, overlijden, begraafplaats, beroep, eventueel crematie en scheiding. Ga met deze gegevens naar familieleden, ook naar ooms en tantes, oudooms en oudtantes, en noteer de familieverhalen. Bestudeer de handleidingen op genealogisch gebied. De boeken en brochures kunt u kopen bij diverse verenigingen en boekhandelaren, of u raadpleegt ze bij bibliotheken of archieven. Zelfs geoefende genealogen lezen nog regelmatig boeken en naslagwerken over genealogie om ideeën op te doen. |
Genealogische zoekmachines:
www.genlias.nl
www.drenlias.nl
http://www.stamboomsurfpagina.nl/genzoek.html
http://www.stamboomsurfpagina.nl/gensurf.html
http://www.familytreeseeker.com/?l=nl
http://www.meertens.knaw.nl/nfd/
http://www.searchforancestors.com/google/searcher.html
http://www.ancestry.com/default.aspx
http://www.geneanet.org/
http://www.familysearch.org/eng/paf/
tenslotte nog een heel leuke site: http://oudnieuwsuithetnoorden.web-log.nl/
allemaal nieuws uit oude kranten
Bronnen: Wikipedia
Hendrik, overledene ook van Polen; beroep: stoelenmatter; beroep moeder: zonder; is overleden 14 september 1886 in Kloosterveen (Smilde).
Kinderen:
1 Wander Pool, geboren 2 februari 1871 in Bovensmilde (Smilde), overleden 21 februari 1871 in Bovensmilde (Smilde).
2 NN Pool geboren 25 juni 1872 in Smilde, overleden 25 juni 1872 in Smilde
3 Feikje van Polen, geboren 13 juni 1873 in Bovensmilde (Smilde).
Feikje trouwt 1 maart 1901 in Smilde met Hendrik Oosting, geboren 18 mei 1867 in Hoogersmilde (Smilde), zoon van Willem Oosting, arbeider, en Hendrikje Jonker.
Hendrik, arbeider, is overleden 16 december 1907 in Kloosterveen (Smilde).
Feikje van Polen hertrouwt 5 maart 1909 in Smilde met Hendrik Karst, geboren 29 april 1867 in Kloosterveen (Smilde), zoon van Roelf Karst, arbeider, en Stiena Dooren. Feikje was weduwe van Hendrik Oosting.
Feikje is overleden 16 april 1943 in Smilde; Hendrik is overleden 22 juli 1947 in Assen, wonende in Smilde.
4 Wander Pool, geboren 6 februari 1875 in Bovensmilde (Smilde), overleden 9 september 1875 in Bovensmilde (Smilde).
5 Wander van Polen, geboren 23 oktober 1876 in Bovensmilde (Smilde).
Wander trouwt 15 juni 1901 in Smilde met Geertruida Doek, geboren 4 september 1880 in Exloërmond (Odoorn) als Geertruida Breedveld, dochter van Fennechien Breedveld. (De geboorteakte vermeldt: wettiging door Hendrik Doek en Fennechien Breedveld; Odoorn 16-10-1885.)
Wander was 1901 - 1923 arbeider.
Wander en Geertruida woonden 1901 - 1910 in Kloosterveen (Smilde), 1917 - 1923 in Exloërmond (Odoorn).
6 Hendrikje van Polen,geboren 30 september 1879 in Bovensmilde, Overlijdensdatum: 02-02-1886 Overlijdensplaats: Kloosterveen (Smilde) oud: 6 jaren
dochter van Hendrik van Polen beroep: stoelenmatter en Jeltje Bremer.
antien. Henderkien Wijnhold
Geslacht: V
Vondeling: N
Geboorted Andries Hendriks Pool is geboren in januari 1775 in Hoogeveen. Andries is overleden op woensdag 13 september 1848 in Hoogeveen, 73 jaar oud. Andries trouwde met Geertje Lukas (lucas) (Geertien) Schaap.. Geertien is geboren op zondag 22 januari 1775 in Hoogeveen, dochter van Lucas Jacobs Schaap. en Annigje Harms.. Geertien is overleden op woensdag 13 september 1848 in Hoogeveen, 73 jaar oud.
Leeftijd bij belangrijke gebeurtenissen:
26 Zoon Hendrik geboren (1801)
29 Zoon Lukas gedoopt (19-03-1804)
34 Zoon Warner geboren (02-08-1809)
37 Dochter Annechien geboren (07-01-1812)
43 Zoon Jan geboren (04-09-1818)
56 Zoon Hendrik overleden (20-12-1831)
64 Zoon Warner trouwde met Aaltje Karsten (25-10-1839)
68 Kleinzoon Hendrik geboren (21-02-1843)
73 Echtgenote Geertien Schaap. overleden (13-09-1848) Warner (Warnder of Wander) Pool is geboren op woensdag 2 augustus 1809 in Zwartsluis, zoon van Andries Hendriks Pool en Geertje Lukas (lucas) (Geertien) Schaap.. Warner is overleden op vrijdag 9 december 1853 in Smilde, 44 jaar oud. Warner trouwde, 30 jaar oud, op vrijdag 25 oktober 1839 in Smilde met Aaltje Hendriks Karsten, 23 jaar oud. Aaltje is geboren op vrijdag 25 oktober 1816 in Smilde, dochter van Hendrik Egberts Karsten en Marchien Jans. Koers. Aaltje is overleden op vrijdag 20 juli 1888 in Smilde, 71 jaar oud.
Leeftijd bij belangrijke gebeurtenissen:
2 Zus Annechien geboren (07-01-1812)
9 Broer Jan geboren (04-09-1818)
22 Broer Hendrik overleden (20-12-1831)
30 Trouwde met Aaltje Karsten (25-10-1839)
33 Zoon Hendrik geboren (21-02-1843)
Hendrik van Pool (ook van Polen) is geboren op dinsdag 21 februari 1843 in Diever, zoon van Warner (Warnder of Wander) Pool en Aaltje Hendriks Karsten. Hendrik is overleden op dinsdag 14 september 1886 in Smilde, 43 jaar oud. Hendrik trouwde, 27 jaar oud, op zaterdag 17 september 1870 in Smilde met Jeltje Bremer, 21 jaar oud. Jeltje is geboren op zaterdag 30 juni 1849 in Assen, dochter van Hendrik Bremer en Feikje Veenman (Veneman). Jeltje is overleden op vrijdag 25 februari 1898 in Smilde, 48 jaar oud.
Leeftijd bij belangrijke gebeurtenissen:
10 Zus Jantje geboren (03-12-1853)
10 Vader overleden (09-12-1853)
27 Trouwde met Jeltje Bremer (17-09-1870)
27 Zoon Wander geboren (02-02-1871)
28 Zoon Wander overleden (21-02-1871)
29 Zoon levenloos geboren (25-06-1872)
30 Dochter Feikje geboren (13-06-1873)
31 Zoon Wander geboren (06-02-1875)
32 Zoon Wander overleden (09-09-1875)
33 Zoon Wander geboren (23-10-1876)
36 Dochter Hendrikje geboren (30-09-1879) Wander van Polen is geboren op maandag 23 oktober 1876 in Smilde, zoon van Hendrik van Pool (ook van Polen) en Jeltje Bremer. Wander is overleden op dinsdag 8 december 1959, 83 jaar oud. Wander trouwde, 24 jaar oud, op zaterdag 15 juni 1901 in Smilde met Geertruida DOEK, 20 jaar oud. Geertruida is geboren op dinsdag 14 september 1880 in Odoorn, dochter van Hendrik DOEK en Fennechien Breedvelt. Geertruida is overleden op donderdag 6 september 1962, 81 jaar oud.
Leeftijd bij belangrijke gebeurtenissen:
2 Zus Hendrikje geboren (30-09-1879)
9 Vader overleden (14-09-1886)
21 Moeder overleden (25-02-1898)
24 Trouwde met Geertruida DOEK (15-06-1901)
24 Zoon Hendrik geboren (24-09-1901)
26 Zoon Hendrik geboren (01-12-1902)
26 Zoon Hendrik overleden (13-12-1902)
29 Zoon Jelle geboren (28-10-1905)
30 Dochter Fennechien geboren (04-09-1907)
30 Dochter Fennechien overleden (23-09-1907)
33 Zoon Feike geboren (18-04-1910)
33 Zoon Feike overleden (24-06-1910)
40 Zoon levenloos geboren (17-02-1917)
46 Zoon levenloos geboren (01-03-1923)
53 Zoon Jelle trouwde met Mientje Wubs (09-05-1930)
54 Kleindochter Matje geboren (26-09-1931)
54 Kleinzoon Wander geboren (26-09-1931)
56 Kleindochter Trui geboren (05-10-1933)
58 Kleinzoon Hidde geboren (18-06-1935)
69 Kleindochter Willy geboren (28-09-1946)
72 Kleinzoon Jelle geboren (29-09-1949)
78 Kleindochter Matje trouwde met Barteld Plenter (12-11-1954)
79 Kleinzoon Wander trouwde met Hillechien Wijnhold (14-09-1956)
81 Kleindochter Trui trouwde met Hans Ensing (11-04-1958)
Jelle van Polen is geboren op zaterdag 28 oktober 1905 in Smilde, zoon van Wander van Polen en Geertruida DOEK. Jelle is overleden op maandag 25 januari 1971 in Groningen, 65 jaar oud. Jelle trouwde, 24 jaar oud, op vrijdag 9 mei 1930 in Exloo met Willemina (Mientje) Wubs, 19 jaar oud. Mientje is geboren op donderdag 11 augustus 1910 in Musselkanaal, dochter van Hidde Wubs en Matje Strating. Mientje is overleden op maandag 3 februari 2003 in Odoorn, 92 jaar oud.
Leeftijd bij belangrijke gebeurtenissen:
1 Zus Fennechien geboren (04-09-1907)
1 Zus Fennechien overleden (23-09-1907)
4 Broer Feike geboren (18-04-1910)
4 Broer Feike overleden (24-06-1910)
11 Broer levenloos geboren (17-02-1917)
17 Broer levenloos geboren (01-03-1923)
24 Trouwde met Mientje Wubs (09-05-1930)
25 Dochter Matje geboren (26-09-1931)
25 Zoon Wander geboren (26-09-1931)
27 Dochter Trui geboren (05-10-1933)
29 Zoon Hidde geboren (18-06-1935)
40 Dochter Willy geboren (28-09-1946)
43 Zoon Jelle geboren (29-09-1949)
49 Dochter Matje trouwde met Barteld Plenter (12-11-1954)
50 Zoon Wander trouwde met Hillechien Wijnhold (14-09-1956)
51 Kleindochter Antje geboren (02-04-1957)
52 Dochter Trui trouwde met Hans Ensing (11-04-1958)
53 Kleindochter Willy geboren (12-01-1959)
54 Vader overleden (08-12-1959)
56 Moeder overleden (06-09-1962)
59 Zoon Hidde trouwde met Hada Sanders (06-11-1964)
60 Dochter Willy trouwde met Jan Brouwer (02-09-1966)
Wander van Polen is geboren op zaterdag 26 september 1931 in Odoorn,(tweeling met Matje) zoon van Jelle van Polen en Willemina (Mientje) Wubs. Wander is overleden op woensdag 10 oktober 1990 in Odoorn, 59 jaar oud. Wander trouwde, 24 jaar oud, op vrijdag 14 september 1956 in Borger met Hillechien Wijnhold, 23 jaar oud. Hillechien is geboren op zondag 13 november 1932 in Borger, dochter van Jans Wijnhold en Antje Oosting.
Leeftijd bij belangrijke gebeurtenissen:
0 dagen Zus Matje geboren (26-09-1931)
2 Zus Trui geboren (05-10-1933)
3 Broer Hidde geboren (18-06-1935)
15 Zus Willy geboren (28-09-1946)
18 Broer Jelle geboren (29-09-1949)
23 Zus Matje trouwde met Barteld Plenter (12-11-1954)
24 Trouwde met Hillechien Wijnhold (14-09-1956)
25 Dochter Antje geboren (02-04-1957)
26 Zus Trui trouwde met Hans Ensing (11-04-1958)
27 Dochter Willy geboren (12-01-1959)
33 Broer Hidde trouwde met Hada Sanders (06-11-1964)
34 Zus Willy trouwde met Jan Brouwer (02-09-1966)
39 Vader overleden (25-01-1971)
45 Broer Jelle trouwde met Ria Struik (05-11-1976)
46 Dochter Willy trouwde met Jan Sloots (16-06-1978)
50 Kleindochter Inge geboren (22-12-1981)
54 Kleinzoon Danny geboren (26-09-1985)
1. Jeltje Bremer hertrouwt 29 juli 1887 in Smilde met Hendrik Klok, arbeider, geboren 25 september 1839 in Smilde, zoon van Hendrik Aalderts Klok en Geesje Jans Otten. Jeltje was weduwe van Hendrik Pool; Hendrik was weduwnaar van Jansje Zwiers.
Jeltje is overleden 25 februari 1898 in Bovensmilde (Smilde); Hendrik, arbeider, is overleden 18 december 1907 in Kloosterveen (Smilde).
Kinderen:
Hierboven afgebeeld het gezin van Harm Schipper geboren 28 april 1877 te Gasselte, overleden 18 november 1976 en Roelfien Gerrechien Boes geboren 25 augustus 1888 overleden 9 mei 1970. Harm (Appie) Sloots is geboren op 20-04-1925 in Borger, zoon van Ake Sloots en Grietje Schipper. Appie is overleden op 18-05-1995 in Borger-Odoorn, 70 jaar oud. Appie trouwde met Harmptje (Annie) Dilling. Annie is geboren op 26-11-1923 in Anloo, dochter va Grietje Schipper (5) dochter van Harm Schipper (10) en Gerrechien Boes (11) Ake Sloots 4 zoon van Hendrik Sloots 8 en Geertje Auwema 9 Harm Schiper (10) zoon van Jacob Schipper (20) en Sjoukje Mulder (21)
21
Trouwde met Roelofje Boes
(18-02-1899)
22
Dochter Sjoukje geboren
(12-01-1900)
23
Zoon Jans geboren
(04-03-1901)
25
Zoon levenloos geboren
(18-03-1903)
27
Dochter Grietje geboren
(02-10-1904)
32
Dochter Hinderkien geboren
(27-04-1910)
33
Dochter Hinderkien overleden
(31-03-1911)
42
Zoon Cornelis geboren
(1919)
47
Kleinzoon Appie geboren
(20-04-1925)
49
Kleinzoon Hendrik geboren
Omdat de dochter van Harm Schipper en Gerrechien boes ( Grietje Schipper nr 11 in stamboom ) op 21 jarige leeftijd is overleden en een kind had van 1,5 jaar ( Harm Sloots ook bekend als Appie) is Harm Sloots opgegroeid bij zijn opa en oma Schipper, zijn vader Ake Sloots( 4 ) was schipper en kon niet voor het jonge kind zorgen.
Bovenste rij tussen de beide ramen: Harm (Appie ) Sloots en zijn vrouw Harmtje (Annie ) Dilling met broer en zussen van Grietje Schipper.
Annie Harmtje Dilling (3) dochter van Jan Dilling (6) en Roelfien Geerling (7)
geboren op 26 november 1923 te Anloo
gehuwd met Harm Sloots (2)
Harm Sloots (2) zoon van Ake Sloots (4)en Grietje Schipper (5)
geboren 20 april 1925 te Borger
overleden 18 mei 1995 te Borger
gehuwd met Ann Persoonskaart van Harm (Appie) Sloots
geboren 2 oktober 1904 te Borger
overleden 4 september 1926 te Borger
gehuwd met Ake Sloots (4n Jan Dilling en Roelfien Geerling.
Grietje Schipper is geboren op 02-10-1904 in Borger, dochter van Harm Schipper en Roelofje Gerrechien (Roelofje) Boes. Grietje is overleden op 04-09-1926 in
Borger, 21 jaar oud. Grietje trouwde met Ake Sloots. Ake is geboren op 12-11-1904, zoon van Hendrik Sloots en Geertje Auwema. Ake is overleden op
08-07-1987 in Groningen, 82 jaar oud.
geboren 12 november 1904 te Groningen
overleden 9 juli 1987 te Groningen
gehuwd met Grietje Schipper
Ake Sloots is geboren op 12-11-1904, zoon van Hendrik Sloots en Geertje Auwema. Ake is overleden op 08-07-1987 in Groningen, 82 jaar oud. Ake trouwde
met Grietje Schipper. Grietje is geboren op 02-10-1904 in Borger, dochter van Harm Schipper en Roelofje Gerrechien (Roelofje) Boes. Grietje is overleden
op 04-09-1926 in Borger,
21 jaar oud.
geboren 29 april 1877 te Gasselte
overleden 18 november 1976 te Borger
gehuwd met Roelofje Gerrechien Boes (11)
Harm Schipper is geboren op 28-04-1877 in Gasselte, zoon van Jacob Schipper en Sjoukje Sjouwke Mulder. Harm is overleden omstreeks 1976 in Borger,
ongeveer 99 jaar oud. Harm trouwde, 21 jaar oud, op 18-02-1899 in Borger met Roelofje Gerrechien (Roelofje) Boes, 17 jaar oud. Roelofje is geboren op
25-08-1881 in Borger, dochter van Jans Boes en Grietje Klobus (Clobus). Roelofje is overleden op 09-05-1970 in Borger, 88 jaar oud.
Welkom op mijn website, wilt u mijn gastenboek tekenen?Alvast bedankt!
De slepers
Wij hangen in de zeel, wij trekken zwaar en sterk en veelDat is ons werk, achterelkaar, hangen wij zwaarvoorover en slepen en slepen.Wij slepen en geven geen geluid, wij slepen de zware, zware schuit.Wij slepen, maar God, waarom toch slepenwij een schuit als een slak aan de wereld voorbij. Onbegrepen, onze lijven wiegen, zij wiegen gelijk.onze voeten stappen, door stof, door slijk.......om het even,langs het lage pad, aan de hoge dijk.wij slepen, wij slepen een ander rijk..........door het leven.Wij hangen voorover in de zeel, onze lijven zijn heet, onze zielen koud.Wij lopen immers in 't gareel, wij lopen, wij slepen ons oud.Wij slepen, dat hebben wij eeuwig gedaan, wij slepen het leven achter ons aan.Wij slepen tot ons levenslot, dan slepen wij nog onze dove ziel als een zwaargeladen kiel..naar God.
Jan H. de Groot. uit het boek van de arbeid.
VaderVader, wat zou ik er voor willen geven als je er af en toe nog eens kon zijn en een zondag kwam zitten in mijn leven bij mijn werk en mijn boeken en mijn wijn. Soms zie ik nog mannen van vijfentachtig met een gezicht vol zin en zon, en dan denk ik: godallemachtig als ik hem zo nog eens meenemen kon. Want op de een of de andere manier leef ik toch ook nog steeds voor jou: jouw ogen wil ik, met hun aandacht, pret en mededogen bij mijn geploeter, mijn huis en mijn hier: en ik zag ze zo graag een keer genieten van al wat ze met tranen achterlieten. Michel Van der Plas
VaderIk zie hem in gedachten staan en hoor hem bij zijn werken zingen.Hij hield van de mensen, de natuur van honderdduizend lieve dingen;een vogel die haar jongen voert, het wolkenspel en zachte regen,En als 'k hem vroeg: Waar denk je aan?dan lachte hij wat warm, verlegen.Ik zie hem in gedachten gaan, zijn handen op z'n rug gevouwen.Hij was een hartelijk, vriendelijke man die liefde gaf en veel vertrouwen.Hij streeld' een dier dat langs hem liep, een glimlach brak voorzichtig open,hij leek plots jonger dan hij was, ondanks zijn wat gebogen lopen.Ik zie hem in gedachten staan en hoor hem bij zijn werken zingen.'k Vergeet het niet, 't is lang terug, maar blijvend zijn herinneringenaan 'n vader die mijn vader was en die mij leerde hoe te leven,met wie ik wandelde en zong, ...hij heeft me mateloos veel gegeven.Margreet van Hoorn
Lingua Franca Als weer iemand mij vraagt waarom ik de dingen niet wat ernstiger neem, moet ik altijd denken aan een oom van mij,een slager zoals mijn vader, nonkel Gaston. Hij lag in het hospitaal, terminale leukemie, ten hoogste nog een week te gaan, toen ik hem voor het laatst bezocht. Hij begroette me met een hoofdknik en een knipoog, voor mijn uitgestoken hand was hij te moe. Toen begon hij te schelden op de patiënt naast hem, een kale uitgeteerde lotgenoot van bij de zeventig. "Die is er geweest,” riep mij nonkel luid, "spreek gerust", hij is zo doof als een pot. Heeft heel zijn leven elke dag twee bakken pils gezopen;bij die hoeveelheid wordt het bewaarmiddel vergif. "Nog een paar uur geef ik hem, en dan…" Geringschattend kijkend hief mijn nonkel nu toch zijn hand, om in de lucht moeizaam een wegwerpkruis te tekenen. Drie dagen later ging mijn moeder op bezoek, met een thermoskan vol krachtige bouillon. Mijn nonkel was verdwenen. Zijn kamer was leeg,op de medepatiënt na, die moeders blik beantwoordde met een grijns,en een geheven hand die in het ijle nauwgezet een kruis begon te trekken. (van Tom Lanoye uit de bundel het laatste gedicht)
De term lingua franca verwijst naar de taal die op grote schaal als gemeenschappelijk communicatiemiddel wordt gebruikt tussen mensen met een verschillende moedertaal. Zo functioneert binnen Nederland en Vlaanderen het Nederlands als lingua franca, in Suriname het Sranan en op de Nederlandse Antillen en Aruba het Papiaments.In de Arabische wereld functioneert het Arabisch als zodanig. In contacten tussen Nederlandstaligen enerzijds en andere Europeanen anderzijds wordt doorgaans gekozen voor "grote" talen (talen met veel moedertaalsprekers) zoals het Frans, Duits of Engels, die steeds meer als "internationale talen" worden aangeduid - soms tot ergernis van de moedertaalsprekers zelf. Die ergernis wordt vaak nog versterkt door de vele fouten die de niet-moedertaalsprekers maken.
Vertrek van dochters Ze moesten inderdaad gaan, ik had het gezien aan hun gezichten die langzaam veranderden van die van kinderen in die van vrienden, van die van vroeger in die van nu. En gevoeld en geroken als ze me kusten, een huid en een haar die niet meer voor mij waren bedoeld, niet zoals vroeger, toen we de tijd nog hadden. Er was in ons huis een wereld van verlangen, geluk, pijn en verdriet gegroeid, in hun kamers waarin ze verzamelden wat ze mee zouden nemen, hun herinneringen. Nu ze weg zijn kijk ik uit hun ramen en zie precies datzelfde uitzicht, precies die zelfde wereld van twintig jaar her, toen ik hier kwam wonen. -- Rutger Kopland
Melancolia
Als men ten laatste heeft gevonden Waar heel de ziel naar smacht, Dan is ’t laat, de dag verzwonden, Reeds valt de nacht. Als ’t kleed ons past, is het versleten, Als men het boek kent, is het uit, Als men het leven komt te weten, Dan valt het scherm dat alles sluit.
Carel Vosmaer uit Beelden en Zangen
De mens is eenzaam tot en met zijn dood.Nooit is één liefde, nooit is één vriendschap klaar,en zelfs geboren uit een schoot,zijn wij nog vreemden voor elkaar.Wat weet ik van mijn zuster en mijn vader,wat van mijn moeder en mijn eigen kind?En is mijn vrouw mij altijd zoveel naderdan de arme meid voor 't eerst bemind?Nooit kan een hart een ander overwinnen;van lief tot minnaar en van mens tot menskunnen wij nooit geheel volmaakt beminnen;er is altijd een kloof een grens.'t Is niet eens zeker dat de dood verenenkan wat het leven onmedogend scheidt,en er staat niet, van Parijs tot Weneneen koffiehuis 'In de Eenzaamheid'!Jan van Nijlen(1884-1965)
Jan van Nijlen (Volledige naam: Joannes Joannes-Baptista Maria Ignatius van Nijlen) was een Vlaams dichter. Hij werd geboren te Antwerpen op 10 november 1884, en overleed te Ukkel op 14 augustus 1965.
Literaire prijzen
1929- Staatsprijs der Letteren 1934 - Staatsprijs Vlaamse Poëzie
1955 - Belgische Staatsprijs 1963 - Constantijn Huygensprijs
Bronnen: Wikipedia
http://blog.seniorennet.be/leesclubkafkan/archief.php?ID=50
Nauw zichtbaar wiegen op een lichten zucht De witte bloesems in de scheemring - ziet, Hoe langs mijn venster nog, met ras gerucht, Een enkele al te late vogel vliedt. En ver, daar ginds, die zachtgekleurde lucht Als perlemoer, waar ied're tint vervliet In teerheid... Rust - o, wondervreemd genucht! Want alles is bij dag zo innig niet. Alle geluid dat nog van verre sprak, Verstierf - de wind, de wolken, alles gaat Al zachter en zachter - alles wordt zo stil... En ik weet niet, hoe thans dit hart, zo zwak, Dat al zo moe is, altijd luider slaat, Altijd maar luider, en niet rusten wil.
Willem Kloos (1859 - 1938)
Willem Kloos studeerde klassieke letteren, maar voltooide deze studie niet.In 1880 debuteerde hij met het gedicht 'Rhodopis' (Oud-Griekse hetaere) in het tijdschrift Nederland.In 1900 trouwde hij met de schrijfster Jeanne Reyneke van Stuwe en vestigde zich in Den Haag. Alhoewel zijn faam vooral berustte op het werk van vóór zijn dertigste levensjaar, ontving hij in 1935 een eredoctoraat in de letteren van de Universiteit van Amsterdam.Hij ging tot aan zijn dood door met het schrijven van sonnetten en kritieken.
Deze powerpoint-presentatie heb ik opgedragen aan mijn oom en al die andere dapperesoldaten, die in de jaren 40 en 50 huis en haardverlieten en vrijwillig of verplicht naar het verre Indie gingen. Klik hier voor de presentatie;
Klik hier voor de presentatie.
Bronnen:Fred van der Kleij
Indië was een kolonie van Nederland. Al honderden jaren. In de tijd van de VOC had Nederland gebieden veroverd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog hadden de Japanners Nederlands-Indië van de Nederlanders afgepakt. De Nederlanders die in Indië zaten werden vaak in kampen opgesloten.
En na de Tweede Wereldoorlog probeerde de Indische bevolking meer rechten te krijgen in hun land. Er brak onrust uit op Nederlands-Indië en de regering in Nederland besloot daar iets aan te gaan doen. Het stuurde een leger van Nederlandse soldaten naar Nederlands-Indië.
Direct na de tweede wereldoorlog moest het gehele Nederlandse leger naar Indië om de Nederlanders te bevrijden van de Japanners. De koloniale bezittingen stonden op het spel, er was grote wanorde op de eilanden in Indonesië.
Veel Nederlanders die al jaren in Indië woonden en werkten, waren nadat de Jappen Indie hadden bezet, uit hun werk gehaald, opgepakt en in kampen opgesloten. In die periode kregen diverse Indonesische opstandige groepen de kans en probeerden de macht over te nemen. Na de overgave van de Japanners, werden deze groepen actief, waarbij twee belangrijke personen, Soekarno en Hatta, op Java een leger aan het organiseren waren.
De Nederlandse regering stuurde in 1945-1946 de eerste vrijwilligers met onderdelen naar Java (eiland van Indonesië). Maar toen ze daar aankwamen, mochten zij niet aan land. De Engelse troepen die op het moment daar gelegerd waren, lieten onze Hollandse soldaten niet toe. (De Engelsen hadden meegholpen om de Japanners uit Indië te verdrijven)
Daarom moesten de Nederlandse vrijwilligers uitwijken
Na een korte opleiding die zij in Engeland kregen, werden zij meteen ingezet op Java en Sumatra, waar de gebieden rond de steden werd bevrijd van "rampokkers" en zo langzaam de orde weer terug keerde.
De Nederlandse regering merkte dat zij met het kleine aantal vrijwilligers geen orde op zaken kon stellen. Daarom kwam er een wet waarbij alle dienstplichtige soldaten versneld werden opgeroepen om naar Indië te gaan. (Dienstplicht = alle jongens vanaf 18 jaar moesten een jaar in het leger) Ze werden snel opgeleid en er werd gezegd dat men twee jaar "in dienst" moest. Velen zaten daardoor 2 of 3 jaar in Nederlands-Indië.
Angstig om een brief in de bus te vinden om als soldaat te worden opgeroepen doken sommige jongens onder. Ze verstopten zich want zij hadden geen zin om in een vreemd land te moeten vechten. Toch gingen de meesten naar de kazerne, 6 weken duurde de opleiding. Daarna was het wachten op de boot, vier weken duurde de reis op de boot.
Daarna werd je meteen ingezet in het binnenland van Indonesië, met alle gevolgen voor een jong broekie van 18/19 jaar. Nog geen jaar later waren in Indië vele legereenheden bezig de binnenlanden te zuiveren van de ongeregelde eenheden en rampokkers. Langzaam werden deze gebieden "gezuiverd" en moesten vele jonge Hollandse soldaten patrouille lopen door landerijen en natte sawa`s en in veel onherbergzaam gebied.
Er werden eenheden in de binnenlanden gelegerd, vooral in de gevaarlijkste gebieden waar veel onrust heerste, door intensief te patrouilleren hoopte het Nederlandse leger rust en orde te herstellen. Rond de grote steden lukte dit redelijk, maar in de binnenlanden sneuvelde vele Nederlandse jongens. In het leger las je de Koerier, een blaadje voor de militairen. Daar stond iedere maand een lijst van gesneuvelde (gedode) Nederlandse militairen en die lijst werd steeds groter.
De eerste militaire actie volgde in 1947 het werd actie "Product" genoemd, grote delen van Java en Sumatra werden door de Nederlandse soldaten bezet. Intussen werden steeds meer Nederlandse militairen opgeroepen, afgericht en versneld naar de tropen (Indonesië) gebracht. Het was een kleine armada geworden: troepentransportschepen die tijdens de wereld oorlog waren gebruikt, werden nu ingezet om Hollandse jongens snel naar Indië te brengen.
Met een Jaar was het gehele Nederlandse leger actief op de eilanden om de orde en rust te herstellen, met de KNIL-soldaten (eigen bevolking) werden vele patrouilles gelopen. Het bleek voor de 130.000 militairen een zeer zware opgave om de gezuiverde gebieden rustig te houden ( Java vier maal zo groot als Nederland) mede doordat benden rampokkers (rovenden en stelenden) steeds heen en weer trokken uit de nog ongezuiverde gebieden. Acties van Australië en Amerika om versneld Indonesië over te dragen aan Soekarno liepen op niets uit.
Fred van der Kleij is geboren in 1926. Hij schreef voor jullie deze pagina. Zijn verhaal gaat over de periode tussen 1946 en 1951. In die tijd zat Fred in het Nederlandse leger. Als vrijwilliger was hij chauffeur van de legertroepen en alles dat vervoerd moest worden. Niet in Nederland zelf, maar ver weg in Indië. Indië? Ja, want de Nederlanders hadden al lange tijd Indië ingenomen.
Hier een foto van Fred.
Indië was een kolonie van Nederland. Al honderden jaren. In de tijd van de VOC had Nederland gebieden veroverd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog hadden de Japanners Nederlands-Indië van de Nederlanders afgepakt. De Nederlanders die in Indië zaten werden vaak in kampen opgesloten.
En na de Tweede Wereldoorlog probeerde de Indische bevolking meer rechten te krijgen in hun land. Er brak onrust uit op Nederlands-Indië en de regering in Nederland besloot daar iets aan te gaan doen. Het stuurde een leger van Nederlandse soldaten naar Nederlands-Indië.
Fred van der Kleij vertelt:
"Direct na de tweede wereldoorlog moest het gehele Nederlandse leger naar Indië om de Nederlanders te bevrijden van de Japanners. De koloniale bezittingen stonden op het spel, er was grote wanorde op de eilanden in Indonesië.
Veel Nederlanders die al jaren in Indië woonden en werkten, waren nadat de Jappen Indie hadden bezet, uit hun werk gehaald, opgepakt en in kampen opgesloten. In die periode kregen diverse Indonesische opstandige groepen de kans en probeerden de macht over te nemen. Na de overgave van de Japanners, werden deze groepen actief, waarbij twee belangrijke personen, Soekarno en Hatta, op Java een leger aan het organiseren waren.
De Nederlandse regering stuurde in 1945-1946 de eerste vrijwilligers met onderdelen naar Java (eiland van Indonesië). Maar toen ze daar aankwamen, mochten zij niet aan land. De Engelse troepen die op het moment daar gelegerd waren, lieten onze Hollandse soldaten niet toe. (De Engelsen hadden meegholpen om de Japanners uit Indië te verdrijven)
Daarom moesten de Nederlandse vrijwilligers uitwijken naar andere eilanden. Na veel overleg met de Engelse militairen mochten zij na verloop van tijd toch naar Java terug, in de toen geheten hoofdstad Batavia.
Ook in de andere grote steden gingen zij aan wal, maar mochten weinig doen. Vele problemen deden zich in die tijd voor. De Engelse en Brits-Indische militairen werkten op vele manieren de Nederlandse militairen tegen. Toen deze Engelse eenheden zich terugtrokken, namen de Nederlandse militairen langzaam maar zeker het bestuur in handen. Door die tegenwerking van de Engelsen zaten vele Nederlandse gezinnen nog steeds in de beruchte "Jappenkampen" opgesloten.
De grote steden Batavia, Semarang en Soerabaja werden het eerst bevrijd van ondergedoken ex-Japanners. Deze Japanners werkten samen met een groep uit de Indische bevolking. Er werd geplunderd op de toch al arme bevolking, maar de Nederlandse militairen met de KNIL MILITAIREN (soldaten van de eigen Indische bevolking) begonnen met vele eenheden in de steden te patrouilleren. Daardoor werd het na verloop van tijd vrij rustig in de steden.
In Nederland werden oorlogsvrijwilligers gevraagd om de Nederlanders in Indië te bevrijden of te helpen. Omdat Nederland net was bevrijd van de Duitsers en vele jongens geen werk konden vinden, meldden zij zich als oorlogsvrijwilliger aan.
Posters en pamfletten hingen op in Nederlandse steden.
Na een korte opleiding die zij in Engeland kregen, werden zij meteen ingezet op Java en Sumatra, waar de gebieden rond de steden werd bevrijd van "rampokkers" en zo langzaam de orde weer terug keerde.
De Nederlandse regering merkte dat zij met het kleine aantal vrijwilligers geen orde op zaken kon stellen. Daarom kwam er een wet waarbij alle dienstplichtige soldaten versneld werden opgeroepen om naar Indië te gaan. (Dienstplicht = alle jongens vanaf 18 jaar moesten een jaar in het leger) Ze werden snel opgeleid en er werd gezegd dat men twee jaar "in dienst" moest. Velen zaten daardoor 2 of 3 jaar in Nederlands-Indië.
Angstig om een brief in de bus te vinden om als soldaat te worden opgeroepen doken sommige jongens onder. Ze verstopten zich want zij hadden geen zin om in een vreemd land te moeten vechten. Toch gingen de meesten naar de kazerne, 6 weken duurde de opleiding. Daarna was het wachten op de boot, vier weken duurde de reis op de boot.
Daarna werd je meteen ingezet in het binnenland van Indonesië, met alle gevolgen voor een jong broekie van 18/19 jaar. Nog geen jaar later waren in Indië vele legereenheden bezig de binnenlanden te zuiveren van de ongeregelde eenheden en rampokkers. Langzaam werden deze gebieden "gezuiverd" en moesten vele jonge Hollandse soldaten patrouille lopen door landerijen en natte sawa`s en in veel onherbergzaam gebied.
Er werden eenheden in de binnenlanden gelegerd, vooral in de gevaarlijkste gebieden waar veel onrust heerste, door intensief te patrouilleren hoopte het Nederlandse leger rust en orde te herstellen. Rond de grote steden lukte dit redelijk, maar in de binnenlanden sneuvelde vele Nederlandse jongens. In het leger las je de Koerier, een blaadje voor de militairen. Daar stond iedere maand een lijst van gesneuvelde (gedode) Nederlandse militairen en die lijst werd steeds groter.
Patrouille (wacht) lopen voor "rust en orde".
Voor groepen die in de binnenlanden patrouille liepen werden de spanningen steeds groter. Met een kleine afdeling infanterie werden bruggen dag en nacht bewaakt in schutters putten ( rondom zandzakken voor dekking) en werden zij door andere jongens afgelost. Deze kwamen van het hoofdkamp, van waaruit soms bij andere punten bewaking aanwezig moest zijn. Vooral 's nachts hadden zij het veelal moeilijk als er een overval plaatsvond. Veel jongens zijn op deze manier door deze nachtelijke aanvallen overleden, vooral als de gevraagde versterking werd opgehouden en onderweg naar de post op een mijn liep.
De eerste militaire actie volgde in 1947 het werd actie "Product" genoemd, grote delen van Java en Sumatra werden door de Nederlandse soldaten bezet. Intussen werden steeds meer Nederlandse militairen opgeroepen, afgericht en versneld naar de tropen (Indonesië) gebracht. Het was een kleine armada geworden: troepentransportschepen die tijdens de wereld oorlog waren gebruikt, werden nu ingezet om Hollandse jongens snel naar Indië te brengen.
Met een Jaar was het gehele Nederlandse leger actief op de eilanden om de orde en rust te herstellen, met de KNIL-soldaten (eigen bevolking) werden vele patrouilles gelopen. Het bleek voor de 130.000 militairen een zeer zware opgave om de gezuiverde gebieden rustig te houden ( Java vier maal zo groot als Nederland) mede doordat benden rampokkers (rovenden en stelenden) steeds heen en weer trokken uit de nog ongezuiverde gebieden. Acties van Australië en Amerika om versneld Indonesië over te dragen aan Soekarno liepen op niets uit.
Wij hoorden dat een tweede actie in voorbereiding was en wij moesten ons gereed maken om de ongezuiverde gebieden te bezetten. Alles was in rep en roer, vele troepen verplaatsingen werden gedaan, tot het sein kwam van de aanval. Tijdens de tweede actie was er geen weerstand, de T.N.I. (Tentara Nationaal Indonesië) hield zich schuil. Later toen een groot gebied was ingenomen kwam de T.N.I. met hun ongeregelde benden in actie en werden dikwijls jongens door snijpers doodgeschoten, vanuit hoge bomen die dicht waren begroeid, of vanachter een berg.
foto's van de tweede actie op Java. Je moest uitkijken dat je niet in een gat reed met de auto.Ook werden tijdens de opmars trekbommen in het wegdek geplaatst, met een lang touw kwam de bom tot ontploffing waar zij in het veld aan trokken. Als chauffeur zagen wij dit niet, vooral toen de wegen nog gaaf waren, vele auto`s liepen in het begin op zo`n trekbom, dikwijls moesten zij het met de dood bekopen.
Trekbom onder het wegdek verstopt.
In het militaire blaadje van de wapenbroeders werd de lijst steeds groter van gesneuvelde jongens. Jongens van maar net 20 jaar oud, nog maar net van moeders pappot weg naar een vreemd lang waar vele jongens geheel geen trek in hadden. Door een wet die door de ministers was veranderd, stierven er in die tropenjaren 6200 gezonde Nederlandse militairen. Als je vraagt waarom ze vochten, wisten de meeste van deze jongens niet de echte reden aan te geven....
Wel hebben wij als A.A.T. met ongeveer 12 drietonners een lading technische onderdelen vanuit het binnenland naar de haven vervoerd. De geschatte waarde van dit transport was toen 8 miljoen Guldens (meer dan 3.600.000 Euro), de waarde nu zou vele malen hoger zijn.
Later moesten wij vanuit de binnenlanden bij de stad Solo iedere dag met drie ton rietsuiker naar Semarang. Ik spreek van iedere dag met lange konvooien, waarbij beveiliging voor en achter het konvooi aanwezig was. Tevens liep er infanterie (grondtroepen) in het veld om de trekbommen te lokaliseren (vinden). Er zijn toen jongens gesneuveld voor suiker. Op het laatst zaten vele militairen dronken achter het stuur om hun zenuwen te onderdrukken, vele melden zich ziek, om maar niet achter het stuur te hoeven kruipen. Het waren spannende maanden.
En dat zijn we eigenlijk tot nu gebleven. Voor iedere maand in Indie kregen wij 10 guldens, het sprookje was uit. Op een arbeidsbureau moest je je laten inschrijven voor werk, wat dikwijls op niks uitliep. De vrijheid van handelen als militair en de grote ruimte in de natuur... Vele jongens moesten weer wennen hoe het in Nederland was. En je oude werkgever (baas) moest je terugnemen...
Tijd om te denken kregen wij niet, het was aanpakken, Nederland moest op de schop. (Opnieuw opgebouwd worden na de Tweede Wereldoorlog)
Het zal nog maar een paar jaren zijn en dan is er geen Nederlander meer die het heeft meegemaakt. Vandaar deze website: om te zorgen dat iedereen dit verhaal aan zijn kleinkind vertelt.
Hendrik Petrus Berlage wordt in 1856 geboren in eengegoede familie in Amsterdam. (Amsterdam, 21 februari 1856 – Den Haag, 12 augustus 1934)Hijis geboren als de zoon van Nicolaas Willem Berlage en zijn moeder was Anna Catharina Bosscha. De jonge Berlage wil graag schilder worden, maar blijkt meer talent voor architectuur te hebben. Na zijn kinderjaren verhuisde hij met zijn familie naar Arnhem, waar hij de HBS bezocht. Later ging hij studeren aan de ETH, de Eidgenössische Technische Hochschule in Zürich, dit omdat er in Nederland geen goede opleiding voor architectenwas, daar kwamhij in aanraking kwam met de denkbeelden van de architecten Gottfried Semper en Eugène Viollet-le-Duc.
Na zijn eindexamen krijgt Berlage de gelegenheid om een tijd te reizen.Van 1880-1881 is hij in Italië en bestudeert daar gebouwen uit de Middeleeuwen en de Renaissance .In 1889 ging Berlage zelfstandig werken. Eerst ontwierp hij voornamelijk in de toen gebruikelijke neostijlen maar al snel begon hij te experimenteren in een mengvorm van rationalisme en jugendstil.Dit is vooral zichtbaar in de ontwerpen voor de verzekeringsmaatschappij De Nederlanden van 1845, waarvoor hij als huisarchitect werkte, bijvoorbeeld aan het Muntplein te Amsterdam. Deze gebouwen kondigen reeds Berlages Beurs aan.
Berlage beschouwde zijn laatste werk, het Haagse Gemeentemuseum als zijn beste. Hij heeft de afronding (1935) hiervan niet meer meegemaakt.
Op 28 juli 1887 trad hij in het huwelijk met Marie Bienfait, samen krijgen ze 4 kinderen, een zoon en drie dochters. In 1889 begint Berlage een zelfstandige praktijk als architect.Hij is lange tijd gezien als Nederlands belangrijkste architect in het begin van de twintigste eeuw.Zijn stijl is kenmerkend en de architect Berlage behoeft geen verdere toelichting. Hij was in de tijd van de bouw misschien wel:"Neerlands grootsten bouwmeester van den tegenwoordigen tijd." Tijdens een bezoek aan de Verenigde Staten in 1911 raakt Berlage onder de indruk van het werk van Frank Lloyd Wright en andere belangrijke Amerikaanse architecten. Tot het einde van zijn carrière is deze Amerikaanse invloed in Berlages werk duidelijk aanwezig.De Nederlandse architect Berlage was een groot vernieuwer en bovendien een begaafd decoratief kunstenaar, stedenbouwkundige, meubelontwerper en binnenhuisarchitectZijn beroemdste werk is de Beurs van Amsterdam (1903). Daarnaast ontwierp hij woningbouw, kantoren en villa's en was betrokken bij stadsuitbreidingsplannen (Amsterdam-Zuid). Naast gebouwen ontwierp hij meubels, lampen en gebruiksvoorwerpen
http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/BWN/lemmata/bwn1/berlage
Een van zijn mooiste ontwerpen is het Jachthuis Sint-Hubertus
In 1914 werd het Jachtslot Sint-Hubertus ontworpen door H.P. Berlage in opdracht van derijke familie Kröller-Müller.Zij waren voor die tijd een uitzonderlijk vermogend echtpaar.Berlage was vrij in zijn ontwerp waardoor zijn ideeën over vormgeving volledig tot uiting konden komen.
Jachthuis Sint-Hubertus ligt in het noorden van Nationaal Park De Hoge Veluwe, tussen Otterlo en Hoenderloo in.Het werd in 1914 ontworpen door architect Hendrik Petrus Berlage in opdracht van het echtpaar Helene en Anton Kröller-Müller. Het werd ontworpen als woonhuis. De bouw duurde van 1915 tot 1920. Het was een enorme opdracht, waar veel geld mee gemoeid was. De familie Kröller-Müller was voor die tijd een uitzonderlijk vermogend echtpaar. Berlage was vrij in zijn ontwerp, waardoor zijn ideeën over vormgeving volledig tot uiting konden komen. Later ontstond echter een gevoel van onvrede bij Berlage nadat het opdrachtgevende paar zich steeds maar opnieuw met de ontwerpen bemoeide. Deze frictie leidde er uiteindelijk toe dat Berlage zich terugtrok en Henry van de Velde zijn werk overnam.
Het hele gebouw is opgetrokken uit baksteen,vaak geglazuurd en leisteen. Berlage ontwierp niet alleen het gebouw, maar ook het interieur. Alles in het interieur is op elkaar afgestemd: de tegeltjes, de lampen, de meubels, het staat allemaal in onderlinge verhouding.
Naast Berlage heeft nog een aantal kunstenaars meegewerkt aan de bouw van Jachthuis Sint Hubertus:
Bart van der Leck-kleurgebruikJoseph Mendes da Costa-beeldhouwwerk Hildebrand Lucien Krop-beeldhouwwerk Professor Henning-glasschilderingen Lion Cachet en Lebeau-textielMet als resultaat een totaalkunstwerk. Tussen opdrachtgeefster en architect waren er overigens geregeld meningsverschillen. Zelfs zo, dat Berlage in 1919 ontslag nam. Onder leiding van Henry van de Velde vond tenslotte de afwerking plaats.
Het jachthuis is vernoemd naar de heilige Hubertus van Luik. De vorm van het jachthuis heeft ook alles van doen met de legende van Sint Hubertus. In het midden staat een hoge toren,en het gebouw heeft twee zijvleugels. Hierdoor heeft het jachthuis de vorm van een hertengewei, en op de toren in het midden van het gebouw staat een kruis afgebeeld. Je kunt op de link klikken voor een heel kort filmpje:http://video.google.com/videoplay?docid=3183863364525725422&q=amsterdamse+school+architectuur&total=1&start=0&num=10&so=0&type=search&plindex=0Vanuit de oprijlaan zie je het Jachthuis als een dominant en breeduit geworteld buitengoed, met aan weerskanten een ronde uitbouw en buiten in de tuin staan dan twee identieke tuinkoepels. De tuinen zijn klassiek aangelegd met buxushagen en rozenstruiken. Een gigantische vijver weerspiegelt als het ware het gebouw met die 35 meter hoge toren. Dichterbij gekomen ontdek je dan hoe gesloten de voorkant, het plein aanvoelt. Zwaar gemetselde muren in diverse metselverbanden. Zwaar ijzeren hekwerken en een forse ijzeren luifel voor de twee toegangsdeuren. Samen met het bestrate voorplein is organische vriendelijkheid ver te zoeken. Toch blijft het gebouw je intrigeren. Zo'n naar binnengekeerd huis. Hoe zou het er van binnen dan wel uitzien?
Door het hele jachthuis zijn beelden van brons, keramiek hout of natuursteen te bewonderen.De uil, de oehoe en de visarend zijn van de hand van Altorf.De vogel is van Mendes da Costa.De klok/ barometer is een ontwerp van Berlage.In de hal zijn alle deuren gemaakt van coromandelhout en in de hal staat nog een dressoir van coromandelhout. In de Art-Déco periode werd het Coromandelhout vaak op de duurdere meubels gebruikt .Het is een gestreepte ebbenhoutsoort en het groeit op het eiland Celebes - Molukken .Het kernhout is donkere of zwarte strepen, het spinthout is geel/wit met chocoladebruin.De inventaris van het Jachthuis Sint Hubertus maakt in zijn geheel deel uit van de collectie van het Instituut Collectie Nederland. In het kader van een conserveringsproject voor het jachthuisis door de meubelrestauratoren van het ICN in 2004 een bijzonder eetkamerameublement gerestaureerd.
De hal met de bakstenen muren, bakstenen trapleuningen, zware donkere deuren, vloeren; alles overrompelend massief en somber, want veel licht komt er niet binnen door de glas-in-lood ramen met de St. Hubertus legende. Maar dan is daarna de eetkamer een verademing. Alsof je weer bijkomt. Ramen op het zuiden, richting vijver en verderop. Maar wel bakstenen muren en van geperst glas gemaakte vloertegels. De kleuren zijn opvallend. Alle muren bestaan uit geglazuurde en in kleur uitgevoerde baksteen. IJzeren draagbalken zijn te zien met zelfs de klinknagels erin. Plafonds van gemetselde vierkanten in de meest vrolijke kleuren rood en blauw en geel. Berlage was een voorstander van 'eerlijk' bouwen. Geen verhullingen achter getimmerde plafonds. De constructie van een gebouw moest zowel aan de binnen- als buitenkant herkenbaar zijn, was zijn opvatting. En zo dacht Helene Kröller-Müller ook. En dat leverde een ongelooflijk interessant huis op.Berlage had gekozen voor spouwmuren( let wel- in 1916)zowel van 5,5 als 11 cm dik.Dit was voor die tijd zeer vooruitstrevend.Onder het hele huis is een gemetselde kelder aangebracht,eerst is er onder het hele gebouw een betonplaat gestort met onder de muren versterkte stroken met extra betonijzer.De toren en verwarmingskelder staan op een lager gelegen betonplaat van 60 cm dik.De gevels zijn uitgevoerd in donkerbruine baksteen, het metselwerk is uitgevoerd in hetzelfde verband als in het interieur, het zg "staand verband"Tussen de ramen gebruikte hij Travertin ( zie school Ter-Apel) een soort kalksteen,door hun grijze kleur vormden deze elementen een fraai contrast met het donkerbruine metselwerk.Het jachtslot staat tegenwoordig deels open voor publiek, deels is het een verblijf voor gasten van de Nederlandse staat en buitenlandse ministers.De rondleidingen in Jachthuis St. Hubertus zijn daarom de moeite waard. In de unieke en sfeervolle huiskamer van Jachthuis St. Hubertuskan op beperkte schaal getrouwd worden. De trouwzaal is geschikt voor een klein gezelschap van maximaal 35 personen.Ook is het gebruikt voor een Nederlandse speelfilm.
"Het jachthuis Sint Hubertus, in 2004 door het Gelders Genootschap uitgeroepen tot het fraaiste cultuurhistorische erfstuk van Gelderland Het Jachthuis Sint Hubertus wordt door velen gezien als een van de belangrijkste monumenten van Nederland
De bodem van de imposante vijver is bekleed met honderden rollen mastiek zodat er een kunstmatige bodem ontstond, het graven en verslepen van de grond zou opnieuw een enorme investering vergen maar dat speelde voor de famile Kroller-Muller geen enkele rol.De oorpronkelijke bedoeling van de vijver was dat de gebouwen zich erin zouden spiegelen, en dat was gelukt.
Berlage was een architect die ook ontwierp in de stijl van de "Nieuwe Zakelijkheid". Men mocht daarbij de constructieve elementen in hun eigen schoonheid laten zien. Doordat Berlage vrijwel het gehele interieur ontwierp alsmede vele gebruiksvoorwerpen, ontstond een volledig op elkaar afgestemd geheel. Dit wordt versterkt door het terugkerende materiaalgebruik en herhaling van vormen.
Linkerfoto: eetkamer metkast, de vloer van de eetkamer is zeer bijzonder en bestaat uit"graniver"-geperst glas- ook glasgraniet genoemd van de glasfabrieken in Leerdam,op de foto zie je een nog een stukje graniver.Middelste foto:kamer mevrouw Kroller met inglenook (nis om de haard),de wanden van de kamer van mevrouw zijn uitgevoerd in grijs geglazuurde baksteen (Bart van der Leck)Rechterfoto: Albast hanglamp.( De naam albast wordt gebruikt voor verschijningsvormen van twee verschillende mineralen: gips en calciet (of seleniet).
Linkerfoto; de hypermoderne wc, steenwerk van "de Porceleyne fles" in de hal en rechterfoto de kamer van Mevrouw Kroller-Muller.Berlage was in zijn tijd een moderne architect. In het gebouw zijn vele technische hoogstandjes terug te vinden, zoals centrale verwarming, centraal uurwerksysteem, Pullmann schuiframeneenen een elektrische lift .De oudste lift in Nederland is uit 1902, gemonteerd in een bibliotheek in Amsterdam,in1903 is nog een lift gemonteerd in Wassenaar.De lift in St/Hubertus is dus niet de oudste maar wel een van de oudste exemplaren van Nederland.Ook bezat het huis een centraal stofzuigsysteem, voor die tijd wel zeer voorutistrevend, de leidingen waren allemaal weggewerkt in de wanden.De slang hoefde alleen maar in de muur worden gestoken. Het idee was afkomsting uit Engeland en Amerika waar al veel vaker dit systeem was toegepast.De verlichting was voor een groot gedeelte geintegreerd in het ontwerp,elektrische aansluitingen waren al geheel in de muren weggewerkt.Niet alleen de albasten hanglampen maar ook de vele wandarmaturen zijn speciaal voor dit gebouw ontworpen,er zijn ongeveer 18 verschillende modellen verwerkt.De vaste hanglampen, plafondverlichting in de hal,huis en eetkamer zijn typische Berlage lampen, afgeleid van geometrische vormen in een soort kristalstructuur, zeer strak en mooi van uiterlijk.Wanneer de kasten opengaan is er nog een schat aan zilver en serviezen te bewonderen, al ver voor het jachthuis heeft Berlage al tafelzilver voor de familie ontworpen.
Nieuws:25 juni 2007;Jachthuis St.Hubertus is door de lezers en bezoekers van de internetsite van dagblad Trouw uitgeroepen tot het op vier na mooiste gebouw van NederlandIn de voorronde belandde het door architect Berlage ontworpen gebouw al in de top tien van mooiste gebouwen.Ook die selectie gebeurde door lezers van de krant en bezoekers van de internetsite van Trouw. Afgelopen zaterdag - de Dag van de Architectuur - maakt het dagblad de winnaars bekend.De Gasunie in Groningen werd als mooiste gebouw van Nederland verkozen. Op de tweede plaats eindigde het stadhuis van Middelburg, op de derde plaats het hoofdkantoor van de ING in Amsterdam.Jachthuis St. Hubertuseindigde net na de Dom in Utrecht.
Het bijzondere aan het jachthuis is dat zowel het exterieur alsook het interieur nog vrijwel in zijn oorspronkelijke stijl en sfeer bewaard is gebleven.Het gebouw is, het is al eerder genoemdis een totaalkunstwerk en daardoor ook een totaalmonument.Het interieur is grotendeels nog zo aan te treffen zoals het is nagelaten door de familie Kroller Muller.Het is zeker een bezoekje waard.
.
Helene Emma Laura Juliane Kröller-Müller (Horst (Essen), 11 februari 1869- 14 december 1939) was een van de eerste vrouwen in Europa die een grote kunstcollectie bij elkaar bracht.Helene Müller werd geboren in het gezin van een Duitse industrieel. Ze trouwde in 1888 met de Nederlander Anton Kröller.Anton Kröller, succesvol ondernemer, is in de Eerste Wereldoorlog de ongekroonde koning van economisch Nederland die de regering over de buitenlandse handel en de voedseldistributie adviseert. Hij is medeoprichter van Hoogovens en KLM. De Kröllers, vennoten van multinational Wm.H. Müller & Co., verdienen miljoenen, ze behoren tot de rijkste en machtigste Nederlanders. Op de Veluwe kopen ze 6.800 ha bos, hei en zand om te jagen. Daar bouwt Nederlands bekendste architect H.P. Berlage hun Jachthuis Sint HubertusZe was een groot liefhebster van moderne kunst. Zo kocht ze al voor zijn dood schilderijen van Vincent van Gogh. In het Kröller-Müller Museum dat in 1938 werd geopend in Nationaal Park de Hoge Veluwe, het voormalige enorme landgoed van het echtpaar, is haar kunstverzameling te bewonderen. In het museum is er een aparte zaal met haar favoriete schilderijen.Een groot museum had de kroon op haar werk moeten worden, het is door de dreigende Tweede Wereldoorlog echter nooit gebouwd. Een bescheidener huisvesting is het huidige Kröller-Müller museum.
http://www.rug.nl/let/onderzoek/onderzoekinstituten/icog/dissertaties/summaries_2006-2007/rovers
De Beurs van Berlage zoals het gebouw sinds de restauratie in de jaren tachtig en negentig heet, was bij oplevering controversieel. Velen vonden hetniet mooien het contrast van de vlakke baksteenmuren met de eeuwenoude gevels aan de overzijde van het Damrak werd Berlage niet door iedereen in dank afgenomen. Berlage was door zijn opzienbarende Beursgebouw een gevierd architect geworden. Hij kreeg de ene opdracht na de andere, en bouwde onder andere villa's en kantoorgebouwen. Daarnaast deed hij de herinrichting van het gebied rond de Haagse Gevangenpoort en bouwde hij het gebouw voor de First Church of Christ Scientist, ook in Den Haag.
Natuurlijk bracht ik ook een bezoekje brengen aan de Beurs van Berlage in Amsterdam.
Stedenbouwkundige - Plan ZuidBehalve als architect en ontwerper is Berlage ook actief als stedenbouwkundige. Tussen 1905 en 1917 werkte Berlage in twee fasen aan een plan voor uitbreiding van Amsterdam aan de zuidzijde. Zijn ontwerp voor Amsterdam-Zuid bestaat uit grote, monumentale woningblokken. Zij vormen de wanden van brede lanen, pleinen en straten. In de centrale as van het plan staat een woontoren, de "wolkenkrabber" van J.F. Staal. De nadruk ligt bij de woningblokken op de totaalcompositie. De aparte woningen zijn onderdeel van de straatwand. De gemeenschappelijkheid van de stadswijk staat voorop. Berlage wilde een gemeenschappelijke, niet individuele bouwkunst.Berlage liet zich inspireren door de ruime boulevards die Haussmann in Parijs had aangelegd. "Anders dan het historische Amsterdam dat schilderachtig van karakter is, zal de nieuwe stad monumentaal moeten zijn", schreef hij. Een eerste ontwerp, uit 1904 werd goedgekeurd door de gemeenteraad maar niet uitgevoerd. Elf jaar later kreeg Berlage een herkansing, en ditmaal werden zijn plannen wel gerealiseerd. Het was onder andere te danken aan Michel de Klerk, de voorman van de Amsterdamse School, dat Berlages brede lanen bebouwd werden met sierlijke woonblokken. Hoewel Berlage geen voorstander was van de architectuur van de Amsterdamse School, bewonderde hij het vermogen van De Klerk c.s. om blokken te ontwerpen die massaal waren, maar door hun detaillering niet zo oogden. Later volgden ook architecten van de Nieuwe Zakelijkheid; het is de verdienste van de opzet van het plan van Berlage dat de verschillende stromingen elkaar niet in de weg staan, maar letterlijk de ruimte krijgen. Het project duurde tot in de jaren dertig, al werden sommige plekken pas in de jaren zestig bebouwd; al in 1927 had de voorzitter van de begeleidende Commissie Zuid gezegd dat er in Zuid een stad groeit die zo mooi kan worden als misschien nooit bestaat.
Bronnen Wikipedia Kunstbus Hanneke Oberink
Foto's prive-bezit: www.sloots.eu
DisclaimerDe informatie op deze website is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteldWanneer zich in de afbeeldingen op deze site echter toch een foto bevindt waarop u meent het auteursrecht te hebben, kunt u contact opnemen met de beheerder van deze site.
Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet.Een financiële vergoeding kunnen wij helaas niet geven.
Privacy: Wilt u om privacy redenen uw gegevens en/ of fotos' niet vermeld zien, laat het mij dan even weten zodat ik ze kan verwijderen.
De webbeheerder www.sloots.euemail: willy@sloots.eu
©Copyright bij Willy Sloots 2007
Ik ben geen genealoog en ben zelf niet de officiële bronnen ingedoken om deze gegevens uit te zoeken. De gegevens die u hier vindt zijn afkomstig van andere familieleden en diverse bronnen op het Internet, waaronder uiteraard wie is wie. Ik geef dan ook geen garantie op de juistheid van deze gegevens.
Privacy: Wilt u om privacy redenen uw gegevens en/ of fotos' niet vermeld zien, laat het mij dan even weten zodat ik ze kan verwijderen.
Afbeelding: Alfons Maria Mucha
Een Perzisch Edelman: Vanmorgen ijlt mijn tuinman, wit van schrik,Mijn woning in: "Heer, Heer, één ogenblik!
Ginds, in de rooshof, snoeide ik loot na loot,Toen keek ik achter mij. Daar stond de Dood.
Ik schrok, en haastte mij langs de andere kant,Maar zag nog juist de dreiging van zijn hand.
Meester, uw paard, en laat mij spoorslags gaan,Voor de avond nog bereik ik Ispahaan!" -
Van middag (lang reeds was hij heengespoed)Heb ik in 't cederpark de Dood ontmoet.
"Waarom," zo vraag ik, want hij wacht en zwijgt,"Hebt gij van morgen vroeg mijn knecht gedreigd?"
Glimlachend antwoordt hij: "Geen dreiging was 't,Waarvoor uw tuinman vlood. Ik was verrast,
Toen 'k 's morgens hier nog stil aan 't werk zag staan,Die 'k 's avonds halen moest in Ispahaan."
P.N. van Eyck
Pieter Nicolaas van Eyck (1887-1954)
Dichter, criticus, essayist en van 1935 tot 1954 hoogleraar Nederlandse Letterkunde.Een essay (Engels voor betoog) is een beschouwende prozatekst waarop de schrijver nadrukkelijk zijn persoonlijk stempel heeft gezet.Vanaf 1912 bespreekt hij voor het tijdschrift De Beweging van de Tachtiger Albert Verwey zowel buitenlandse als Nederlandse literatuur.Van Eycks eigen poëzie kenmerkt zich door een weemoedige, soms mystieke sfeer. Zijn bekendste gedicht is De tuinman en de dood.Nederlanders kennen allemaal het gedicht van P.N. van Eyck over De tuinman en de dood.En we associëren Ispahaan met de stad waar de tuinman maar beter niet heen had kunnen vluchten. De tuinman poogt aan de dood te ontsnappen door zijn toevlucht te nemen in de koningsstad Ispahaan.Onwetend rijdt de tuinman zijn dood tegemoet, want Ispahaan is juist de plaats waar de dood hem zal komen halen. De dood komt toch op het juiste moment op de juiste plaats.
Dood van een heer Zoals een scheepje in een fles (wel op je plaats maar toch niet thuis) zo zit je roerloos in de recreatiezaal, klaar om gehaald te worden. Het late licht valt op de rooshof waar d'Iraanse tuin- man, loten snoeiend, opschrikt van de bel voor 't avondbrood. En vóór je denkt: het is zover, staat hij er al, precies op plaats en tijd. Glimlachend duwt hij je rolstoel voort, je kunt nog net de witgeworden tuinman groeten; je laatste haar, omhooggekamd over je dorre schedelveld. wuift mee. R.A.Basart 1946
R.A. Basart ( Amsterdam 1946) is de auteur van verschillende gedichtenbundels en de roman De laatste lach ( 1998)In het gedicht Dood van een heer verwijst hij naar het bekende gedicht van P.N. van Eyck, De tuinman en de dood.Het thema daarvan is de onafwendbare dood. Niemand kan aan de dood ontsnappen, ook de tuinman niet die, als hij de dood in de tuin van zijn heer heeft gezien, met diens paard naar Ispahan (stad in het huidige Iran) gaat.Juist daar moet de dood die dag zijn om de tuinman op te halen…
Een gedicht van Gerrit Achterbergverwijst ooknaar de tuinman en de dood:
TeraardbestellingTwijfelend bij een halte in de stad,vroeg ik een aanspreker de naaste wegIk moet er ook naar toe, heeft hij gezegdde tuinman en de dood, heb ik gedacht.Hij wist niet wie hij te begraven hadNamen worden het eerste afgelegd.Iedereen komt evengoed bij hem terechtGeen mens bestaat zonder zijn eigen vracht.Lijkbidders, vier aan vier, gaan voor de kisteen zwart quadraat schuift naar een dito gaten kleiner wordt het laatste ogenblik.Ruimte en tijd kortsluiten op het padhet touw gaat liggen met een losse knikis, langs de benen haastig weggegrist.
Gerrit Achterberg 1905-1962 Uit: alle gedichten
De oogst Aren rijpen, mensen rijpen, Naast den maaier stapt de dood.Wee het kroost voor krijg geboren!Paarden trappelen door het koren.Op den oogst volgt hongersnood.Aren rijpen, mensen rijpen,Dood zal halm en man omgrijpen.Rene De Clercq.
Afbeelding: Alfons Maria Mucha
Soms, 's avonds
Soms, 's avonds, staat mijn vader in de kamer. Vreemd oud geworden, haast vel over been. Slapen ze, Stientje en de jongens?' 'Ja, hoor.' (zij mogen hem niet zien.) Hij zucht tevree.
'Maken ze 't goed? Geen zieken?' 'Nee, geen zieken gelukkig. Alles prima.' Hij glimlacht, klein op een puntje van de bank, zijn benen nog korter dan toen hij een jongen was.
We praten niet, maar 'hou je taai, h è!' knikken we als vroeger. ''k Ga weer eens. Dag knul.' Hij staat nog even voor mijn moeders jeugdfoto.
Het tuinhek piept. Ik luister naar zijn stappen, die vederlichte, bulderende stappen van iemand die terug moet in de dood.
C. Buddingh
Afbeelding: Alfons Maria Mucha
IspahaanHij tovert tijduit de traagheidvan z'n dagenEen volle baardgrijs door wijsheidvan uitgelezen jaren
Genereert gelatenhet aanvaardenvan al wat kwam
Cadeau gekregenvan het levenzonder te vragen
Vrienden ze gingen heenzonder retourhadden ze ooit écht bestaan
Ach, in de verteziet hij nog er nog eentjestaan te wenken
Hij haast zich nietdie wacht wel,denkt de tuinman
Uvi.
Afbeelding: Alfons Maria Mucha
GrafgewelfDe stenen steunen 't geweldig gewelf. En het gewelf grijpt machtig elke steen. Geen Uur. Geen Tijd. Over mijn siddrend Zelf, Waaien de stormwinden der eeuwen heen.
Jacob Israël de HaanUit de bundel: Kwatrijnen
Afbeelding: Alfons Maria Mucha
Kerkhof Een herfstdag tegen allerzielen, het was niet anders dan het was: de zon, de bladeen die vielen, het hek, de zerken en het gras. Ik had een tijdje rondgezworven voor ik haargraf gevonden had want er wordt toch nog meer gestorven dan je zou denken in zo'n stad. En half beschaamd en half bewogen -je ziet jezelf een beetje staan- heb ik verwonderd overwogen hoe vreemd de dingen altijd gaan, hoe onverbiddelijk de liefde verband houdt met verdriet en rouw, en of ik als zij nu nog leefde nog zoveel om haar geven zou En nimmer was het dichter bij me en nimmer verder van mij af, het denken over de geheimen, de gruwelijke, van het graf. (Jean Pierre Rawie, uit de bundel: we hebben alles nog te goed)
Volkstelling 1947 aantal Slootsen per provincie in Nederland.
Eerst volgt info over Hendrik Sloots (1881-1955) en Geertje Auwema (1881-1924), daaronder foto's en info van de familie Sloots uit Groningen.
Ook foto's en stamboom-info onder de volgende link:http://genealogy.henny-savenije.pe.kr/tng/browsemedia.php?mediasearch=&tnggallery=1&mediatypeID=photos&offset=200&tree=savenije&page=3
Bron:Meertens instituut
Privacy: Wilt u om privacy redenen uw gegevens niet vermeld zien, laat het mij dan even weten zodat ik ze kan verwijderen.
Hendrik Sloots en Geertje Auwema
Hendrik Sloots is geboren op donderdag 1 september 1881 in Borger, zoon van Harm Sloots en Anna Blank. Hendrik is overleden op 10 juli 1955.Hendrik trouwde, 20 jaar oud, op vrijdag 25 april 1902 in Odoorn met Geertje Auwema, 21 jaar oud. Geertje is geboren op donderdag 27 januari 1881 in Odoorn, dochter van Ake (Aake) (Ate) Auwema en Martje (Matje) Braamhorst. Geertje is overleden op dinsdag 13 mei 1924 in Musselkanaal, 43 jaar oud.
Boven: overlijdensakte Geertje Auwemabron:www.allegroningers.nl
Boven: overlijdensakte Hendrik SlootsEerste vrouw van Hendrik was Geertje AuwemaTweede huwelijk van Hendrik met Anje Pentingabron:www.allegroningers.nl
Kinderen van Hendrik Sloots en Geertje Auwema:
Hendrik Sloots, geboren op donderdag 1 september 1881 in Borger.
Handtekening van Hendrik Sloots op een akte.
Hendrik Sloots kreeg d.m.v. een zilverpapieractie een kar.Deli-plein Groningen.bron foto:dagblad van het Noorden
Ake Sloots, zoon van Hendrik Sloots en Geertje Auwema.
Grietje Schipper eerste vrouw van Ake Sloots.
Kinderen van Ake Sloots en Grietje Schipper.
Harm (Appie) Sloots
Regina Ludovica Vereycken de tweede vrouw van Ake Sloots.
Ake Sloots op 54 jr. leeftijd Regina (Wies) Vereycken
Kinderen van Ake Sloots en Regina Vereycken
Ake en Regina woonden in Groningen, Oude Kijk in 't Jatstraat 43 a.
Ake, Wies en hun kinderen in Belgie.
Geertje Sloots met haar broertjes
Harmke Sloots op bezoek bij het gezin van haar broer Ake.
Hieronder info over andere kinderen van Hendrik Sloots en Geertje Auwema (generatie 3)
Dochter van Hendrik Sloots en Geertje AuwemaHarmke SlootsGeboren 6 maart 1909Overleden5 augustus1982
Harmke Sloots
Ongeveer 1950.Afgebeeld Harmke Slootsen haar man Jacob Roede.
Kinderen van Hendrik Sloots en Geertje Auwema.Van links naar rechts: Lammert, Harmke en Jan Sloots.
Kinderen van Hendrik Sloots en Geertje Auwema.Van links naar rechts: Jan, Harmke en Lammert Sloots.
Kinderen van Hendrik Sloots en Geertje Auwema.Van links naar rechts: Gre, Ank,Lammert Sloots, Harmke en Dine Kempers.
Zoon van Hendrik Sloots en Geertje Auwema.Harm Sloots geboren 19 september 1911.Overleden 27 september 1996.Gehuwd metNantje Schipper.
Kinderen van Harm Sloots en Nantje Schipper, foto 1943.
Zoon van Hendrik Sloots en Geertje Auwema:Afgebeeld is het bruidspaar:Lammert Sloots en Dine Kempers.(Zoon van Hendrik Sloots en Geertje Auwema)De bruidsmeisjes zijn van de fam. Kempers.Lammert Sloots is geboren op 30-4-1917 te Onstwedde.Hij is overleden op 23-06-1986 te Doetinchem
Afgebeeld het bruidspaar:Lammert Sloots en Dine Kempers.(Zoon van Hendrik Sloots en Geertje Auwema)
Dochter van Hendrik Sloots en Geertje Auwema:Martje Sloots, geboren op 21 mei 1907, overleden op18 februari 1974.Eerste huwelijk met Eise Holtjer, tweede met Sjoert Swart.
Alle foto's; www.sloots.eu
Info over de familie Harm Schipper en Roelfien Gerrechien Boes
Harm Schiper (10)zoon van Jacob Schipper (20) en Sjoukje Mulder(21)geboren 29 april 1877 te Gasselteoverleden 18 november 1976 te Borgergehuwd metRoelofje Gerrechien Boes (11)
Roelfien Gerrechien Boes(11) dochter van Jans Boes (22) en Grietje Klobus geboren 25 augustus 1881 te Borger overleden 9 mei 1970 te Borger
Hierboven afgebeeld het gezin van Harm Schipper (ouders van Grietje) Harm is geboren 28 april 1877 te Gasselte, overleden 18 november 1976 en Roelfien Gerrechien Boes geboren 25 augustus 1888 overleden 9 mei 1970.Omdat de dochter van Harm Schipper en Gerrechien boes ( Grietje Schipper nr 11 in stamboom ) op 21 jarige leeftijd is overleden en een kind had van 1,5 jaar ( Harm Sloots ook bekend als Appie) is Harm Sloots opgegroeid bij zijn opa en oma Schipper, zijn vader Ake Sloots( 4 ) was schipper en kon niet voor het jonge kind zorgen.Bovenste rij tussen de beide ramen: Harm (Appie ) Sloots en zijn vrouw Harmtje (Annie ) Dilling met broer en zussen van Grietje Schipper.
foto; privé-bezit Mw. H.Sloots-Dilling
Graf van Harm Schipper en Roelfien Boesop de begraafplaats te Nieuw-Buinen.
De Amsterdamse school 1910-1940 in de provincie Groningen.
Wat heeft de voormalige Rijks-HBS in Ter Apel gemeen met een woonhuis in Appingedam, en met de watertoren in Stadskanaal? De uiteenlopende bouwwerken zijn allen gebouwd in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw in de toen zeer moderne Amsterdamse School-bouwstijl. Deze karakteristieke architectuur was in die tijd in Groningen, in stad en provincie, zeer populair. Sterker nog, in de stad werd in die jaren zoveel in deze stijl gebouwd dat Groningen, na Amsterdam, als belangrijkste Amsterdamse School-stad geldt.http://www.architectvandermeij.nl/actueel/geulle-bakermat-van-amsterdamse-schoolDe Amsterdamse school ; de door J. Gratama geïntroduceerde term voor de expressionistische stroming die een reactie is op het sobere Rationalisme. Het gevelbeeld bepaalt het ontwerp. Traditionele materialen als baksteen, dakpannen, riet, en hout worden toegepast. Er wordt voor de constructie al wel gebruik gemaakt van gewapend beton, maar dit materiaal is niet zichtbaar. Door deze nieuwe constructie mogelijkheden worden brede horizontale ramen mogelijk. De horizontale lijn is dan ook een van de belangrijkste kenmerken. De ramen liggen in het vlak van de gevel. Ook komt de paraboolvorm regelmatig voor. Hoofdkenmerk van de Amsterdamse School is het gebruik van veel baksteen en het toepassen van versieringen in de gevels, in baksteen of gebeeldhouwd natuursteen. De vaak plastische gevels zijn meestal gevuld met laddervenstersen worden bekroond met steile daken en soms met torentjes versierd. Gebouwen uit de Amsterdamse School-periode zijn met name grote woningbouwprojecten, scholen etc.Door de plastische gevels en de speelse indeling hiervan is er binnen deze stijl zelden sprake van massiviteit in de gebouwen. Zij zijn wel groot, maar ogen toch menselijk.In de projecten worden vaak beeldhouwwerken van onder andere Van der Eijnde en Hildo Krop opgenomen. http://amsterdam.nl/stad_in_beeld/inhoud/typisch_amsterdams?ActItmIdt=8874Michel de Klerk wordt als belangrijkste architect van de stroming beschouwd. Mede door zijn vroege overlijden duurde de bloeiperiode van de Amsterdamse School niet erg lang. De Amsterdamse School bouwde vooral volkswoningbouw en openbare gebouwen.Ik kreeg van een medeliefhebster van deze bouwstijl de volgende link toegestuurd, en wat zeer zeker de moeite waard is omdat je hier ook in de woningen kan kijken: http://www.freewebs.com/bouwkunst/amsterdamseschool.htmlOok een mooie link is: http://geschiedenis.vpro.nl/artikelen/36956307/Hier zijn ook online-filmpjes te zien over bouwkunst in Nederland.Buiten Amsterdam heeft de Amsterdamse School gebouwen ontworpen in Bergen ( N.H. ), het Gooi en Den Haag. Vooral in de stad en de provincie Groningen heeft de Amsterdamse School openbare gebouwen en woonhuizen ontworpen Noordelijke architecten als Siebe Jan Bouwma en Egbert Reitsma ontwierpen spraakmakende openbare gebouwen en huizenblokken, zoals in de Korrewegwijk, de Oosterparkwijk en de Oranjebuurt. In Delfzijl werd een complete woonwijk in de Amsterdamse Schoolstijl gebouwd. In de provincie Groningen was S.J. Bouma een bekend stadsarchitect van 1924 tot 1942. Zijn werk varieert van schoolgebouwen, openbaar toiletten, brugwachtershuisjes, electriciteithuisjes en volkswoningbouw. Daarnaast is hij de ontwerper van de Bloemenbuurt, een tuindorp met half open hofjes en poorten in de Oosterparkwijk. Zijn eerste werken zijn onherroepelijk te herkennenals bouwstijl van de Amsterdamse School. In zijn latere bouwwerken zijn ook invloeden van Willem Dudok, gemeentearchitect van Hilversum, te zien. Weer later laat Bouma zich inspireren door de traditionalistische architectuur van de Delftse school. Siebe Jan Bouman was geboren in Groningen op 23 maart 1899 en is overleden op 10 december 1959 te Den Haag.http://www.architectuurgids.org/
In Groningen bestaat de mogelijkheid om onder begeleiding per fiets of lopend een interessante stadswandeling te maken.Ook is er de mogelijkheid tot begeleiding van bus-en boottochten, dagprogramma's en lezingen met een powerpointpresentatie over Groningen.Er zijn verschillende thema's die kunnen worden gekozen. Voor groepen bestaat de keuze uit:Wandelen: *Stadswandeling door centrum *Tip: Happen en Stappen *Hofjeswandeling binnenstad *Ontdek de Oosterpoort *Stadswandeling Art Nouveau met bezoek monument in particulier bezit evt. met lunch *Stadswandeling door A kwartier *Fietstocht Amsterdamse School architectuur *Stadswandeling: Vrouwen op de kaart *Nieuw: Wandeling Ebbingekwartier, een creatief stadsdeel ! *Puzzeltocht *Kroegenpuzzeltocht *Nieuw: Wandeling Korrewegwijk ism Stee in Stad
Fietsen: *Fietstocht (post)moderne architectuur*Fietstocht Amsterdamse School*Fietstocht langs bouwwerken S.J. Bouma
Kortom; teveel om op te noemen, kijk gerust eens op de website van organisator Paulien Ex: www.paulienexcursions.nl
Ook in Grootegast een Amsterdamse schoolwijk:
Het Casper De Roblespark in Grootegast.In een bepaald deel van de wijkisgebouwd volgens de kenmerken van de Amsterdamse School.http://www.visser-ontwerpburo.nl/projecten.php?PID=30&ID=1
Amsterdamse school in de provincie Groningen.De Rijks Hogere Burgerschool in Ter Apel. ( architect Gart Westerhout) Eén van de mooiste voorbeelden van de Amsterdamse School in de provincie Groningen is het R.S.G.-gebouw ( vroeger Rijks Hogere Burger school) aan de Oude Weg in Ter Apel. Het werd in 1921 gebouwd door architect G. Westerhout. Het heeft een T-vormige plattegrond en twee bouwlagen.
http://www.oudterapel.nl/onderwijs/RHBS/collage%20RHBS%20interieuren.htm
Aquarel: Titia Drenth
Het gebouw is grotendeels opgetrokken uit rode baksteen op een trasraam van gesinterde bruinpaarse baksteen, gemetseld in verticale richting. (Een trasraam is een gedeelte van een gemetselde muur van net onder tot net boven de grond, uitgevoerd in harde steen (zogenaamde klinkers) en harde specie om het optrekken van vocht vanuit de bodem rondom een gebouw te voorkomen. Trasramen werden en worden bij de meeste gemetselde gebouwen toegepast. Het trasraam beslaat meestal vijf tot zes lagen beneden- en vijf tot zes lagen boven het maaiveld. Vroeger werd de metselspecie daarvoor gemaakt van tras en zand. Nu past men als bindmiddel vrijwel altijd cement toe. Dit kan portlandcement of hoogovencement zijn) Een van de vroegste en fraaiste voorbeelden van de Amsterdamse Schoolstijl in de provincie, de zeer zorgvuldige en expressieve vormgeving uit zich in een genuanceerde opbouw van de T-vormige plattegrond met prachtige beeldhouwwerken, verschillende metselverbanden en prachtige ornamenten. Het pand is rijkelijk voorzien van dierornamenten van travertijn en bouwaardewerk ( grof aardewerk) ontworpen door de beeldhouwer Adrianus Remiens uit Schoorl, hij was de leerling van J. Mendes DaCosta, een van de belangrijkste beeldhouwers van de twintigste eeuw.(Travertijn rekent men vaak tot de marmers omdat het een kalkgesteente is die gepolijst kan worden;het is een kalksteen die gevormd wordt door de neerslag van kalk uit oververzadigd water uit warme bronnen. Takjes, bladeren en ander materiaal dat in dit water valt en later verteert, veroorzaken de kenmerkende onregelmatige poriën van dit materiaal. Een belangrijke vindplaats van travertijn is het plaatsje Tivoli ten oosten van Rome.Travertijn wordt als bouwmateriaal gebruikt, bijvoorbeeld in vloeren, wandbekleding, trappen en beeldhouwwerk en heeft een grijze tot geelachtige kleur) Al het beeldhouwwerk was uitgevoerd bij de E.S.K.A.F in Steenwijk.Link naar mooie website: http://www.oudterapel.nl/onderwijs/RHBS/collage%20RHBS.htmLink van de school http://www.rsgterapel.nl/
Opvallende elementen in de hal zijn de lambrisering van geglazuurde baksteen, waarschijnlijk van de Porceleyne fles, de gekleurde tegelvloeren en de stucplafonds met houten decoraties in de gangen.Op de achtergrond bij de trapopgang het mooie glas in lood
Mede dankzij oud-directeur A.B. Sakkers is het gebouw gerenoveerd waardoor het tegenwoordig vrijwel 'als nieuw' te bewonderen valt.Ook het interieur is zoveel mogelijk in originele staat teruggebracht; verdwenen meubilair werd weer opgespoord, gerestaureerd en weer in de school geplaatst.Deels werd dit ontworpen door de architect en deels door H.Pander & Zonen, dit was een meubelfirma uit het westen van het land.
De klok in originele kleuren van de Amsterdamse school, staat nog in de hal.Het was een geschenk van de architect bij de opening aan de school.
Hier ook weer de geglazuurde wandtegels van (waarschijnlijk) "de Porceleyne fles".En een mooie hoekoplossing voor de lamp.
Glas in lood was een van de kenmerken van de Amsterdamse school stijl.Dit is nog in originele stijl te bewonderen in deze school.De kleurenzijn volledig afgestemdop de kleur van de vloer en de wandbaksteen.
De indeling van de school is als volgt:Aan de centrale hal zijn de kamer van directeur, concierge en leraren te vinden.In de zijvleugels bevinden zich over twee bouwlagen de leslokalen.Aan de achterkant staat het gymlokaal.Architect Westerhout ontwierp ook nog prachtige meubels, klokken en andere meubelstukken.Oud directeur Sakkers heeft in de afgelopen jaren het gebouw weer in de meest originele staat teruggebracht.Rechts; deroerdomp van hout is ontworpen door de beeldhouwer Remiens, een replica hiervan staat ook op het dak van de school.Uiterst rechts; deur van de directeur, je ziet nog net een stukje van de geglazuurde wandtegels, hoogstwaarschijnlijk van "de Porceleyne fles"
Via een gemetseld muurtje is de school verbonden met de naastgelegen dienstwoning.Achter de groene planken is het originele fietsenhok te vinden.
Metselwerk. ( zie rechterfoto) Het ambachtelijk uitgangspunt van de Amsterdamse-Schoolarchitectuur bracht mee dat de architecten het metselwerk meestal gecompliceerder maakten dan gebruikelijk was. Vaak maakten zij aan één gebouw gebruik van verschillende soorten metselverbanden, waardoor zij ook in het totaal speciale effecten bereikten. Ook gebruikten zij dikwijls verschillende formaten en kleuren baksteen.
Beeldhouwwerk. De uitgebreide toepassing van beeldhouwwerk is een zeer karakteristieke trek van de Amsterdamse-Schoolarchitectuur. Men komt het in de woningbouw vooral tegen bij ingangen en op de hoeken van, bouwblokken in de vorm van gedenkplaten en mannen- en vrouwenfiguren als symbolen van de arbeidende klasse. Het is meestal reliëfwerk uitgevoerd in natuursteen of beton. Soms ziet men beeldhouwwerk vervaardigd uit gemetselde baksteen en vormt de sculptuur een organisch onderdeel van de muur.
Houtwerk. De kozijnen rondom deuren en ramen vertonen een grote verscheidenheid, zowel in gebruikte afmetingen en vormen als in ambachtelijke details. Vooral de ramen hebben vaak een afwijkende vorm, zoals bolle of holle begrenzingen, parabolische vormen en uitspringende rondingen. Binnen het kader van deze kozijnen is een eindeloze variatie aan decorerende details te vinden, zoals de roedeverdeling van de vensters zoals hier duidelijk te zien is bij deze school.en de profilering van de deuren.Deze profilering vertoont soms haast abstract geometrisch beeldhouwwerk, maar veelal ook minder strakke decoraties, die verwantschap met de Jugendstil laten zien.
Onder de verzamelnaam Amsterdamse-school vallen architecten die het nieuwe zochten in de decoratieve versiering van de gevels.Uitbundig metselwerk langs schoorstenen, daklijsten, kozijnen en vooral de vormgeving van de hoeken moesten de gevels reliëf geven. Ook de accenten die gegeven werden bij de deuren, portieken en doorgangen zijn opvallend voor het werk van de Amsterdamse-school.
Een prachtig gemetseld fietsenhok, later uitgebreid net zoals de school.Het aantal leerlingen is in de loop der jaren fors toegenomen.De 78 jarige Westerhout blikte in 1971 terug op zijn creatie die dan vijftig jaar bestaat:"Toen ik als architect van de Rijksgebouwendienst de opdracht kreeg, was ik in die periode erg onder de indruk en onder invloed van de 'Amsterdamse School'. Het schoolgebouw draagt daarvan de kentekenen. Er is nog een spoor van de klassieke symmetrie en in die periode van een overdadig kleurgebruik. Ik heb met plezier de Groniger steen toegepast, van een warm rood. Ik herinner me nog hoe ik de tuin achter de school verzorgde en afzette met een pergola-achtige open muur.De kranten schreven er toen schande over, omdat de daarvoor gebruikte baksteen beter voor woningen kon worden gebruikt, echt naar Groninger zuinige aard"."
Bron:Versteende Welvaart, Anja Reenders
Smeedwerk. Smeedwerk zien wij aan gebouwen van de Amsterdamse School zeer veelvuldig toegepast. Smeedwerk werd met name toegepast voor decoratie van hijsbalken, als hekwerk, raamijzers en roosters boven trapportalen.Ook ziet men regelmatig toortsvormige sierstukken op uitspringende delen. In een reactie tegen het gietijzer, waarmee alle stijlen klakkeloos konden worden nagebootst, zocht men naar nieuwe methoden om het ijzer te smeden en vormen te geven die aansloten bij de nieuwe bouwwijze. Het buigzame karakter van het materiaal sluit bijzonder goed aan bij de golvende lijnen die de gevels kenmerken. Voorbeeld hiervan is de mooi gevormde buitenlamp.De houten rand boven de lamp is in de loop der jaren gerenoveerd in de originele staat door het plaatselijk timmerbedrijf.
Vormen uit de natuur; golven als decoratierand op het hek voor de school.
Alle foto's; www.sloots.eu
Kaart van Borger en omgeving uit 1811-1832.
Jans Wijnhold is bezig op het land.(1951)Foto onder; zijnboerderij in ongeveer 1940.
bron:kaart http://watwaswaar.nl/
Hiernaast afgebeeld Hendrik Wijnhold en Jantien Huizing
Emmen, huwelijksakte, aktedatum 9 september 1887, aktenr. 69 Bruidegom: Hendrik Wijnhold, geb. Zweeloo oud: 30 jr., zoon van Harm Wijnhold en Aaltjen (Zuid) Derks.Bruid: Jantien Huizing, geb. Borger oud: 28 jr., dochter van Jans Huizing en Willemtien Strating
Hendrik Wijnhold.Geboren te Zweeloo op 21 maart 1857, overleden op 28 november 1944 te Emmen.Hendrik Zuid.( Eerst had hij de naam van zijn moeder)zoon van NN NN en Aaltje Zuid, beroep: dienstmeid. Gewettigd door Harm Wijnhold. NB Wp. Dalen.
Jantien HuizingGeboren te Borger (Drouwen) op 28 juni 1859, overleden 6 maart 1927 te Borger.dochter van Jans Huizing, beroep: landbouwer; oud: 29 jr, en Willemtien Strating, beroep: landbouwersche.
Emmen, overlijdensakte, aktedatum 29 november 1944, aktenr. 492 Overledene: Hendrik Wijnhold, geb. Zweeloo oud: 87 jr; beroep: zonder; overleden te Emmen op 28-11-1944, zoon van Harm Wijnhold en Aaltje Zuid. Gehuwd geweest met Jantien Huizing, overleden.
Hiernaast afgebeeld het gezin vanHendrik Wijnhold (12) en Jantien Huizing (13) Dit zijn ze met hun vijf kinderen, er is nog éénkind doodgeboren in 1890.Bovenste rij 1e van links naar rechts: Willem (geboren 1895) Aaltje ( geboren 1891) Harm (geboren in 1893) dan Jans Wijnhold (6 ) geboren in 1888)Onderste rij:Jantien Huizing (geboren in 1859) Hendrik Wijnhold ( geboren in1857) en naast haar vader staat Henderkien (geboren in1899)
De foto is gemaakt in Odoornerveen begin 1914.
Jans Wijnhold, afgebeeld als soldaat. Foto gemaakt in ongeveer 1918.
Antje Wijnhold- Oosting in Ees.Foto gemaakt in ongeveer 1912.
Ouders van Antje Oosting.Derk Oosting geboren op 10 april 1845 te Borger.overleden 22 december 1926 in Borger.Marchien Regtop geboren op 1 maart 1853 te Rolde.overleden 17 februari 1927 te Borger.
Kinderen van Derk Oosting en Marchien Regtop.
Oudste zoon van Derk Oosting en Marchien Regtop:Albert Oosting en Geessien Schutrups.Albert is geboren te Borgerop 28 maart 1884 en overleden te Emmenop 8 september 1978.Geessien is geboren op 29 oktober 1890 en overleden op 8 maart 1975 te Assen.Gehuwd op 19 november 1910.
Dochter van Derk Oosting en Marchien Regtop:Hillechien is geboren op 12 april 1886 en overleden op 22 november 1918.
Zoon van Derk Oosting en Marchien Regtop.Jan Oosting is geboren op 18 maart 1888 te Ees en overleden op30 augustus 1975 te Assen.Afgebeeld met zijn tweede vrouw: Geessien Brouwer.Geboren op 28-02-1887.Overleden op 01-05-1955.Zij kregen drie kinderen.Eerder gehuwd met Jantien Drenthe.Zij kregen vijf kinderen.
Dit is één van de oudste woningen van Eeserveen-Eesergroen. In ongeveer 1880 gebouwd.Jans Wijnhold en Antje Wijnhold- Oosting hebben in dit huis gewoond.
Het eerstvolgende huis waar ze toe kwamen te wonen;aan de Eeserstraat in Eesergroen.Hier is Antje Wijnhold-Oosting geboren.Foto is uit ongeveer 1947.
Afgebeeld; Jans Wijnhold en Antje Wijnhold-Oosting.
Emmen, geboorteakte, aktedatum 24 juli 1888, aktenr. 331Kind: Jans Wijnhold, geb: Weerdingerveen (Emmen) 23-07-1888,zoon van Hendrik Wijnhold, beroep: arbeider; oud: 31 jaren, en Jantien Huizing, beroep: zonder.
Borger, geboorteakte, 19 april 1894, aktenr. 79 Kind: Antje Oosting, geboren te Ees (Borger) op 18-04-1894, dochter van Derk Oosting, beroep: landbouwer; oud: 49 jaren, en Marchien Regtop, beroep: landbouwersche.
Borger, huwelijksakte, aktedatum 2 mei 1914, aktenr. 16 Bruidegom: Jans Wijnhold, geb. Emmen oud: 25 jr., zoon van Hendrik Wijnhold en Jantien Huizing. Bruid: Antje Oosting, geb. Borger oud: 20 jr.,dochter van Derk Oosting en Marchien Regtop.
Afgebeeld; Jans Wijnhold en Antje Wijnhold-Oosting.
Jaartal onbekend, lokatie onbekend.
Hier afgebeeld het gezin van Jans Wijnhold.Deze foto is genomen op 2 mei 1939.
Jans, Antje en zoon Derk.
Jans Wijnhold, op de achtergrond zijn vrouw Antje Oosting met waarschijnlijk hun zoon Derk.
Jans en Antje naast hun boerderij met hun hondje "Tilly".
Jans en Antje Wijnhold in 1956
Jans en Antje Wijnhold komen ongeveer in 1960 voor hun huis in Eesergroen met drie van hun kleinkinderen op de foto.
Jans en Antje 50 jaar gehuwd.
Jans en Antje Wijnhold.
Alle foto's; www.sloots.eu
Bronnen : Genlias, Drenlias
Hidde Wubs en Matje Strating.Hieronder volgen foto's en info van de familie van Hidde Wubs.
Persoonskaart van Hidde Wubs.Hidde Wubs is geboren op donderdag 17 januari 1884, zoon van Willem Hiddes Wubs en Klaasje (Berends) Bennink. Hidde is overleden op zondag 6 augustus 1972, 88 jaar oud. Hidde trouwde, 25 jaar oud, op zaterdag 10 april 1909 in Onstwedde met Matje Strating, 21 jaar oud. Matje is geboren op woensdag 18 januari 1888 in Valthermond, dochter van Eildert Strating en Mina Alting. Matje is overleden op donderdag 10 november 1927 in Odoorn, 39 jaar oud. Leeftijd bij belangrijke gebeurtenissen: 3 Broer Bernardus geboren (09-02-1887) 6 Broer Luken geboren (19-03-1890) 8 Broer Luken overleden (21-09-1892) 8 Zus Aaltje geboren (06-01-1893) 10 Vader overleden (08-12-1894) 12 Moeder trouwde met Jan Brouwer (04-04-1896) 15 Zus Wubke trouwde met Jan Kosmis (15-04-1899) 18 Moeder trouwde met Egbert Joosten (15-10-1902) 25 Trouwde met Matje Strating (10-04-1909) 26 Dochter Mientje geboren (11-08-1910) 28 Zus Wubke gescheiden van Jan Kosmis (24-04-1912) 29 Zoon Eildert geboren (22-02-1913) 30 Zoon Willem geboren (30-12-1914) 32 Dochter Klaassien geboren (19-02-1916) 38 Dochter Trijntje geboren (03-12-1922) 39 Dochter Trijntje overleden (02-02-1923) 40 Moeder overleden (15-03-1924) 43 Echtgenote Matje Strating overleden (10-11-1927) 46 Dochter Mientje trouwde met Jelle van Polen (09-05-1930) 47 Kleindochter Matje geboren (26-09-1931) 47 Kleinzoon Wander geboren (26-09-1931) 49 Zoon Eildert overleden (06-02-1933) 49 Kleindochter Trui geboren (05-10-1933) 51 Kleinzoon Hidde geboren (18-06-1935) 53 Dochter Klaassien trouwde met Jan Lutje (20-08-1937) 62 Kleindochter Willy geboren (28-09-1946) 65 Kleinzoon Jelle geboren (29-09-1949) 69 Zus Aaltje overleden (09-02-1953) 70 Kleindochter Matje trouwde met Barteld Plenter (12-11-1954) 72 Kleinzoon Wander trouwde met Hillechien Wijnhold (14-09-1956) 74 Kleindochter Trui trouwde met Hans Ensing (11-04-1958) 75 Zus Trijntje overleden (04-12-1959) 75 Zus Wubke overleden (15-01-1960) 80 Kleinzoon Hidde trouwde met Hada Sanders (06-11-1964) 82 Kleindochter Willy trouwde met Jan Brouwer (02-09-1966) Gegenereerd met Aldfaer versie 3.5.3 op 26-03-2008 22:41
Persoonskaart van Matje Strating.Matje Strating is geboren op woensdag 18 januari 1888 in Valthermond, dochter van Eildert Strating en Mina Alting. Matje is overleden op donderdag 10 november 1927 in Odoorn, 39 jaar oud. Matje trouwde, 21 jaar oud, op zaterdag 10 april 1909 in Onstwedde met Hidde Wubs, 25 jaar oud. Hidde is geboren op donderdag 17 januari 1884, zoon van Willem Hiddes Wubs en Klaasje (Berends) Bennink. Hidde is overleden op zondag 6 augustus 1972, 88 jaar oud. Leeftijd bij belangrijke gebeurtenissen: 9 maanden Broer Geert overleden (29-10-1888) 3 Broer Geert geboren (16-06-1891) 6 Zus Fokje geboren (04-05-1894) 6 Zus Fokje overleden (12-09-1894) 7 Broer Fokko geboren (24-07-1895) 21 Trouwde met Hidde Wubs (10-04-1909) 22 Dochter Mientje geboren (11-08-1910) 25 Zoon Eildert geboren (22-02-1913) 26 Zoon Willem geboren (30-12-1914) 28 Dochter Klaassien geboren (19-02-1916) 28 Broer Geert overleden (20-03-1916) 34 Dochter Trijntje geboren (03-12-1922) 35 Dochter Trijntje overleden (02-02-1923) Gegenereerd met Aldfaer versie 3.5.3 op 26-03-2008 22:43
Hidde Wubs pijprokend tussen de bloemen.Lokatie en datum obekend.
Foto: privé bezit: fam J.van Polen
Hidde Wubs wederom pijprokend voor het huis van zijn dochter Mientje in Tweede-exloërmond.
Foto: privé bezit: fam J.van Polen
Hidde Wubs opoudere leeftijd.
Foto: privé bezit: fam J.van Polen
Kinderen van Hidde Wubs en Matje Strating;van links naar rechts; Klaasje, Lammie, Willem, Matje en Mientje.
Foto: privé bezit: fam J.van Polen
Hiernaast afgebeeld de dochter van Hidde Wubsen Matje Strating;Matje Wubs en haar man Auke Kuipers.
Lokatie onbekend, jaar onbekend.
Foto: privé bezit: fam J.van Polen
Hiernaast afgebeeld de dochter van Hidde Wubs en Matje Strating;Klaasje Wubs en haar man Jan Lutje.
Foto: privé bezit: fam J.van Polen
Hiernaast afgebeeld de dochter van Hidde Wubs en Matje Strating;Lammie Wubs en haar man Appie Potze.samen met hun kinderen; Hidde, Mina en Martje.
De moeder van Hidde Wubs is drie keer getrouwd geweest: haar naam was Klaasje Bennink.Klaasje (Berends) Bennink; dochter van Berend Jans Bennink (predikant) en Janna Zwiers :geboren 5 oktober 1856 te Haren, overleden 15 maart 1924 te Exloermond (Odoorn). Zij trouwde 15 okt 1902 te Anloo met Egbert Joosten, geboren 1857 te Sappemeer, overleden na 1924. Zij trouwde 4 april 1896 te Onstwedde met Jan Brouwer, geboren 1827 te Nieuwe Pekela overleden 27-05-1897 te Stadskanaal 70 jaar oud.Zij trouwde 18 maart 1875 te Onstwedde met Willem Hiddes Wubs, zoon van Hidde Wubs en Wubke Grellinggeboren 19 mei 1845 te Onstwedde overleden 08-12-1894 50 jaar oud.Kinderen: 1- Hidde Wubs geboren 10-12-1875 overleden 14-03-1876 te Mussel2-Trijntje Wubs geboren 29-01-1877 Trijntje Wubs; geboren 1877 te Onstwedde.Zij trouwde 15 april 1899 te Onstwedde met Jan Strating, geboren 1876 te Onstwedde. Kinderen: 1896: Willem Harm Strating 3-Wubke Wubs geboren 21-02-1879Wubke Wubs; geboren 1879 te Onstwedde, overleden na 1938.Zij trouwde (1) 15 april 1899 te Onstwedde, gescheiden 24 april 1912 met Jan Kosmis, geboren 1880 te Onstwedde. Kinderen: 1900: Reintje Kosmis Zij trouwde (2) 7 nov 1913 te Odoorn met Egbert Piel, geboren 20 dec 1875 te Schoonloo (Rolde), overleden 20 okt 1938 te Valthermond (Odoorn).4-Hidde Wubs geboren 20-09-1881 overleden 06-11-1883 te Onstwedde5-Hidde Wubs geboren 17-01-1884 overleden 06-08-1972 (mijn overgrootvader)Hidde Wubs; geboren 1884 te Onstwedde.Hij trouwde 10 april 1909 te Onstwedde met Matje Strating, geboren 1888 te Odoorn.6-Bernardus Wubs geboren 1887Bernardus Wubs; geboren 1887 te Onstwedde.Hij trouwde 30 maart 1918 te Vlagtwedde met Antje Prins, geboren 1868 te Vlagtwedde.7-Luken Wubs geboren 19-03-1890 overleden 21-09-1892 te Weerdingermond8-Aaltje Wubs geboren 1893Aaltje Wubs; geboren 1893 te Vlagtwedde.Zij trouwde 17 feb 1917 te Onstwedde met Freerk de Bruin, geboren 1891 te Achtkarspelen, overleden 2 juni 1941 te Borger. Kinderen: 1927: Freerk de Bruin 1935: NN de Bruin 1917: ? de Bruin bron:http://home.hetnet.nl/~mibn/stamboom/gjh/gjhgenealogy.htm#I1712
Foto: privé bezit: fam J.van Polen
Afgebeeld is Wubke Wubs.Zij was de zus van Hidde Wubsen de dochter van: Willem Wubs en Klaasje Bennink.Geboren: 21-2-1879 te Onstwedde; Geloof: Gereformeerde Kerk Beroep: Arbeidster Trouwt te Onstwedde op 15-4-1899 met Jan Kosmis, geb. ca. 1880 te Onstwedde Beroep: Arbeider, zoon van: Egbert Kosmis (arbeider) en Reintje Ulrichs Echtscheiding: 24-4-1912 te Winschoten. Kind, geboren in te Weerdingerveen (Emmen): Reintje Kosmis, geb. 9-5-1900 Woonplaats ouders: Onstwedde. Kind, geboren in Westfalen (D): Willem Kosmis, geb. 2-3-1902 Vertrekt op 16-5-1913 naar de gemeente Amsterdam. Kind, geboren in de gemeente Onstwedde: Henderika Harmina Kosmis, geb. 22-7-1912Ambtshalve uitgeschreven januari 1919 [?]. Woonadressen: Wubke komt, gescheiden, met de kinderen op 18-12-1912 vanuit de gemeente Onstwedde. 'Bevolkingsregister Emmen: 1904 - 1917: Emmer-Erfscheidenveen EA 48 Wubke vertrekt op 17-7-1913 naar de gemeente Odoorn. 'Bron: Gemeente-archief Emmen / Gen-Lias en Dren-Lias'
Persoonskaart van Wubke Wubs.
Wubke Wubs is geboren op vrijdag 21 februari 1879 in Musselkanaal, dochter van Willem Hiddes Wubs en Klaasje (Berends) Bennink. Wubke is overleden op vrijdag 15 januari 1960 in Odoorn, 80 jaar oud. Wubke: (1) trouwde met Egbert Piel. Egbert is geboren op maandag 20 december 1875 in Rolde. Egbert is overleden op donderdag 20 oktober 1938 in Odoorn, 62 jaar oud. (2) trouwde, 20 jaar oud, op zaterdag 15 april 1899 in Onstwedde met Jan Kosmis, 20 jaar oud. De ontbinding van het huwelijk werd uitgesproken op woensdag 24 april 1912 in Winschoten (Scheiding). Jan is geboren op de 5e van een onbekende maand in 1879 in Onstwedde. Jan is overleden op woensdag 13 november 1957, 78 jaar oud. Leeftijd bij belangrijke gebeurtenissen: 2 Broer Hidde geboren (20-09-1881) 4 Broer Hidde overleden (06-11-1883) 4 Broer Hidde geboren (17-01-1884) 7 Broer Bernardus geboren (09-02-1887) 11 Broer Luken geboren (19-03-1890) 13 Broer Luken overleden (21-09-1892) 13 Zus Aaltje geboren (06-01-1893) 15 Vader overleden (08-12-1894) 17 Moeder trouwde met Jan Brouwer (04-04-1896) 20 Trouwde met Jan Kosmis (15-04-1899) 21 Dochter Reintje geboren (?-09-1900) 23 Moeder trouwde met Egbert Joosten (15-10-1902) 26 Dochter Klaasje geboren (06-02-1906) 30 Broer Hidde trouwde met Matje Strating (10-04-1909) 33 Gescheiden van Jan Kosmis (24-04-1912) 45 Moeder overleden (15-03-1924) 50 Dochter Klaasje trouwde met Augulius Spreeuwers (20-09-1929) 59 Echtgenoot Egbert Piel overleden (20-10-1938) 73 Zus Aaltje overleden (09-02-1953) 78 Ex-echtgenoot Jan Kosmis overleden (13-11-1957) 80 Zus Trijntje overleden (04-12-1959) Gegenereerd met Aldfaer versie 3.5.3 op 26-03-2008 22:39
Afgebeeld is is Hendrik Piel.Hij was de zoon van Wubke Wubs en haar eerste man Egbert Piel .Het stel had vier kinderen; Hendrik Piel Aaltje Piel Henderika Piel Willem Piel
Afgebeeld is Klaasje Kosmis.Ditwas een dochter van Wubke Wubs en haar tweede man; Jan Kosmis.De man naast haar is Egbert Joosten.Dit was de derde man van Klaasje Bennink. geboren 1857 te Sappemeer, overleden na 1924.Klaasje staat hier op de foto met haar "stiefopa"
Afgebeeld weer Klaasje ( dochter van Wubke Wubs) en haar man Augulius Jan Spreeuwers.Klaasje Kosmis is geboren op 06-02-1906 in Groningen, dochter van Jan Kosmis en Wubke Wubs. Klaasje is overleden 4 augustus 1985 te Exloermond (Odoorn)Klaasje trouwde, 23 jaar oud, op 20-09-1929 in Exloo met Augulius Jan Spreeuwers, 25 jaar oud.Augulius is geboren op 14-02-1904 in Weerdingermond, zoon van Derk Spreeuwers en Anna Santing. Augulius is overleden 11 september 1990 te Exloermond.
bron: Genlias
Graf Klaasje Kosmis en Augulius Spreeuwers (2e Exloermond)
Afgebeeld twee zussen van Hidde Wubs; Wubke (links) en Aaltje (rechts)Aaltje Wubs is geboren 6 januari 1893 te Musselkanaal.Overleden9 februari 1953 te Musselkanaal.
Foto: privé bezit: fam J.van Polen
Afgebeeld zijn twee zussen van Hidde Wubs; Aaltje (links ) Wubke (rechts) de rechterpersoon is onbekend.
Foto: privé bezit: fam J.van Polen
Afgebeeld zijn de zus van Hidde Wubs; Trijntje Wubs en haar man Jan Strating.Trijntje isgeboren 29 januari 1877 te Musselkanaal, en overleden 4 december 1959.Bron Burgerlijke stand - Huwelijk Archieflocatie Groninger Archieven Algemeen Gemeente: Onstwedde Soort akte: Huwelijksakte Aktenummer: 29 Datum: 15-04-1899 Bruidegom Jan Strating Geboorteplaats: 1876 te Onstwedde Bruid Trijntje Wubs Geboorteplaats: Onstwedde Vader bruidegom Eildert Strating Moeder bruidegom Mina Alting Vader bruid Willem Wubs Moeder bruid Klaasje Bennink Nadere informatie beroep bruidegom: arbeider; beroep vader bruidegom.: arbeider; bruidegom 23 jaar; bruid 22 jaar; Wettiging 1 kindFoto: privé bezit: Bertil Strating
bron: Genlias
Afgebeeld in 1927 de kinderen van Jan Strating en Trijntje Wubs-Strating.
2e rij van onderen 1e van rechts; Bernard Strating, daarnaast zus Lammechien Strating.
Hier wordt het Julianafeest gevierd in 1927.
Met dank aan Bertil Strating voor deze mooie foto.
Hiernaast afgebeeld het gezin van Jan Strating en Trijntje Wubs.Janwas de broer van Matje Strating en Trijntje was de zus van Hidde Wubs.Hier afgebeeld met hun kinderen; Tjapko, Freerk, Hidde, Eildert, Bernhard, Mina, Klaasje, Lammechien en Willem-Harm.
Foto: privé bezit: Bertil Strating
Nogmaals afgebeeld het gezin vanJan Strating en Trijntje Wubs.Nu met hun aangetrouwde schoonzoons- en dochters.
Vrouw met witte bloes: Catharina Scheper, daar achter (links) haar man Bernhard Strating.
Foto: privé bezit: Bertil Strating
Afgebeeld Jan Brouwer;hij was de halfbroer van Hidde Wubs.De moeder van Hidde Wubs (Klaasje Bennink) was drie keer getrouwd. Dit is de zoon van haar tweede man; Jan Brouwer, hiernaast dus Jan jr.
http://oudnieuwsuithetnoorden.web-log.nl/ HISTORISCHE KRANTENBERICHTEN DATABASE VAN HET NOORDEN
Hieronder verdere familie van Matje Strating; de vrouw van Hidde Wubs.
Boven afgebeeld twee foto's van hoogstwaarschijnlijk dezelfde persoon, Fokko Strating, hij was de broer van Matje Strating.Fokko Strating, geboren te Musselkanaal op 24 juli 1895, overleden te Almelo op 21 mei 1978. Hij is getrouwd te Vlagtwedde op 25 januari 1917 met Jantje Vos, geboren te Valthermond op 20 juni 1892, dochter van Lucas Vos en Grietje Kamst.
Foto: privé bezit: fam J.van Polenbron;genealogie van de familie Strating in Pekela en Winschoten.
Afgebeeld FokkoStrating en zijn vrouw Jantje Vos.Dit was de broer van Matje Strating.
Foto: privé bezit: fam J.van Polen
Dit is hoogstwaaschijnlijk Tjapko Strating een broer van Matje Strating.Geboren 18 september 1884 te Exloërveen.Overleden 4 februari 1952 te Zuidlaren.
Foto: privé bezit: fam J.van Polen
Regelmatig nieuwe foto´s en updates.Gevraagd nieuwe foto´s en info over de familie Wubs.
Hieronder een aantal schoolfoto's uit vervlogen tijden.
De meeste foto's zijn voorzien van een vergrootknop.Als je de foto bekijkt, klik je één keer dubbel, je krijgt dan een nieuw scherm, even wachten en er verschijnt dan rechtsonder een icoontje (zoals hieronder)
daar dan op klikken en de foto wordt nu sterk vergroot weergegeven.n.b.( het kan een paar seconden duren voordat het icoontje verschijnt)
Mientje Wubs komt hier samen met haar school op de foto in ongeveer 1916.Afgebeeld is de Christelijke school te Musselkanaal.Rechts meester Meinders.Op het bordje is nog vermeld no.8.Onbekend of hiermee de school of de klas word bedoeld.Mientje staat links naast de onderwijzeres met mooi matrozenblousje.De derde van Mientje naar links is haar broertje Eildert.
Verderenamen zijn: onderste rij; 1e linksKo Strating, 3e links Hidde Strating, geheel rechts Sientje de Bruin( Klazientje)2e rij van onderen; 1e links BernardjeStrating.
In 1920 verhuizen de ouders van Mientje naar Tweede-ExloërmondOp 15 juni 1920 komt Mientje Wubsachter de Eben-Haëzer op de foto met haar school.Mientje staat 2e rij van boven 6e van linksBroertje Eildert staat onder Mientje links.Uiterst links: Juf Peters,daarnaast meester H.Heijs.Rechts meester Feringa.
Verdere namen zijn: 2e rij van boven; 7e links Griet Levinga (Talens) 9e links Jo Winter 10e links is Be Drenth. 3e rij van boven; 4e links Eildert Wubs onderste rij kind met lei is een dochter van Meester Heijs.
De foto is genomen voor de Eben-Haëzer aan het Zuiderdiep te Tweede-Exloërmond; ongeveer 1923Onderste rij; uiterst rechts Eildert, naast hem Mientje,dan Klaasje en dan Lammie WubsDe man rechts met snor is meester Heijs.Links van hem Juf Smallenbroek. Links meester Meinders,naast hem Juf Peters.
Afgebeeld in 1927 de kinderen van Jan Strating en Trijntje Wubs-Strating; dit zijn de volle nicht en neef van Mientje Wubs.2e rij van onderen 1e van rechts; Bernard Strating, daarnaast zus Lammechien Strating Hier wordt het Julianafeest gevierd in 1927. Foto: privé bezit: Bertil Strating
In1930 komt Annie Dilling met haar school op de foto; School Oost in Eerste-Exloërmond.Ze staat links 3e rij van onderen.Haar broer Geert zit onderaan links.Boven Geert staat broer Harm, en zus Lammie Dilling staat rechts (met witte stropdas) daar weer naast.Meester Hangelbroek (met hoed) dan Juf Hangelbroek, links Juf Wezeman.
Omstreeks 1931 verhuizen de ouders van Annie Dilling naar Nieuw-Buinen.Ze komt dan ook hier met haar nieuwe school op de foto.School 15 Noorderdiep te Nieuw-Buinen.Annie zit op de onderste rij 2e van links.Rechts (is waarschijnlijk) Meester Aardema,Aan de linkerkant vinden we Juf Dik.
Het is 1934, Annie Dilling komt op de foto met school 15 te Nieuw-Buinen.Annie staat op de 2e rij van boven 2e van rechts met gestipt jurkje.Ook aan de rechterkant Juf Dik.De naam van de meester links is onbekend.
Omstreeks 1934 komt Harm Sloots op de foto bij school 75 te Nieuw-buinen.Van links naar rechts, en van boven naar beneden:Meester Bakker, O.Groenhof,G.Kruit, H.Langenburg, N.Nijhof, mijn schoonvader H.Sloots, T.Marissen, H. Heuving.Tweede rij: J.Heutingh, J.Alfering, H.Aikens, T.Middeljans, J.Alberts, T.v.d.laan, S.Broeksema, G.Timmermans, J.Pranger,R.Hoving, B.Kort, L.Timmermans, G.Woldering, A.Niezing, S.Alberts, L.Hebels, J.Moek, en T.Boekholt.
In het jaar1938 komt de schoolfotograaf in Tweede-Exloermond op bezoek, het is school "West" aan het Zuiderdiep waar hij de kinderen fotografeert.Vier jaar voordat een grote brand het schoolgebouw ruïneert komt Wander van Polen met zijn school op de foto.Wander van Polen zit 2e rij van onderen 12e van links(met brilletje)Zijn broer Hidde zit helemaal onderaan 13e avn links ook met brilletje.Ook zussen Matje en Trui staan op deze foto; tweede rij van boven: 10e van links Matje van Polen.Zus Trui staat tweede rij 7e van links.Onderste rij 6e van rechts; Barteld Plenter (gehuwd met Matje van Polen)
Onderwijzend personeel;tweede rij van boven en dan uiterst links juf Everts, daarnaast juf Biel.Derde rij van boven: derde van rechts meester Kooistra, dan juf Hogenkamp en als laatste uiterst rechts vinden we meester Hogenkamp.
Wander van Polen zit op de tweede rij van onderen, 3e links ( met brilletje)Onderaan helemaal rechts vinden we broer Hidde ( met brilletje)Bovenste rij 4e van links Matje van Polen.en tenslotte bovenste rij uiterst links Trui van Polen.
Het is 1941 in Ees.Hilly Wijnhold komt samen met haar klas op de foto.Hilly staat op de tweede rij van boven als 4e rechts.Bovenaan 2e van rechts is Meester Smit.
Alle foto's; www.sloots.eu
Louis Albert Roessingh (1873-1951)
De dichter en schilder Louis A. Roessingh is in 1873 geboren in Assen, daar heeft hij ook Drents geleerd.Hij was de zoon van de president van de arrondissementsrechtbaank in Assen,Izaac Roessingh en Trijntien Bouwina Homan.
Hij heeft eerst de HBS in Assen doorlopen en daarna een opleiding aan de Academie der Schoone Kunsten in Antwerpen.Tijdens een fietstocht ontdekte hij Elp.Hij liet er een huis bouwen dat hij de Zandhof noemde.In de Eerste Wereldoorlog was het een toevlluchtsoord voor Roessingh.In latere jaren groeide de Zandhof uit tot een kasteeltje.In Elp schilderde hij het landschap en de mensenHij woonde tegenover de schilder Reinhart Dozy.Na 1910 woonde hij afwisselend in Antwerpen en Elp en begon ook te dichten in het Drents.Hij schreef kleine gedichten an maar drie of vier strofen van vier regels met korte regels.Zijn taal is zuiver en in Belgie komt hij onder invloed van Guido Gezelle.Hij is overleden in 1951 en begraven in Westerbork.
Gien tied’t aole Jaansie reup mij binnenin zien aole plaggenkeet.’k Zee hum - ’k mus toch waat verzinnen -:“’k Heb ’t te drok, ‘k kan ’s mörgens neet!”Laoter, oet mien koetsewaogen,Zaag ‘k hum staon waer veur zien keet.’t waas, of ie waer waat wol vraogen,‘k reup aal vaast: “’k Kan ’s aovends neet!”’t Jaansie hebt ze nou begraoven. ‘k Kan wel raeren van de spiet.kiek, de Dood met aal zien draoven,Die vun toch nog wàl de tied…
Louis A. Roessingh
De ekkelAs jongchien he'k een ekkel peut,Een vieftig jaor verleden.De iek is nou in volle gruiEn ik zin old op 't heden.Hij gef mij skoeling in de hofEn stoef an hoes wat lommer,As ik daor op mien baankien zitIn d'hette van de zommer.Zo zòrgt hij veur zien potertien.Hoe zal ik hum bedaanken!Hij, dee in 't lest ja alles gef,Tot zulfs mien hoesholdplaanken!potertien = het jochie dat de eikel poottehoesholdplaanken = eiken planken voor de doodskistUit: Stoefzandeen bundel tekeningen en gedichten van L.A. Roessingh,Stichting Het Drentse Boek, Zuidwolde, 1988
HaarfstnaachtLaangs de bossem van de heerdMet zien oetgedeufde kolenGlidt van d’egge stil de maonmaank de lange riegel stolen.Lege stolen, dee daor waachtop de mensken, dee neet kommen.In de hof, in ’t bleke locht,Kwient en staarft de leste blommen.O, dee kaolde zulvern naacht!As daor ale dingen zwiegen;En de leste appel vaaltOet de kale zwaarte twiegen.Uit: ’t Diggelhoes (1948) van L. A. Roessingh (1873 - 1951)
MeitiedVandaag bin’k even de es opgaonIk kun ’t in hoes niet holdenEr was zo wat, ik weet niet wat,Daj even naor boeten wolden…De locht was blauw, de rogge gruunDe proemeboom die bluide,En in mij was wat kriebeligs,Dat ok naor boeten gruide…Ik heb een hiele tied daor lopenDaor maank dat altied neie.Doe wa’k weer rustig en tevreeBedoelt ze dat met Meie?Harm Koops - Drent in de vrömde
’t Is meieDe zudenwiend is ’s nachens weer ekomenen drenkt hiel liedzem ’t grunend bladen uut de riekdom van bluiende bomengeurt riepe blossems over ’t glimmend pad.Het boerenwark vrag weer um veule haandenals is het vee haost overal in ’t laanden stiet de zunne op de nes te braandenen is het roegste misschien al an kaant.De warme dauw trekt ’s aovends over d’heide,hangt in de sleggen waor de brem grel bluit.Over ’t frisse gruun van jonge weideheur ik een liester die nog late fluit.Bart van Oosteringh - Blossems in de lijte
“Twaide Mond”Donkere wolkn boovn broene haaide’n Onofzainboar dood en donker veldAin roege vlakte waor de duvel waaideen widde wievn woondn, zo wuir der verteld.Maor der kwaamn kerels, de kop vol mit plannenDai was dai roegughaaid slecht naor ’t zinZe bedochtn zok nait, maor speiden zuk in d’hannEn do, do ging de schobbe der in. Zai gruivn de splittens, ’t daip en de wieknZai vochtn mit ’t veenOnverzeddelk en tooi.as de duvel er nog was, luit e dat nait bliekn.Hai was bange veur dai zwaiteruge kerelsin heur hemden van rood booi.Nou is ’t veen vergraovn, de törf is verbraand.
allemaol deur ’t waark van dai kerels van staol.Zai naamn ’t veen, maor ze luitn ons laand’t Rieke laand tussen Hondsrug en Knaol.
Beene Dubbelboerbron; 200 jaar Veenkoloniën van Borger en Odoorn
Oude venenDe nevels trekken een dun hemdover de lege windloze landen.Volk geknield bij schepelsmandenheeft zich de aarde toegewend.Het vale blauw van karren dempthet licht. Resten dood loof brandener laag. Rook veegt langs akkerrandenals schril een hoorn de middag schendt.Aan het hekwerk zet een vrouw zich schrapen keert de brug in ruggelingse stap,grijs spant het jak boven haar schoot.Over het schuimspoor na de stevenschuift zij de weg recht, huivert evenom het diep zwart achter de zwarte boot.Roel BrouwerOet: Aangaande gras
Afscheid.Niet zonder afscheid mageen mens van d'ander gaan,
Niet zonder even oog in oogen hand in hand te staan.--Die gaat... ik wenk en wenk en staen in 't gemoed trilt 't lang nog na....
...Ook al blinkt mij zijn oognooit en nooit meer tegenDat laatste warme woorddat blijft voor 't leven zegen.Geert Teis.
Gerhard Willem Spitzen ( GeertTeis)(Stadskanaal 13 november 1864 – Ruurlo, 13 maart 1945) was een Nederlands schrijver en dichter in de Groningse taal.
Gerhard Willem Spitzen is beter bekend geworden onder zijn schrijversnaam Geert Teis Pzn, een anagram voor Geert Spitzen. Hij werd op 13 november 1864 te Stadskanaal geboren en groeide daar ook op. Na zijn kweekschoolopleiding in 's-Hertogenbosch werd hij leraar Duits en Nederlands. Hij is vooral bekend geworden door het schrijven van poëzie, verhalen en toneelstukken in het Gronings.Bekende gedichten van hem zijn onder andere het Gronings volkslied "Van Lauwerszee tot Dollard tou" en de "Knoalster Lorelei" met de bekende regels: "Ik wait nait, wat zel 't toch beduden, dat ik zo miesderig bin". Een toneelstuk van zijn hand, dat veel in het Gronings is opgevoerd, is "Dizzepie-dizzepu".
Daarnaast ontpopte Spitzen zich als een belangrijk promotor van de Groningse taal. Hij werd in 1918 redacteur van het nieuwe maandblad van de vereniging "De Grönneger Sproak". Het is zijn verdienste geweest, dat hij de diverse tijdschriften voor de Groninger taal en cultuur wist te bundelen in een nieuw tijdschrift "Groningen" een geïllustreerd maandblad voor geschiedenis, volkstaal, kunst, industrie en landbouw,waarvan Spitzen zelf de eerste hoofdredacteur werd.
Spitzen woonde het grootste deel van zijn leven in diverse plaatsen buiten de provincie Groningen. Hij trouwde op 20 december 1894 met zijn vroegere buurmeisje Jantina Brouwer uit Stadskanaal. Uit dit huwelijk werd in 1896 een zoon geboren, de latere secretaris-generaal van Verkeer en Energie. Spitzen overleed nog voor het einde van de Tweede Wereldoorlog in 1945 in het Gelderse Ruurlo.
Op 't kerkhof
Eén blif veur aait allén,de aandern goat weer hen.Zie loopt in 'n lange rijd' collectebus veurbijnaor 't hek, met as portierde dood. Hie glop naor 't volk en gnis:Wet, wel 't eerste bij hum is.A. Doedens
Wilde jachtHet spoekt op de heide; daor gun in het veld,Daor heur ij de hond’n, die bleekt met geweld.A’j lustert… a’j rondkiekt; dan weet ij het wal:Een troep wilde jaogers met horengeschal.De peerde, die trappelt; zie guntert en snoeft.De kerels, die jaogt, dat ze klettert en stoeft.Zie soest deur de wolken, zie riedt in de sprong.Daor hoog in de locht; al begriep ij ’t niet jong.Dat volk giet oet jaog’n met raozend geweld;Daor is heur en tied van weerumkomm’n steld.Zie moet zuk wal haost’n; want gauw giet de tied.As zie niet te sprong doet, dan haolt zie het niet. –Het kraokt in de boo’n en wild boest de wind;Roeg jaogt de wolk’n die toestereg zint.A’j goed loert, dan zie’j hum – maor lang niet elkien,- Daor is haost gien staarfling, die Wodan kan zien. -
J.H. Bergmans-Beins
Ons volk is bròkkel, stroef en kold,
Net as zien haarde kloeten.
Moar ’t beste is noar binnen vold,
De roegste kaant zit boeten.
Ons volk is moar wat sloom en sloer,
Nait gauw op gang te kriegen,
Het proaten vaalt ons hail slim stoer,
Wie kennen beter zwiegen!
Ons volk is lopend, vaierkaant,
Ien proaten en bewegen,
Is enkeld thoes op aigen laand,
Doarboeten stil, verlegen…
Ons volk is waarkzoam, doem op puut,
Nait börgen, vot betoalen,
Zwoar schrippen veur ’n schiere huut
En zoo moar ’t endje hoalen…
Ons volk is toai as noagelholt.
Ien dizze stoere tieden
Krigt het nait gauw de vouten kold;
Het kèn ’n knovvel lieden!
Ons volk leeft meer noar binnen tou,
Goan ie doarien aan ’t plougen,
Den zai je doar zien groote trouw
Aan laand en volk en lougen.
Hou wieder weg van ’t olle stee,
Hou wènsteger ze bennen!
Doarom den, volk van overzee,
Kom weer! Zo gauw ie kennen!!!
Jan Boer
Genealogie.Het is heel interessant om in het verleden te kijken, onderzoek te doen naar voorouders.Maar het is niet altijd gemakkelijk om informatie te vinden, we hebben nu wel het Internet.Tegenwoordig wordt nogal eens gedacht:"Een paar uur achter de computer, wat zoeken, knippen en plakken en m'n stamboom is af." Vergeet het maar, je moet zelf aan het werk. Internetgegevens kan je gebruiken als een tip of startpunt voor je eigen onderzoek. De Burgerlijke Stand is in het grootste deel van Nederland ingevoerd op 18 augustus 1811 door Napoleon Bonaparte.Hij deed dit niet uit altruïsme maar om o.a. de dienstplicht ten behoeve van zijn leger beter te kunnen afdwingen en om een efficiëntere belastingheffing in te voeren.Deze Burgerlijke Stand is een belangrijke informatiebron voor mensen die aan stamboomonderzoek doen, hiervoor is het project Genlias opgezet om deze gegevens digitaal beschikbaar te stellen, en tevens van groot belang voor allerlei andere onderzoeken. Voor gegevens uit de Burgerlijke Stand gelden beperkingen aan de openbaarheid om de privacy van nog levende personen te beschermen. Voor geboorteaktes geldt in Nederland een openbaarheidsbeperking van 100 jaar, voor huwelijksaktes 75 jaar en overlijdensaktes 50 jaar. Bij de invoering werd iedere Nederlandse burger (in Noord en Zuid) die nog geen vaste achternaam had, verplicht er een te kiezen. Bij wijze van protest tegen deze opgelegde regel besloten sommigen, voornamelijk in het Noorden, een belachelijke achternaam te kiezen in de verwachting dat deze 'burgerlijke stand' na de Franse bezetting toch niet meer van belang zou zijn. Zonder erbij stil te staan dat de opvolgers van de Fransen deze administratieve vernieuwing wel eens over konden nemen zadelden ze hun nageslacht met een bizarre achternaam op.
Privacy: Wilt u om privacy redenen uw gegevens en/ of fotos' niet vermeld zien, laat het mij dan even weten zodat ik ze kan verwijderen.
http://www.stamboomsurfpagina.nl/namen.html
.
Om te beginnen... Verzamel alle gegevens uit trouwboekjes, paspoorten, bidprentjes, diploma's, fotoalbums, poezie-albums, persoonsbewijzen, akten etc. Noteer datum, plaats, adres, geboorte, doop, huwelijk, overlijden, begraafplaats, beroep, eventueel crematie en scheiding. Ga met deze gegevens naar familieleden, ook naar ooms en tantes, oudooms en oudtantes, en noteer de familieverhalen. Bestudeer de handleidingen op genealogisch gebied. De boeken en brochures kunt u kopen bij diverse verenigingen en boekhandelaren, of u raadpleegt ze bij bibliotheken of archieven. Zelfs geoefende genealogen lezen nog regelmatig boeken en naslagwerken over genealogie om ideeën op te doen.
Genealogische zoekmachines:
www.genlias.nl www.drenlias.nl http://www.stamboomsurfpagina.nl/genzoek.html http://www.stamboomsurfpagina.nl/gensurf.html http://www.familytreeseeker.com/?l=nlhttp://www.meertens.knaw.nl/nfd/ http://www.searchforancestors.com/google/searcher.html http://www.ancestry.com/default.aspx http://www.geneanet.org/http://www.familysearch.org/eng/paf/
tenslotte nog een heel leuke site: http://oudnieuwsuithetnoorden.web-log.nl/allemaal nieuws uit oude kranten
Bronnen: Wikipedia
Hendrik, overledene ook van Polen; beroep: stoelenmatter; beroep moeder: zonder; is overleden 14 september 1886 in Kloosterveen (Smilde).
Kinderen:
1 Wander Pool, geboren 2 februari 1871 in Bovensmilde (Smilde), overleden 21 februari 1871 in Bovensmilde (Smilde). 2 NN Pool geboren 25 juni 1872 in Smilde, overleden 25 juni 1872 in Smilde
3 Feikje van Polen, geboren 13 juni 1873 in Bovensmilde (Smilde).Feikje trouwt 1 maart 1901 in Smilde met Hendrik Oosting, geboren 18 mei 1867 in Hoogersmilde (Smilde), zoon van Willem Oosting, arbeider, en Hendrikje Jonker.Hendrik, arbeider, is overleden 16 december 1907 in Kloosterveen (Smilde).Feikje van Polen hertrouwt 5 maart 1909 in Smilde met Hendrik Karst, geboren 29 april 1867 in Kloosterveen (Smilde), zoon van Roelf Karst, arbeider, en Stiena Dooren. Feikje was weduwe van Hendrik Oosting.Feikje is overleden 16 april 1943 in Smilde; Hendrik is overleden 22 juli 1947 in Assen, wonende in Smilde.
4 Wander Pool, geboren 6 februari 1875 in Bovensmilde (Smilde), overleden 9 september 1875 in Bovensmilde (Smilde).
5 Wander van Polen, geboren 23 oktober 1876 in Bovensmilde (Smilde).Wander trouwt 15 juni 1901 in Smilde met Geertruida Doek, geboren 4 september 1880 in Exloërmond (Odoorn) als Geertruida Breedveld, dochter van Fennechien Breedveld. (De geboorteakte vermeldt: wettiging door Hendrik Doek en Fennechien Breedveld; Odoorn 16-10-1885.)Wander was 1901 - 1923 arbeider.Wander en Geertruida woonden 1901 - 1910 in Kloosterveen (Smilde), 1917 - 1923 in Exloërmond (Odoorn).6 Hendrikje van Polen,geboren 30 september 1879 in Bovensmilde, Overlijdensdatum: 02-02-1886 Overlijdensplaats: Kloosterveen (Smilde) oud: 6 jarendochter van Hendrik van Polen beroep: stoelenmatter en Jeltje Bremer.
antien. Henderkien Wijnhold Geslacht: V Vondeling: N Geboorted Andries Hendriks Pool is geboren in januari 1775 in Hoogeveen. Andries is overleden op woensdag 13 september 1848 in Hoogeveen, 73 jaar oud. Andries trouwde met Geertje Lukas (lucas) (Geertien) Schaap.. Geertien is geboren op zondag 22 januari 1775 in Hoogeveen, dochter van Lucas Jacobs Schaap. en Annigje Harms.. Geertien is overleden op woensdag 13 september 1848 in Hoogeveen, 73 jaar oud. Leeftijd bij belangrijke gebeurtenissen: 26 Zoon Hendrik geboren (1801) 29 Zoon Lukas gedoopt (19-03-1804) 34 Zoon Warner geboren (02-08-1809) 37 Dochter Annechien geboren (07-01-1812) 43 Zoon Jan geboren (04-09-1818) 56 Zoon Hendrik overleden (20-12-1831) 64 Zoon Warner trouwde met Aaltje Karsten (25-10-1839) 68 Kleinzoon Hendrik geboren (21-02-1843) 73 Echtgenote Geertien Schaap. overleden (13-09-1848) Warner (Warnder of Wander) Pool is geboren op woensdag 2 augustus 1809 in Zwartsluis, zoon van Andries Hendriks Pool en Geertje Lukas (lucas) (Geertien) Schaap.. Warner is overleden op vrijdag 9 december 1853 in Smilde, 44 jaar oud. Warner trouwde, 30 jaar oud, op vrijdag 25 oktober 1839 in Smilde met Aaltje Hendriks Karsten, 23 jaar oud. Aaltje is geboren op vrijdag 25 oktober 1816 in Smilde, dochter van Hendrik Egberts Karsten en Marchien Jans. Koers. Aaltje is overleden op vrijdag 20 juli 1888 in Smilde, 71 jaar oud. Leeftijd bij belangrijke gebeurtenissen: 2 Zus Annechien geboren (07-01-1812) 9 Broer Jan geboren (04-09-1818) 22 Broer Hendrik overleden (20-12-1831) 30 Trouwde met Aaltje Karsten (25-10-1839) 33 Zoon Hendrik geboren (21-02-1843) Hendrik van Pool (ook van Polen) is geboren op dinsdag 21 februari 1843 in Diever, zoon van Warner (Warnder of Wander) Pool en Aaltje Hendriks Karsten. Hendrik is overleden op dinsdag 14 september 1886 in Smilde, 43 jaar oud. Hendrik trouwde, 27 jaar oud, op zaterdag 17 september 1870 in Smilde met Jeltje Bremer, 21 jaar oud. Jeltje is geboren op zaterdag 30 juni 1849 in Assen, dochter van Hendrik Bremer en Feikje Veenman (Veneman). Jeltje is overleden op vrijdag 25 februari 1898 in Smilde, 48 jaar oud. Leeftijd bij belangrijke gebeurtenissen: 10 Zus Jantje geboren (03-12-1853) 10 Vader overleden (09-12-1853) 27 Trouwde met Jeltje Bremer (17-09-1870) 27 Zoon Wander geboren (02-02-1871) 28 Zoon Wander overleden (21-02-1871) 29 Zoon levenloos geboren (25-06-1872) 30 Dochter Feikje geboren (13-06-1873) 31 Zoon Wander geboren (06-02-1875) 32 Zoon Wander overleden (09-09-1875) 33 Zoon Wander geboren (23-10-1876) 36 Dochter Hendrikje geboren (30-09-1879) Wander van Polen is geboren op maandag 23 oktober 1876 in Smilde, zoon van Hendrik van Pool (ook van Polen) en Jeltje Bremer. Wander is overleden op dinsdag 8 december 1959, 83 jaar oud. Wander trouwde, 24 jaar oud, op zaterdag 15 juni 1901 in Smilde met Geertruida DOEK, 20 jaar oud. Geertruida is geboren op dinsdag 14 september 1880 in Odoorn, dochter van Hendrik DOEK en Fennechien Breedvelt. Geertruida is overleden op donderdag 6 september 1962, 81 jaar oud. Leeftijd bij belangrijke gebeurtenissen: 2 Zus Hendrikje geboren (30-09-1879) 9 Vader overleden (14-09-1886) 21 Moeder overleden (25-02-1898) 24 Trouwde met Geertruida DOEK (15-06-1901) 24 Zoon Hendrik geboren (24-09-1901) 26 Zoon Hendrik geboren (01-12-1902) 26 Zoon Hendrik overleden (13-12-1902) 29 Zoon Jelle geboren (28-10-1905) 30 Dochter Fennechien geboren (04-09-1907) 30 Dochter Fennechien overleden (23-09-1907) 33 Zoon Feike geboren (18-04-1910) 33 Zoon Feike overleden (24-06-1910) 40 Zoon levenloos geboren (17-02-1917) 46 Zoon levenloos geboren (01-03-1923) 53 Zoon Jelle trouwde met Mientje Wubs (09-05-1930) 54 Kleindochter Matje geboren (26-09-1931) 54 Kleinzoon Wander geboren (26-09-1931) 56 Kleindochter Trui geboren (05-10-1933) 58 Kleinzoon Hidde geboren (18-06-1935) 69 Kleindochter Willy geboren (28-09-1946) 72 Kleinzoon Jelle geboren (29-09-1949) 78 Kleindochter Matje trouwde met Barteld Plenter (12-11-1954) 79 Kleinzoon Wander trouwde met Hillechien Wijnhold (14-09-1956) 81 Kleindochter Trui trouwde met Hans Ensing (11-04-1958)
Jelle van Polen is geboren op zaterdag 28 oktober 1905 in Smilde, zoon van Wander van Polen en Geertruida DOEK. Jelle is overleden op maandag 25 januari 1971 in Groningen, 65 jaar oud. Jelle trouwde, 24 jaar oud, op vrijdag 9 mei 1930 in Exloo met Willemina (Mientje) Wubs, 19 jaar oud. Mientje is geboren op donderdag 11 augustus 1910 in Musselkanaal, dochter van Hidde Wubs en Matje Strating. Mientje is overleden op maandag 3 februari 2003 in Odoorn, 92 jaar oud. Leeftijd bij belangrijke gebeurtenissen: 1 Zus Fennechien geboren (04-09-1907) 1 Zus Fennechien overleden (23-09-1907) 4 Broer Feike geboren (18-04-1910) 4 Broer Feike overleden (24-06-1910) 11 Broer levenloos geboren (17-02-1917) 17 Broer levenloos geboren (01-03-1923) 24 Trouwde met Mientje Wubs (09-05-1930) 25 Dochter Matje geboren (26-09-1931) 25 Zoon Wander geboren (26-09-1931) 27 Dochter Trui geboren (05-10-1933) 29 Zoon Hidde geboren (18-06-1935) 40 Dochter Willy geboren (28-09-1946) 43 Zoon Jelle geboren (29-09-1949) 49 Dochter Matje trouwde met Barteld Plenter (12-11-1954) 50 Zoon Wander trouwde met Hillechien Wijnhold (14-09-1956) 51 Kleindochter Antje geboren (02-04-1957) 52 Dochter Trui trouwde met Hans Ensing (11-04-1958) 53 Kleindochter Willy geboren (12-01-1959) 54 Vader overleden (08-12-1959) 56 Moeder overleden (06-09-1962) 59 Zoon Hidde trouwde met Hada Sanders (06-11-1964) 60 Dochter Willy trouwde met Jan Brouwer (02-09-1966)Wander van Polen is geboren op zaterdag 26 september 1931 in Odoorn,(tweeling met Matje) zoon van Jelle van Polen en Willemina (Mientje) Wubs. Wander is overleden op woensdag 10 oktober 1990 in Odoorn, 59 jaar oud. Wander trouwde, 24 jaar oud, op vrijdag 14 september 1956 in Borger met Hillechien Wijnhold, 23 jaar oud. Hillechien is geboren op zondag 13 november 1932 in Borger, dochter van Jans Wijnhold en Antje Oosting. Leeftijd bij belangrijke gebeurtenissen: 0 dagen Zus Matje geboren (26-09-1931) 2 Zus Trui geboren (05-10-1933) 3 Broer Hidde geboren (18-06-1935) 15 Zus Willy geboren (28-09-1946) 18 Broer Jelle geboren (29-09-1949) 23 Zus Matje trouwde met Barteld Plenter (12-11-1954) 24 Trouwde met Hillechien Wijnhold (14-09-1956) 25 Dochter Antje geboren (02-04-1957) 26 Zus Trui trouwde met Hans Ensing (11-04-1958) 27 Dochter Willy geboren (12-01-1959) 33 Broer Hidde trouwde met Hada Sanders (06-11-1964) 34 Zus Willy trouwde met Jan Brouwer (02-09-1966) 39 Vader overleden (25-01-1971) 45 Broer Jelle trouwde met Ria Struik (05-11-1976) 46 Dochter Willy trouwde met Jan Sloots (16-06-1978) 50 Kleindochter Inge geboren (22-12-1981) 54 Kleinzoon Danny geboren (26-09-1985)
1. Jeltje Bremer hertrouwt 29 juli 1887 in Smilde met Hendrik Klok, arbeider, geboren 25 september 1839 in Smilde, zoon van Hendrik Aalderts Klok en Geesje Jans Otten. Jeltje was weduwe van Hendrik Pool; Hendrik was weduwnaar van Jansje Zwiers.Jeltje is overleden 25 februari 1898 in Bovensmilde (Smilde); Hendrik, arbeider, is overleden 18 december 1907 in Kloosterveen (Smilde).
Kinderen:
Hierboven afgebeeld het gezin van Harm Schipper geboren 28 april 1877 te Gasselte, overleden 18 november 1976 en Roelfien Gerrechien Boes geboren 25 augustus 1888 overleden 9 mei 1970.Omdat de dochter van Harm Schipper en Gerrechien boes ( Grietje Schipper nr 11 in stamboom ) op 21 jarige leeftijd is overleden en een kind had van 1,5 jaar ( Harm Sloots ook bekend als Appie) is Harm Sloots opgegroeid bij zijn opa en oma Schipper, zijn vader Ake Sloots( 4 ) was schipper en kon niet voor het jonge kind zorgen.Bovenste rij tussen de beide ramen: Harm (Appie ) Sloots en zijn vrouw Harmtje (Annie ) Dilling met broer en zussen van Grietje Schipper.
Annie Harmtje Dilling (3) dochter van Jan Dilling (6) en Roelfien Geerling (7) geboren op 26 november 1923 te Anloo gehuwd met Harm Sloots (2)Harm Sloots(2) zoon van Ake Sloots (4)en Grietje Schipper (5) geboren 20 april 1925 te Borger overleden 18 mei 1995 te Borger gehuwd met Ann Persoonskaart van Harm (Appie) Sloots
Harm (Appie) Sloots is geboren op 20-04-1925 in Borger, zoon van Ake Sloots en Grietje Schipper. Appie is overleden op 18-05-1995 in Borger-Odoorn, 70 jaar oud. Appie trouwde met Harmptje (Annie) Dilling. Annie is geboren op 26-11-1923 in Anloo, dochter va Grietje Schipper (5) dochter van Harm Schipper (10) en Gerrechien Boes (11) geboren 2 oktober 1904 te Borger overleden 4 september 1926 te Borger gehuwd met Ake Sloots (4n Jan Dilling en Roelfien Geerling.Grietje Schipper is geboren op 02-10-1904 in Borger, dochter van Harm Schipper en Roelofje Gerrechien (Roelofje) Boes. Grietje is overleden op 04-09-1926 inBorger, 21 jaar oud. Grietje trouwde met Ake Sloots. Ake is geboren op 12-11-1904, zoon van Hendrik Sloots en Geertje Auwema. Ake is overleden op 08-07-1987 in Groningen, 82 jaar oud.
Ake Sloots4zoon van Hendrik Sloots8 en Geertje Auwema9geboren 12 november 1904 te Groningen overleden 9 juli 1987 teGroningen gehuwd met GrietjeSchipperAke Sloots is geboren op 12-11-1904, zoon van Hendrik Sloots en Geertje Auwema. Ake is overleden op 08-07-1987 in Groningen, 82 jaar oud. Ake trouwdemet Grietje Schipper. Grietje is geboren op 02-10-1904 in Borger, dochter van Harm Schipper en Roelofje Gerrechien (Roelofje) Boes. Grietje is overleden op 04-09-1926 in Borger, 21 jaar oud.
Harm Schiper (10) zoon van Jacob Schipper (20) en Sjoukje Mulder(21) geboren 29 april 1877 te Gasselte overleden 18 november 1976 te Borger gehuwd metRoelofje Gerrechien Boes (11)Harm Schipper is geboren op 28-04-1877 in Gasselte, zoon van Jacob Schipper en Sjoukje Sjouwke Mulder. Harm is overleden omstreeks 1976 in Borger, ongeveer 99 jaar oud. Harm trouwde, 21 jaar oud, op 18-02-1899 in Borger met Roelofje Gerrechien (Roelofje) Boes, 17 jaar oud. Roelofje is geboren op 25-08-1881 in Borger, dochter van Jans Boes en Grietje Klobus (Clobus). Roelofje is overleden op 09-05-1970 in Borger, 88 jaar oud.
21
Trouwde met Roelofje Boes
(18-02-1899)
22
Dochter Sjoukje geboren
(12-01-1900)
23
Zoon Jans geboren
(04-03-1901)
25
Zoon levenloos geboren
(18-03-1903)
27
Dochter Grietje geboren
(02-10-1904)
32
Dochter Hinderkien geboren
(27-04-1910)
33
Dochter Hinderkien overleden
(31-03-1911)
42
Zoon Cornelis geboren
(1919)
47
Kleinzoon Appie geboren
(20-04-1925)
49
Kleinzoon Hendrik geboren
Berlage ontwierp ook een paar belangrijke gebouwen in de provincie Groningen en Drenthe.Het meest in het oog springende werk is het gemeentehuis te Usquert, een van de twee uitgevoerde ontwerpen in de provincie Groningen.Het Berlagehuis is een architectonisch Rijksmonument, het enige raadhuis van de beroemde architect H.P. Berlage. Het is in de jaren 1928-1930 ontworpen en gebouwd.Ook van de hand van Berlage het zgn. Prof. Heymanshuis (naam van opdrachtgever) in de stad Groningen, schuin tegenover het Centraal Station.Een villa in rode baksteen van H.P.H. Berlage. Het is in Groningen het eerste voorbeeld van de bouwkundige vernieuwing aan het eind van de 19e eeuw, die een einde zou maken aan de neostijlen. (Woonhuis Heijmans, Ubbo Emmiussingel 108 Groningen 1898, dit was het huis en laboratorium voorProfessor Gerardus Heymans, afgestudeerd in filosofie en psychologie.Ook in Drenthe heeft Berlage gebouwd in opdracht van mevrouw Kröller-Müller: de boerderij De Schipborg, genoemd naar het gelijknamige dorp. Modelboerderij te Schipborg (Borgweg 66).In 1914-1915 naar een ontwerp van H.P Berlage in rationalistische vormen gebouwd in opdracht van A.G. Kröller-Müller voor haar oudste zoon A.G. Kröller.De Schipborg is een U-vormige boerderij met in de oostvleugel een koeienstal en in de westvleugel een varkens- en paardenstal. De binnenplaats wordt afgesloten door een muur met toegangspoort, voorzien van de naam van de boerderij.
Voormalig raadhuis Usquert
"Als men Usquert zegt denkt men ook aan Berlage, de beroemde Amsterdamse architect die de schepper was van het voormalig gemeentehuis, dat in 1930 gebouwd werd door Berlage".
foto: ©willy sloots
Rechtsboven in de muur van het voormalige raadhuis vinden we hetgemeentewapen van de voormalige gemeente Usquert. ( nu gemeente Eemsmond)In het wapen van Usquert zijn twee vissen te herkennen, die verwijzen naar de visvangst in dit gebied (als haven wordt Noordpolderzijl gebruikt, aan de zeedijk)."Twee afgewende vissen van zilver, vergezeld van 3 kleine Maltezer kruizen ook van zilver geplaatst tussen de vissenkoppen, afgedekt door een 5-bladerige kroon"De kruizen zijn een herinnering aan het Johannieterklooster Wijtwerd.Door de voortgaande inpolderingen (Noordpolder) ligt Usquert zelf nu 4 KM van zee.
Het voormalige gemeentehuis in Usquert.De gemeente Usquert was in het midden van de 20e eeuw één van de rijkste gemeenten van Nederland, het had waarschijnlijk te maken met het aantal rijke here-boeren in de omgeving.De welvaart mocht best getoond worden, vonden de vroede vaderen van de voormalige gemeente Usquert. Omdat het gemeentebestuur een waardig gebouw wilde van waaruit de gemeente zou worden bestuurd gavenzede beroemde architect Berlage (van de Beurs van Berlage in Amsterdam) opdracht om een gemeentehuis te ontwerpen, het' Berlagehuis'. Het is het enige gemeentehuis dat Berlage heeft ontworpen. Berlage liet het gemeentehuis in 1929 bouwen maar toen hij het zag temidden van grote villa's vond hij het niet imposant genoeg,ontwierp er een toren bij en liet deze ook bouwen. Omdat de toren niet was besteld, wilde het gemeentebestuur deze uitbreiding niet voor haar rekening nemen. Het is niet zeker of Berlage deze kosten uit eigen zak heeft betaald, het verhaal gaat wel rond maar is nooit bewezen.Na de gemeentelijke herindeling verloor het gemeentehuis haar functie. Het gebouw is grondig gerestaureerd, waarbij alle kenmerkende kleurelementen weer tevoorschijn zijn gekomen, heefthaar openbare functie behouden en is op afspraak te bezichtigen
Het Berlagehuis is tot architectonisch monument verklaard vanwege "het belang van de eenheid van exterieur, interieur en onderdelen tezamen". Alle deurknoppen, lichtknopjes, betimmeringen etc. zijn door Berlage ontworpen en zijn nog authentiek aanwezig. Zelf de tuin is ontworpen door de architect.Het Berlagehuis is sinds 1991 eigendom van de Stichting Hendrick de Keyser te Amsterdam.
Vereniging 'Hendrick de Keyser' is een vereniging tot behoud van architectonisch of historisch waardevolle huizen in Nederland. Zij tracht dit doel te verwezenlijken door het kopen van monumenten, die na een eventuele restauratie of het uitvoeren van groot onderhoud, worden verhuurd. Gebouwen die door ‘Hendrick de Keyser’ onder de hoede worden genomen, moeten voldoen aan strenge eisen. Het moeten sprekende voorbeelden zijn van de architectuur of de wooncultuur van een bepaalde periode. De geschiedenis moet niet alleen van buiten afleesbaar zijn, maar ook van binnen. Er wordt sterk gelet op bouwhistorische constructies en interieurwaarden. Wanneer er eenmaal voor gekozen is een huis te verwerven, dan wordt dit huis nooit meer afgestaan. De huizencollectie van ‘Hendrick de Keyser’ wordt zo alleen maar groter. Zij groeit met gemiddeld vier panden per jaar. http://www.hendrickdekeyser.nl/home.htm
In onze vakantie van 2007 had ik het geluk dat we een prive-rondleiding door het gebouw kregen, we mochten allekamers zien, zelfs de kamer van de toenmalige burgemeester en zelfs de gevangenis (waar normaal geen bezoekers worden rondgeleid mochten we bekijken) zie foto onderaan deze pagina.
Bij binnenkomst in de centrale hal word je getroffen door het prachtige kleurgebruik, de deuren en kozijnen zijn weer in originele staat gebracht en passen nu weer precies bij de geglazuurde wand-en vloertegels.Op de eerste verdieping vinden we deze prachtige tegelplaquette die is geplaatst bij de opening van dit voormalige raadhuis.Zo te zien is het raadhuis ingewijd op 27 januari 1930.
foto links: de trapopgang naar de eerste verdieping, rechts de centrale hal met rechtsachter de toiletten .rechts vooraan is een wachtruimte gecreëerd.
Deze architectuur kenmerkt zich door vaak gebruik te maken van symmetrische lijnvoering en brandschilderingen in glas-in-lood ramen.Deze raampartij is vergelijkbaar met de RHBS in Ter-apel.Deze ramen bevinden zich in de vide van de begane naar de eerste verdieping.
De eenvoudige raadszaal wordt nog steeds gebruikt voor vergaderingen, een paar keer per week wordt nog overlegd in deze gedeeltelijk authentieke zaal waar de originele tafels met kolompoot nog steeds staan.De muren zijn recent opnieuw bekleed met wandbekleding die bijna niet afwijkt van het origineel.Ook de lampen zijn van de hand van Berlage.
Boven zie jede BB-ruimte (burgerbevolking) ofwel schuilkelder onder het raadhuis.Ze zijn in de jaren zestig aangelegd om de bevolking te kunnen beschermen tegen een mogelijke atoomaanval.Ook onder het raadhuis was zo'n kelder aangelegd om in geval van gevaar de burgemeester en wethouders te kunnen herbergen om zo toch allerlei zaken te regelen.Wij hebben de ruimte bezocht, het was er erg krap maar het was dus toen een veilig besluit om deze kelder te maken.Op de eerste foto is de tank te zien met drinkwater, op de tweede foto het keukentje en links zie je landkaart van Nederland.
Polygoonjournaal bericht over de actie van de Bescherming Bevolking tot individuele zelfbescherming. De organisatie stuurt instructieboekjes rond voor gezinnen over hoe te handelen in geval van oorlog of atoomgevaar.
Zelfs de gevangenis mochten we bezoeken aan de achterkant van het gebouw.Hier moesten de arrestanten soms een nachtje verblijven een harde brits was hun bed voor de nacht.
Linksboven ingang, rechts de ijzeren deur, en hiernaast de weinig comfortabele brits.Onder; in 1941 heeft waarschijnlijk ene P.Z. zijn initialen in de muur gekerfd.
Het Prof. Heymanshuis aan de Ubbo-Emmiussingel in Groningen
In Groningen aan de Ubbo Emmiussingel 108 vinden we deze villa in rode baksteen ontworpen door Berlage.Het zgn. Prof. Heymanshuis (naam van opdrachtgever) in de stad Groningen, schuin tegenover het Centraal Station.Het is in Groningen het eerste voorbeeld van de bouwkundige vernieuwing aan het eind van de 19e eeuw, die een einde zou maken aan de neostijlen. Dit was het huis en laboratorium van Professor Gerardus Heymans, afgestudeerd in filosofie en psychologie.
Kenmerkend voor het werk van Berlage is het gebruik van baksteen. Op basis van de denkbeelden van Semper en Viollet-le-Duc ontwikkelt Berlage een eigen stijl, het rationalisme.Het latere werk van Berlage wordt beïnvloed door het Modernisme, het werk van Frank Lloyd Wright en het gebruik van gewapend beton voor de draagconstructie.
Berlage was door zijn opzienbarende Beursgebouw een gevierd architect geworden.Hij kreeg de ene opdracht na de andere, en bouwde onder andere villa’s en kantoorgebouwen. Daarnaast deed hij de herinrichting van het gebied rond de Haagse Gevangenpoort en bouwde hij het gebouw voor de First Church of Christ Scientist, ook in Den Haag.
Berlage hield zich zijn leven lang bezig met het ontwerpen van meubelen en andere voorwerpen.Van veel gebouwen die hij bouwde, tekende hij ook het interieur. Daarnaast ontwierp hij boekbanden en schreef hij veel over architectuur, vormgeving en sociale woningbouw. Ook bleef hij reizen, onder andere naar de Sovjetunie en de Verenigde Staten; in 1923 bezocht hij Nederlands-Indië.
Boerderij De Schipborg van Berlagein Schipborg
Ten noorden van Anloo ligt op de overgang van het natuurgebied "de Strubben/Kniphorstbos "en het stroomdallandschap van de Drentse A de monumentale boerderij De Schipborg, ontworpen door de architect H. P. Berlage.
De modelboerderij met woonhuis is één van de meest karakteristieke boerderijen in Drenthe. 'De Schipborg' is gebouwd in 1914 in opdracht van de familie Kröller-Müller en was bestemd voor hun oudste zoon. Het complex heeft een rechthoekige plattegrond, waarvan één zijde in beslag wordt genomen door een muur met in het midden een toegangspoort. In het centrum van het met baksteen geplaveide binnenplein bevindt zich een kruisvormig waterbassin voor de paarden. De U-vormige boerderij is opgetrokken uit baksteen en gedekt door met rode pannen opgetrokken zadeldaken
Bezoekje aan "de Schipborg"in 2002.Oprijlaanen poort van de boerderij.
Bronnen: Wikipedia Architectuur.org
Tekst gevonden in de St. Pauluskerk, Baltimore (1692). Wees kalm temidden van het lawaai en de haast, en bedenk, welk een vrede er in stilte kan heersen. Sta op goede voet met alle mensen, zonder jezelf geweld aan te doen. Zeg je waarheid rustig en duidelijk, en luister naar anderen: ook zij vertellen hun verhaal. Mijd luidruchtige en agressieve mensen: zij belasten de geest. Wanneer je je met anderen vergelijkt, zou je ijdel en verbitterd kunnen worden, want er zullen altijd kleinere en grotere mensen zijn dan je zelf bent.Geniet zowel van wat je hebt bereikt als van je plannen. Blijf belangstelling hebben voor je eigen werk, hoe nederig dat ook moge zijn: het is een werkelijk bezit in het veranderlijk fortuin van de tijd.Betracht voorzichtigheid bij het zaken doen, want de wereld is vol bedrog. Maar laat dit je niet verblinden voor de bestaande deugd: veel mensen streven hoge idealen na, en overal is het leven vol heldendom. Wees jezelf. Veins vooral geen genegenheid. Maar wees evenmin cynisch over de liefde want bij alle dorheid en ontevredenheid is zij eeuwig als het gras. Volg de loop der jaren met gratie, verlang niet naar een tijd die achter je ligt.Kweek geestkracht aan om bij onverwachte tegenslag beschermd te zijn. Maar verdriet jezelf niet met spookbeelden. Vele angsten worden uit vermoeidheid en eenzaamheid geboren. Leg jezelf een gezonde discipline op, maar wees daarbij lief voor jezelf. Je bent een kind van het heelal, niet minder dan de bomen en de sterren. Je hebt het recht hier te zijn, en ook al is het je al of niet duidelijk, toch ontvouwt het heelal zich zoals het zich ontvouwt, en zo is het goed. Houd vrede met je ziel in de lawaaierige verwarring van het leven.Met al zijn klatergoud, somberheid en vervlogen dromen is dit toch nog steeds een prachtige wereld. Wees waarachtig. Streef naar geluk
http://klassiekegedichten.net/
De Doellijn Een ieder zoekt een levenlang Naar dat ene intense moment Iedereen weet, het is zo wrang Dat niemand hier op aard Dat moment al heeft gekend Die intense onbereikbaarheid Geeft het doel in het leven weer Is er niet iets veel mooier Dan dat ene doel aan het eind Iets dat met het bereiken Voor het doel moet wijken Is het doel niet een punt En het middel een lijn Die oneindig moet zijn Zouden we dan allemaal Nooit intens gelukkig zijn Ja wel, het doel is een lijn Buiten aards bewustzijn Die lijn is oneindig breedGlanst zodat niemand het ooit vergeet
Roij van de Greide
De geschiedenis van Parfum.De geschiedenis van parfum is al zo oud als de mens leeft.Maar niemand weet precies wanneer de parfumcultuur is ontstaan.In eerste instantie werden geuren gebruikt om de goden gunstig te stemmen, geuren hadden vroeger een zuiver godsdienstige waarde. Toen de mensen in het stenen tijdperk het vuur, en daarmee ook de geur van brandend hout ontdekten, droegen zij dit op aan de goden. Parfum is afgeleid van het Latijns "per fumum" wat door rook betekent. Zelfs nu speelt het verbranden van welriekende stoffen nog een belangrijke rol in religies, zoals in katholieke erediensten.Parfum wordt gemaakt uit verschillende etherische olien van harsen, civet, muskus, amber en bloemen zoals jasmijn, rozen, oranjebloesem, viooltjes, meiklokjes en ylang ylang. De klassieke parfums zijn meestal samengesteld uit wel 30 ingredienten. De essentiele olien die gebruikt worden in parfums, worden geextraheerd uit bloesems, houtachtige gewassen zoals boomschors en hars, bloemen, stengels, wortels, vruchten en bladeren en komen uit alle hoeken van de wereld. Duurdere parfums onderscheiden zich van andere door de vele verschillende ingredienten maar ook door de concentratie ervan. http://www.alaparfumerie.nl/shop/index.html
India is van oudsher befaamd om zijn geuren van patchouli, harsen, tuberoos, sandelhout, muskus, jasmijn, rozen, lemongrass en houtsoorten. Ylang ylangolie komt van Malakka, rozenhout uit Zuid-Amerika, pepermuntolie uit de Verenigde Staten.Kruidnagels komen uit Zanzibar, lavendelolie uit Spanje en Zuid Frankrijk.
Een lekker geurtje is altijd een perfect cadeau voor jezelf of voor iemand anders. Een parfum is altijd een persoonlijk en karateristiek cadeau voor Valentijn, voor een verjaardag, voor moederdag of vaderdag en als kerstkado. Iedereen gebruikt het wel: een lekker luchtje. Maar wat kies je eigenlijk? Een parfum, eau de parfum of een eau de toilette? En kies je voor een Oosters of bloemig geurtje? De verschillen op een rijtje. Parfum De hoogste concentratie van een geur. Het percentage wisselt, afhankelijk van het merk, van 15 tot 30 procent parfumconcentraat opgelost in alcohol van 90 procent. Deze vorm is het duurst. Een paar druppels op polsen, onderaan de nek en achter de oren volstaan al. Eau de parfum (edp) Dit is parfum in een lagere concentratie van 10 tot 15 procent dat wordt verdund met 90 procent ethanol. Van eau de parfum kan meer worden gebruikt dan van parfum maar ook hier: niet overdrijven. Eau de toilette (edt) Een concentratie die varieert van 5 tot 10 procent, gewoonlijk verdund met 85 procent alcohol. Eau de toilette is in flacons verkrijgbaar. De meesten geven echter de voorkeur aan de verstuiver. Eau de cologne (edc) Een nog lager percentage parfumconcentraat zit in eau de cologne: het varieert van 3 to 5 procent en heeft een alcolholpercentage van 70 tot 80 procent. Waar breng je parfum aan? De meest geschikte plaatsen om parfum aan te brengen zijn die lichaamsplekjes waar je bloedvaten het meest aan de huidoppervlakte komen. Dat zijn tegelijkertijd de warmste plekken van je lichaam. Op die manier profiteert parfum van de warmte om zich beter te verspreiden. Dit zijn de meest geschikte plekken voor het aanbrengen van parfum: Je slapen Je polsen Je hals Je nek Achter je orenTussen je ellebogen Je enkelsJe lichaamstemperatuur speelt ook een rol bij het aanbrengen van parfum. Hoe warmer je bent, hoe langer de geur blijft hangen.Dus als je iemand bent die het over het algemeen warm heeft, hoef je niet veel parfum aan te brengen. Als je iemand bent die het regelmatig koud heeft moet je wat meer parfum aanbrengen. Soorten geuren Nu je weet wat voor soorten parfum er zijn en hoe je die het best kan aanbrengen, vraag kun je je afvragen welke soorten geuren er zijn. Geuren kunnen onderverdeeld worden in de volgende categoriën. Oosters Dit zijn zware, kruidige geuren die lang blijven hangen. Veel gebruikte ingrediënten hierbij zijn kruidnagel, kaneel en vanille. Kruidig Dit zijn veelal frisse, groene buitengeuren. Veel gebruikte ingrediënten hierbij zijn onder andere kamille en grassen. Chanel NO. 5 is een voorbeeld van een kruidige geur. Bloemig Deze geuren zijn afgeleid van bloemen, zoals rozen en fresia. Flower by Kenzo is hiervan een voorbeeld. Fruitig Dit zijn geuren die een duidelijke fruitgeur dragen. Veel gebruikte ingrediënten zijn citroen, appel en sinasappel. Chanel Allure is hier een voorbeeld van. Tips Wrijf je polsen niet over elkaar nadat je er wat parfum op hebt aangebracht. Dit vlakt de geur af. Heb je liever een wolk parfum rond je hangen, spray dan wat parfum in de lucht en wandel erdoor. Je kan ook wat parfum op je haarborstel sprayen en er vervolgens je haar mee borstelen. ’s Avonds mag je parfum rijkelijker sprayen dan overdag. De populairste geuren voor dames zijn op dit moment; Chanel Chance, Chanel Coco Mademoiselle, Chanel NO 5, DKNY, Dolce & Gabbana Light Blue, Noa Cacharel, J'adore Dior. Bron;http://www.vergelijk.nl/info/product_parfum_haar_algemeen/
Patrick Süskind.Een mooie roman over parfum is het boek van Patrick Süskind.Zijn bekendste boek is Het parfum (Das Parfum, 1985), dat één van de meest gelezen boeken uit Duitsland is, en wereldwijd een absolute bestseller. Het boek werd in 2006 verfilmd door regisseur Tom TykwerHet parfum van Patrick Süskind, in 1985 verschenen, is niet alleen in Duitsland, maar in de hele wereld een van de meest gelezen Duitstalige romans van de 20e eeuw geworden. En met de recente verfilming is die belangstelling alleen nog maar versterkt. Het is het verhaal van de doodarme, door iedereen met de nek aangekeken, maar met een fenomenaal reukvermogen begaafde hoofdpersoon, die zelf geen geur heeft en die voor het ultieme parfum 25 jonge, maagdelijke meisjes vermoord.
Perfume - The Story of a Murderer (Das Parfum) TrailerBron;Youtube
Chanel No. 5 ( het meest verkochte parfum ter wereld)Het parfum Chanel No. 5 werd in opdracht van de Franse modeontwerpster Gabrielle 'Coco' Chanel gecreëerd door laborant Ernest Beaux. De legende wil dat er verschillende parfums waren gemaakt, en dat Coco zonder aarzelen het vijfde staal uitkoos als eerste geur van het modehuis. In mei 1921 werd het parfum voor het eerst op de markt gebracht. De wereldwijde verspreiding gebeurde door de industriëlen Pierre en Paul Wertheimer. Samen richtten ze in 1924 de Société de parfums Chanel op. Tegenwoordig is het huis nog steeds in handen van de familie Wertheimer. No. 5 is nog steeds het meest verkochte parfum ter wereld. .Chanel No. 5 was het eerste grote parfum waarin op grote schaal gebruik werd gemaakt van aldehyden als geurstof. De verpakking bestaat uit een eenvoudige, vierkante flacon. De verpakking zorgt ervoor dat de aandacht op het parfum gevestigd blijft en wordt gezien, en beschreven, als tijdloos, authentiek, hedendaags en modern tegelijkertijd. Bekende fans zijn o.a. Andy Warhol en Marilyn Monroe, die ooit beweerde dat ze in bed niets anders droeg dan Chanel No. 5.
Chanel no.5
In 2003 maakte regisseur Baz Luhrmann een twee minuten durende reclamespot voor het parfum. De Australische actrice Nicole Kidman werd het gezicht van de glamoureuze revival. De reclamespot werd de duurste die ooit is gemaakt en wordt sinds eind 2004 vertoond op televisie en in bioscopen.
Wat Is Musk?In de wereld van de parfum is MUSK een magisch woord. Het is een dierlijke geur, warm, zoet en bijzonder "long lasting". Het hoofdbestanddeel is van origine verkregen uit een klier van een Muskushert dat leefde in Tibet, China en Nepal. Dit dier scheidt een stof af met een zeer sterk ruikende geur, die krachtiger en geprononceerder wordt in het paarseizoen. Dit is de reden waarom ook de mens Musk associeert met verleiding en passie. Vandaag de dag wordt het dierlijke extract vervangen door synthetische producten om het uitsterven van het hert tegen te gaan. De kwaliteit van de geur is gelijk gebleven, zo niet verbeterd. Echter de oorsprong van Musk is nog steeds omgeven door mythen en legendes. Eind jaren zestig, was er wereldwijd een verandering waar te nemen toen jonge mensen zich gingen afzetten tegen de regels van voorgaande generaties. Muziek veranderde, gewoontes veranderden, de mode veranderde. De jongere generatie, beginnend vanuit de U.S.A. en Engeland, omarmden oosterse filosofieën zoekend naar een eenvoudigere, meer natuurlijke, manier van leven. Deze nieuwe stijl van leven kwam ook tot uiting in de wereld van de parfum. Jonge mensen wilden niet langer de "sophisticated" geuren gebruiken welke door hun ouders werden gedragen, maar waren dol op de natuurlijke geuren waarvan de wortels in de oosterse cultuur lagen. De hippies en de "flower power generatie" kochten de "trendy" essentiële oliën. In 1969 introduceerde Alyssa Ashley haar eerste fragrance: Musk Oil by Alyssa Ashley. Musk olie werd verpakt in een kleine hartvormige flacon en binnen afzienbare tijd werd een complete lijn ontwikkeld waaronder: Eau de Toilette, Eau de Parfum en een complete collectie lichaams-verzorgingsproducten. Heden ten dage is Musk by Alyssa Ashley nog immer een marktleider.
Een geur die nooit verveelt en die altijd, in welke stemming je ook bent, lekker is;Alyssa Ashley.Het merk is ontstaan in de Verenigde Staten in de legendarische zestiger jaren. De fragrance is gecreëerd door de fantasie van een artistieke kunstenaar, die naast zijn liefde voor schilderen een buitengewone passie voor parfum had. De door hem ontworpen verpakking kan worden beschouwd als een expressie van moderne kunst. ALYSSA was de naam van zijn jongste dochter en ASHLEY was haar bijnaam, vanwege haar prachtige blonde haren. En zo werd ALYSSA ASHLEY geboren! Een nieuwe divisie van het parfumhuis werd opgericht met het doel innovatieve, technisch vooruitstrevende parfums te ontwikkelen die afweken van de geuren die in de mode waren in die tijd. De inspiratie van het merk Alyssa Ashley heeft er toe geleid dat de geuren ruim dertig jaar met veel succes op de markt zijn, en de vraag neemt alleen maar toe.
De lanceringen 1968 MUSK by Alyssa Ashley 1990 VANILLA by Alyssa Ashley 1999 4H by Alyssa Ashley 2000 WHITE MUSK by Alyssa Ashley 2000 MUSK FOR MEN by Alyssa Ashley 2002 GREEN TEA by Alyssa Ashley 2005 FIZZY by Alyssa Ashley
Nog zo'n tijdloze heerlijke geur: Dolce & Gabbana pour femme.Omschrijving Een contrastrijk parfum waardoor deze moeilijk valt te karakteriseren: een typisch eigen stijl.De ietwat houtige basisnoten worden wat zoet gemaakt door de mengeling van vanille en tonkabonen. Het hart is bloemig en tegelijk kruidig door de anjer en jasmijn vermengd met Afrikaantje en koreander. Samenstelling Aroma's van: petit-grain, bittere oranjeappel, mandarijn, basilicum klimop, aldehyden, fresia, roos, sinaasappelbloesem, jasmijn, anjer, lelietje van Dalen, afrikaantje, koreander, sandelhout, vanille, tonkaboon, musk De compositie behoort tot de zacht bloemige geuren met volle, overvloedig warme aroma's Deze geur is geïntroduceerd in 1992 Gebruiksadvies Wij adviseren om deze geur te dragen tijdens de avond
"Mexx woman" Altijd en voor iedere gelegenheid een heerlijke (beschaafde) geur.Een fruitige, bloemige en houtachtige geur. Deze bestaat uit citrus, bergamot, casus, rozen, jasmijn Als slot een warme houtachtige geur.
Een klassieke bloemige geur: Estee Lauder.Een bloemige geur maar toch uniek, bevat de topnoten vol witte lelie en blad van het wilde viooltje die zich spontaan vermengen met het hart van geurige bloemen, op een warme basis rijk aan sandel en patchouli dat voor de sensualiteit zorgt. Samenstelling aroma's van: witte lelie, blad van het wilde viooltje, groene noten, sering, witte pioenroos, roos, jasmijn, karo karounde, rozenbottel, sandelhout, patchouli. De compositie behoort tot de bloemige geuren met fris, verse aroma's. Deze geur is geïntroduceerd in 1995. Ideaal voor de ingetogen sensuele vrouw, fris en verleidelijk. Wij adviseren om deze geur te dragen bij romantische gelegenheden.
Ralph Lauren: Romance.
Ralph Lauren Romance Eau De Parfum Vapo Een originele geur met het beste van de traditionele, klassieke parfums verenigd met het vrolijke, heldere, transparante en bloemrijke karakter van moderne geuren. Samenstelling aroma's van: roos, gember, kamille, lychee, goudsbloem, fresia, nachtlelie, lotusbloem, paradisoon, witte viool, eikenmos, muskus, exotische houtsoorten. De compositie behoort tot de bloemige geuren met uitgebalanceerde, luxe aroma's. Deze geur is geïntroduceerd in 1998. Ideaal voor vrouwen die geloven in ware liefde, genegenheid, warmte en samenzijn. Wij adviseren om deze geur te dragen bij romantische gelegenheden.
Echt een zomergeurtje, heel licht.
Emporia Armani White.Emporio Armani White She for Women by Giorgio Armani Year introduced: 2001 Olfactive family: Soft Floral Description: Immaculate white to celebrate the urban world: with White, Emporio Armani is in keeping with a resolutely high-tech world in perpetual motion, reinventing itself to the rhythm of emerging technologies. Top notes: Bergamot, mandarin, orange, cassia leaves, blackcurrant Heart notes: Garden mint, green fig, ginger, clove, iris Base notes: White musk, white woods
Lekkere lichte zomergeur.
Maja van Myrurgia.In de loop der jaren is het iets van geur veranderd, eerder zat het in een blikje en nu in een lelijke plastic bus, maar ik vind het nog steeds de ultieme geur voor talkpoeder, heerlijk fris en gedistingeerd.
Linkerfoto oude blikjes talkpoeder 50er jaren. Middelste foto eau de toilette eind 50er jaren.Rechter foto blikje talkpoeder eind 60er jaren.
Euphoria van Calvn Klein Euporia is een welhaast verslavende oriëntaalse geur, die exotische vruchten contrasteert met verleidelijk florale accenten en volle, crèmegie noot. Topnoot: Granaatappel, persimmon, een welig groen accoord. De topnoot opent met een krachtige scheut granaatappel, sappige persimmon en welige groene noten die de zintuigen fascineren. Hartnoot: Dauwfrisse lotusbloemen, champakabloesem, zwarte orchidee Het hart van euphoria wekt een geheimzinnig, bedwelmend gevoel door noten van prachtige zwarte orchidee, dauwfrisse lotusbloesem en de sensuele champakabloesem. Basisnoot: Vloeibare amber, zwarte viooltje, roomakkoord, mahoniehout De basis noot van het parfum is een lang aanhoudende waas van betoverende vloeibare amber en mahoniehout gepaard met een fascinerende accent van zwarte viooltjes, sensuele muskosnoten en een welhaast verslavend roomaccoord.
Prada.Wel een zware geur, niet zozeer geschikt voor de zomer maar meer een herfstgeur.
Prada toont zijn unieke mix van traditie en innovatie aan de wereld van geur.Prada heeft in deze geur de kunst van het parfum hervonden, met een “antieke” inspiratie is deze geur bestemd voor de toekomst.Verleden, werkelijkheid en mogelijkheden worden samengesmolten tot een unieke en veelbelovende geur.
Top tien.
Ingrediënten van Coco Mademoiselle;Deze wordt omschreven ; Aroma's van: sinaasappelbloesem, Indiase jasmijn, Turkse roos, honing, Caraibische cascarilla, sandelhout uit Mysore, ylang ylang, oranjebloesem, jasmijn en roos uit Grasse, sandelhout, vetiver, muskus en vanille. De compositie behoort tot de zachte oosterse geuren met uitgebalanceerde, luxe aroma's. Linkerfoto; Coco Mademoiselle
Bronnen; afbeelding het parfum RUG Groningen afbeelding hert;WORLDEXPLORER http://www.alyssaashley.com/nl/line_1.phtml
DrentheBlonde kuiven van volwassen pluimengrassen boven zomerheide, golvend naar het einder. Een aflopend vergezicht welk zich verliest in een paarsblauwe waas...Contouren, impressies van een indruk van bossen of wolken,onduidelijk wat het oog zou moeten zien. Zomergevoel....Tussen de graspluimsoldaten een zandpadmeanderend als was het een gele rivierstroomnaar diezelfde verten. Ergens halverwege graast een ree, regelmatig zijn blikken strooiendongerust als hij is en schichtig in mijn richtingkijkt, een vermoeden van geuren die onbekendzijn doen hem plotsklaps met grote sprongen links van het veld de bosschages in schuilduiken.Ik ben te laat om hem vast te leggen en verlegmijn aandacht weer naar de bomen die her en der verspreid vogelzangen voortbrengen,als waren zij de grote speeldozen van de natuur.Ik zak neer tegen een grote zwerfkei, zitgenietendgewoon van alle rust en stilte van dit wonderlandeen vlinder zet zich op mijn knie knipogend enmet de grote vlekken op zijn vleugels zonzoekend...bijengezoem rond mijn hoofd .... rustgevenddaarmee bevestigend wat ik voel... de warmte en geborgenheid voor mijn provincie.........Drenthe.... mijn thuis.... mijn leven....Pieter Plenter
VideoNagedachtenHet zijn slechts beelden, impressiesvan jolijt, boert en jokkernij...Ook stemmen uit het verleden, gelachdaar... een flits van liefde en vreugdOud van dag maar niet van geestnog een die naar de camera zwaaitgekke bekken trekkend, lachendgeluidloos.. nu, zoveel zeggend entoch ook weer niet, ze waren er even.Oma’s, opa’s, ooms en anderenWaren ooit een deel van de vrolijkheidnu alleen nog maar in andermens geestde beelden van de film, gedeeld voorde overblijvenden, dankbaar aanvaardnog even terug in de tijd kijkend, weereven feesten met hen die zoveel hebbenbetekend voor de anderen.....genieten van herinneringen is twee keer leven.Pieter Plenter
Vogeltje zingt te vroegDe nog kale takken van mijn tuineikhebben al een lichtgroene floers,schijngroen in de vroege ochtendzon.Een van de takken buigt zich om.Bezeten als ze is door een gevederdtrotspakketje, de zanglijster.Het snaveltje opent zich en laat eenroze wriemel een trillend geluidvoortbrengen, de lucht wordt gevuldmet de eerste noten van lentebeloftes,en de geuren van fris en nieuw leven.Ver weg blaft een hond, die snapt nietdat zijn geluiden van irritant gedragde illusie verstoren, en me terughalenuit een droom, naar het hedendaagse.De weersverwachting; storm, metwinterse buien en kans op gladheid...Kruip nog maar even weer in je warmenestje lieve lente brengende lijster,je mocht eens een rochelhoestje oplopen.....Pieter Plenter
PubervakantietijdOh zuiderdiep, met je rijen bomenlangs het uitgegraven veenkanaalde waterkant uitnodigend dromendover vergane tijden, in ’n oud verhaalliggend achterover, warme hand in handkriebelgras in m’n ongewassen groezelnek‘t lage zonlicht schuinschijnsel over ’t landacrobatisch gierend de zwaluwtjes als gek…jouw blauwe vijvers kijken door me heenje ligt naast me, saam’ genietend… verliefdje and’re hand strijkt zachtjes over mijn beenOh laat dit eeuwig duren… alsjeblieft…… Morgenvroeg gaat die vervloekte treinom mij terug te voeren naar de harde realiteitvan schoolgaan, discipline, en oplettend zijnde vakanties duren veel te kort in de pubertijdnog weken erna zal ik onz' kalverliefde missenjouw wapperblonde haren zien in elke bustotdat ik me plotsklaps ongewild ga vergissenen, echt waar, per ongeluk een ander meisje kus.Pieter Plenter
Zomeropstaan het gezang van een merel in de ontwakende tuinopent het kwettergevecht onder de musjesalsof er geen nacht heeft bestaan vol met donderalsof er geen stortvloed van water was geweestVerderop bij de lichtekooien van de buurmankukelt de haan zijn suprematie over de hennenmijn gezicht vangt de eerste warme zonnepijlenmijn neus de geuren van natgeregend grasgroende golven van de hitte die de dag zullen teisterenworden nu nog even getemperd door de waasvan wittewolkendamp vechtend tegen het oplossen.Ik neem een slokje van mijn thee, een hapje beschuitelk vroegmorgenontbijt zou voortaan zo moeten beginnengelukzuchtend... tuinzittend... dagopenend ...met stil geluid.Pieter Plenter
HeemziekIk ben er weer geweest, …mijn oude thuisweer even aan verledens wonden rijtenhet gevoel van verloren jeugd stakals een puntige paal door mijn hartwant wetende dat dit slechts een tijdelijkeeuforische belevenis zal zijn.Het wellekom was hartverwarmend,en tranenvreugde in emotievol dialect.Doch afscheid gloort nu al pijnlijk voormijn geestesoog…. niet aan denken,eerst maar genieten van gastvrijheiden jolijt…. Straks terug in die andere plaatskomen weer dagen van schrijnpijn ensnikkend heimweegevoel.Dezelfde tranen maar dan omgekeerdzullen mijn hoofdkussen benatten…Ik wil niet terug naar huis…….Pieter Plenter
OERsprong De glorievolle zon,die rijst over paars groene heidevelden verstrooid staande dennenbomen en lijsterbessen, de armen wijduit, als vreugdevolle gastgevers, zandmeren als gele oases grenzend aan verspreid liggende vennen…. Oergevoel bekruipt mijn gemoed, weg met alle veiligheid, geborgenheid en modernismen, terug naar berenvel, mammoethaar en vuistbijl, vuursteenvuur, jagersinstinct, rauwe onontwikkelde liefde in plaggenhutten, op hunebedden en onder dierenvellententen. De oersprongen van mensen toen groter dan stappen op de maan, achtergelaten door vooruitgangers in tijd dankzij pijl en boog…. Pieter Plenter
Herfstvakantie geluk Regenkletter op ’t dak en tegen ruit Knus en warm in opa ’s grote stoel Spannend boek, heb het al bijna uit Herfstvakantietijd, weer geluksgevoel Straks eten, boontjes met droge worst Nieuwe aardappels met gebakken ui erbij Een groot glas water tegen de dorst…. En als toetje een dik bord warme rijstebrij Na het eten niet meteen van tafel Nee…nog even blijven zitten nagenieten Opa leest een mooi stuk uit de bijbel Dikke vrienden zijn we, …wij Pieten Opoe kijkt vertederd naar me en lacht Strijkt over mijn haar en ze bukt Geeft me een aai en kust me zacht Ja… dit heet nu het ware geluk
Pieter Plenter
Nat Morgengras Paarden lopen door nat bedauwde grassen Hun graasscheurend geluid versterkt de rust Dof klompkloppend klinken hun passen En hoor ver weg… een koekoek.. vol van levenslust Ochtendmist bepareld alles met zonnegoud diffuus licht begroet de nieuwbakken dag Het muisje rept zich vanuit het onderhout Spinnekop kruipt langzaam over z’n bedauwde rag De kraaienkolonie ontwaakt met veel misbaar Het paardebloempluis hangt halfverzopen neer Prikkeldraad behangen met vochtig schapenhaar De vroege koolmees vliegt al driftig heen en weer Straks heeft de wereld weer een ander decor Wordt het warmer door de zonnedrang Zij dringt dan overal met haar kracht in door Maar dat is echter nu niet van belang….. Wees stil en…. Laat me even van dit moment genieten Pieter Plenter
Gesloopt
Gesloopt zijn ze, de ankers van mijn dromen, weg is m’n geboortehuis- de schulp van mijn wezen. De rode schuur, het kippenhok, de tuin met de oude bomen. De schaduwplek waar ik 's zomers zat te lezen. Weg ook alle geuren, kornoelje, jasmijn en maggikruid. Het grintpad, en het tegelstraatje naar het fietsenhok met de stoffigvuile, scheef gebarsten ruit. De moestuin, het grazige plekje voor de bok.... Dit alles moest verdwijnen voor iemand anders ideaal Al wat blijft zijn mijn dierbare herinneringen Mijn oude wortels zijn weg... alles is kaal Tja... zo gaat dat met die dingen.....
Pieter Plenter
Droom-eten Prei, selderij en marjoleingesneden ui en verse tijmpoeder van paprika en van peper ookgrote hamschijf met een dikke knooken als het nodig is.. voor de lekkerbekkleine stukjes gesneden gerookt vetspek gemalen kruidnagel, een beetje komijnook zout en knoflook moet er zijnblokjes aardappel, blokjes peenoh, en rookworst moet er ook doorheenniet vergeten...vers geweekte bonen… bruinen peterselie zojuist gesneden van de tuineen paar uur sudderen op een drie pits oliestelja echt lieve mensen… dan weet ik het weleen grote panvol genoeg voor een hele groepvan die overheerlijke bruine bonensoep
Pieter Plenter
VoorJaar Zachte haren, bruin en wit Katjestakken ontluikend groen In zichzelf ruikend narcissenflirt Geur van nieuw, de geur van bloem Paars en geel, door opschietend gras Een lijstertriller begroet de opgaande zon Stil eendgekwaak op vlakspiegelend waterplas Ontwakend de distelvink, gekleed in goudgalon vijf uur 's morgens, geen geluid van achteloos mens nergens gerammel, getoeter of geschreeuw op straat laat het eeuwig zo blijven, ’t is echt mijn enige wens alleen de natuur die de wereld met diffuse stomheid slaat Pieter Plenter
Bolderkarren De bolderwagen rollend langs akker en bos Over zandgeelbelopen pad, stuifstoffig Hoofdknikkend paard, de teugels los Hij weet de weg, sjokkend, sloomsloffig Warme zomernamiddag, loom en klam De bak vol met aardappelen en graan Op de bok zit de boerenknechtenman Heeft zojuist zijn dagelijkse werk gedaan Op weg naar vrouw en een bord met grutten Daarna een appel en lekker rusten tot de avondbel Buiten op het bankje voor de deur even dutten Dan een pijpje vol tabak, koffie met kandij en met vel Dit is het leven wat hij nooit zou willen missen En wat hij altijd zonder morren heeft gedaan Zonder schokkende en vreemde gebeurtenissen Gelukkig en tevreden met dit simpele bestaan. Het is niet aan iedereen, dit Gods gegeven Maar ik wens een elk een boerenknechtenleven
Pieter Plenter
Warme SneeuwDorpsweg langs bevroren kanaalKale eiken wit gemutst met glas bepegeldIk voel me warm, dikke jas en sjaalMaar meer nog is het de wollige kilteDie mijn gemoed zacht onderdompeltIn kerstsfeer beleven van verlichte avondstilteGeknoerp van mijn schoenen die…Onvast over een onzichtbaar voetpad lopenMet moeite en onevenwichtig sturenOntwijken van opgewaaide witte hopenScherpe oude geuren van huislijke vurenBrandend, blokken oude turf en houtGinder…. zie, het raam van liefd' en wellekomDe silhouetten bekend en vertrouwd……Het begint weer te sneeuwen, het doet het eromPieter Plenter
ZomeravondzoemHangend uit mijn kleine slaapkamerraam boven opoe’s bank, de tuin en de regenput snuivend de geur van appel en braam windstille zomer, warm en beschut De zakkende rode zon half in de ogen Opa, nog wat schoffelend in de tuin hoog vliegen zwaluwen met grote bogen Jagend boven velden, gekleurd lichtbruin Zacht zingen van Opoe, buiten op de bank Merel, vink, lijster en leeuwerik wed-strijdend om de mooiste klank Doch Opoe wint, tenminste, dat vind ik Opa kijkt op, lacht, en zwaait me toe en zet zijn schoffel aan de kant klompend, schuifelend, een beetje moe Gaat naast haar zitten, kromme vingers op haar hand. Een verre trekker, rinkelrammelend over een brug het geronk van een sproeivliegtuig in verre rust het hoge zoemen van een vlieg, bij of mug een gelukzalig gevoel maakt zich van me bewust Hier mag ik dan, 10 jaar oud, zittend op mijn knieën mijn tranen druppend op het raamkozijn, in vol besef, genietend met ons drieën kan geluk gelukkiger zijn……. Pieter Plenter
ZomermorgengroenSlaperig de dunne lakens opzij gegooid ik hoor de roep van opoe voor ‘t ontbijt de zon die zijn licht door het raampje strooit reeds wollig warm en vol belofte van jolijt snel naar beneden, de waslap om de snuit in de kamer het zingen van de ketel op de stoof roggebrood met kaas, thee met melk en een beschuit snel een dankgebedje voor het geloof door de ruit zie ik hem al staan tegen de schuur Opa heeft hem weer helemaal piekfijn opgeknapt fier schuin leunend aan de oude rode muur de pedalen helemaal versleten getrapt zíjn ouwe stoere ros staat tegen de mijne aan vandaag gaan we met zijn tweeën op de fiets zoals gisteren beloofd, vlak voor het slapengaan “waarheen”? vraag ik, maar lachend zegt hij niets de grijs geruite pet staat scheef op zijn witte haar de pakjes brood, achterop gebonden met touwtjes Opoe’s kus, haar lieve blauwe ogen helder en klaar Wat houd ik toch van ze, deze foutloze oudjes. Pieter Plenter
HerinneringenHoe worden onze herinneringen wakker gemaakt de fijne fluwelen en zachte gedachten wat opent toch die soms stijf gesloten deuren die het leven van een mens’lijk bestaan verzachten De gedachte aan een lang vergeten vriend komt ineens naar boven door het ruiken van warm brood dat wordt opgediend of het horen van een hele oude hit blijkt te horen bij dat mooie blonde meisje die toen in de bus lachend naast je zit Het rollen van een glazen knikker op de stoep doet je ineens weer denken aan je oude straat waar je met het liefste meisje uit de groep spannend verstopt zat achter het brandblusapparaat Maar ook de gedempte kleuren van een mooie roos geven je warmte als je plots je moeder voor je ziet In die jurk van donkerrood velours, zo broos dansend op een bruiloftsfeest van Greet en Piet. Het zijn de smaken, geluiden, geuren en kleuren die doen denken aan dingen in ’t verleden, ze openen gelukkig steeds die deuren, Om even heerlijk in onszelf terug te kunnen treden.Pieter Plenter
foto; Steye Ravies
DE WOLKVOGEL Witte reuzen begeleiden zijn laatste reis De Wolkerse wolken fluffig en pedant Hij was groot, groter dan zijn zijn Warrig en onduidelijk zijn praatgrage mond Ieders ogen gekleefd aan de barstige lippen Mierenheuvels, wespennesten in rouw gedompeld Pissebedden, spuugbeestjes, grijsgrauw duingras Vogels, bunzingverdriet......overrompeld..... Geslagen glazen, gebarsten scheuren, monumentaal Kunstenaarsbloed gekropen langs palet en penseel Beeldenaars beeldend, natuurlijk abstract Boekenvol diepzinnig en plat..... taal is mooi. Mooi.... uit ZIJN pen en penseel Hij is terug...... Terug naar Oegstgeest. Dag Jan... bedankt!
Pieter Plenter
Wander van Polen is geboren op maandag 23 oktober 1876 in Smilde, zoon van Hendrik van Pool (ook van Polen) en Jeltje Bremer. Wander is overleden op dinsdag 8 december 1959, 83 jaar oud. Wander trouwde, 24 jaar oud, op zaterdag 15 juni 1901 in Smilde met Geertruida Doek, 20 jaar oud. Geertruida is geboren op dinsdag 14 september 1880 in Odoorn, dochter van Hendrik Doek en Fennechien Breedvelt. Geertruida is overleden op donderdag 6 september 1962, 81 jaar oud.
Geertruida Doek is geboren op dinsdag 14 september 1880 in Odoorn, dochter van Hendrik Doek en Fennechien Breedvelt. Geertruida is overleden op donderdag 6 september 1962, 81 jaar oud. Geertruida trouwde, 20 jaar oud, op zaterdag 15 juni 1901 in Smilde met Wander van Polen, 24 jaar oud. Wander is geboren op maandag 23 oktober 1876 in Smilde, zoon van Hendrik van Pool (ook van Polen) en Jeltje Bremer. Wander is overleden op dinsdag 8 december 1959, 83 jaar oud. Hieronder een aantal van hun kinderen:
Geert van Polen. ( had in Tweede-exloermond een cafe)
Jan van Polen.Twee keer, de eerste keer als soldaat.
Wander van Polen en daarnaast zijn vrouw Geertje van Polen.
Hendrik van Polen en zijn gezin.
Van links naar rechts: Jan, Barteld en Rieks van Polen.Foto waarschijnlijk gemaakt bij een kerk in Tweede-exloermond.
Hier werken Wander van Polen en zoon Jelle bij een zware klus hoogstwaarschijnlijk in de werkverschaffing ergens in de venen.Foto van ongeveer 1924.
Afgebeeld Wander van Polen.Onduidelijk is welke Wander wordt bedoeld, Wellicht de zoon van Wander van Polen en Geertruida Doek.
Onbekende locatie en jaartal.
Alle foto's; www.sloots.eu
J.C. Bloem (1887-1966) Is zo ongeveer de meest gelezen en meest geciteerde dichter in Nederland.Meer dan 50.000 exemplaren van zijn poëzie gingen over de toonbank.En regels “Denkend aan de dood kan ik niet slapen, en niet slapend denk ik aan de dood” en “Voorbij, voorbij, o en voorgoed voorbij” hebben zich in menig hoofd vastgezet.Hij wordt de dichter van het verlangen genoemd. Hij is van de dichters van "de generatie van 1910" die zich vooral bezighield rond het tijdschrift :De Beweging Ondanks zijn beknopte oeuvre is J.C. Bloem een van de belangrijkste dichters van zijn generatie. Daarnaast is Bloem belangrijk vanwege zijn al even beknopte, maar hoogwaardige essayistische werk. ( Een essay is een beschouwende prozatekst waarop de schrijver nadrukkelijk zijn persoonlijk stempel heeft gezet.) http://www.dbnl.org/tekst/bloe001leve01_01/Bloems esthetisch hoogstaande poëzie is doordesemd van het verpletterend besef dat wij op deze wereld zijn gezet om te sterven. Het gedicht "Zondag" uit 1931 illustreert dit treffend:
Niet te verzoenen is het leven, Ten einde is dit wellicht nog 't meest: Te kunnen zeggen het is even Tussen twee stilten luid geweest
Betekenis van Bloems werk Bloems werk is doordrongen van verlangen naar een ideaal verleden dat nooit als zodanig bestaan heeft. Door het werkelijke leven ontgoocheld, wist hij tevens dat zijn verlangen nimmer bevredigd kan worden: noch door zoekend te zwerven, noch door de liefde, noch door zich terug te trekken uit de wereld. Slechts zijn dichterschap bood een weg tot omgang met dit verlangen. Op latere leeftijd nam het besef van ontgoocheling toe en speelde berusting in het noodlot een allengs grotere rol. Ook de dood speelt in zijn rijpere werk een grote rol. Toch bevat zijn werk ook gedichten waarin sprake is van innerlijke rust, juist bij het aanschouwen van zaken die in eerste instantie treurigheid zouden kunnen opwekken, zoals het inktzwarte water van een kanaal, of 'grauwe, stedelijke wegen'.
http://www.trouw.nl/krantenarchief/2001/09/13/2470577/Ondermijnd_van_dromen.htmlDe oudste regels die we van Bloem kennen:'Het leven is een wond met roofies, de ene neemt het tragisch op, de ander filosofies'De nieuwste Delta-uitgave is Verzamelde verzen van J.H. Leopold (1865 – 1925). Dichter J.C. Bloem noemde hem ooit ‘buiten kijf de allergrootste figuur sinds eeuwen in de Nederlandse letterkunde’, iets dat hij overigens ook van Hendrik de Vries beweerde. Leopold is nooit echt veel gelezen, zijn meest bekende gedicht begint met Om mijn oud woonhuis peppels staan. Maar zijn invloed is zeer groot: Gerrit Achterberg, Martinus Nijhoff en Ida Gerhardt zijn z’n meest bekende leerlingen.
Biografie van het leven van J.C.Bloem Van alle dingen los: het leven van J.C. Bloem auteur: Bart Slijper
Korte bespreking: J.C. Bloem (1887-1966) is een nog steeds levend monument van onze literatuur. Zijn naam roept onmiddellijk de gedachte op van onvervulbaar verlangen naar verloren geluk - dat zijn beslag krijg in licht ogende, melodieus gestemde, sombere beelden, gelardeerd met eloquente berusting. Daarbij voegt zich het beeld van een saai ambtenaarlijk bestaan, met ruimte de prachtige verzen te schrijven. Ons beeld is mede bepaald door Bloems levenspartner Clara Eggink. Op basis van brieven en archieven tekent de biograaf helder en meest zakelijk leven en werk. De poëzie wordt niet geanalyseerd, maar als uiting en illustratie van het leven geciteerd. Bloems eigen essayistische werk dient om zijn poëtische denkbeelden te verhelderen. Resultaat is een zeldzaam benauwend inkijkje in een in uitzichtloosheid rondcirkelend leven: indolentie, drankzucht, eeuwige schulden, verantwoordelijkheid ontwijkend, extreem egocentrisch, reactionair en bij dit alles toch een innemende persoonlijkheid. Slijper duidt gelukkig nauwelijks.Wel geven zijn ironische observaties gelegenheid om af en toe op te ademen. Hans Groenewegen bron: © NBD/Biblion, 2002-2007
Poëtische ongrammatikaliteit
Wanneer een dichter opzettelijk de grammatikale regels negeert om een bepaald effekt te bereiken, opdat de lezers dit er dan ook uithalen, spreken we van poëtische ongrammatikaliteit. Uit het gedicht van Leopold is al gebleken dat het taalgebruik van de dichter ‘rijker’ is dan het gewone taalgebruik, waarin dergelijke ongrammatikale taalbouwsels afgewezen zouden worden. De dichter kan met een ongrammatikale konstruktie meer tot uitdrukking brengen, omdat de lezer kennis van dezelfde taal bezit en dus gelijk gaat vergelijken met het grammatikale: op deze manier kan de dichter de lezer aktief bij de tekst betrekken. De kategoriefout in het gedicht van Leopold was niet zo moeilijk te vinden en uit te leggen. Moeilijker is dit in een gedicht van J.C. Bloem waar we nu op ingaan.
We geven nu een voorbeeld van een bepaald type van poëtische ongrammatikaliteit. Een gedicht van J.C. Bloem luidt:
De voorbarige
Oud, nutteloos, verguisd, vermoeid, verraden,
Maar meer nog reddeloos door eigen schuld,
Al lang voorbij de mogelijkheid van daden -
Waarom had hij opeens niet meer geduld?
Wat dreef hem, die vanzelf wel dood geworden
Zou zijn, tot dezen noodeloozen spoed
Om overhaast zich tot een reis te gorden,
Die iedereen ten slotte aanvaarden moet?
In welk opzicht is dood geworden (regel 5) ongrammatikaal? Welke regel heeft Bloem overschreden? Om antwoord op deze vragen te kunnen geven, moeten we nagaan welke regel verbiedt dat dood met worden wordt verbonden. Dood behoort tot de kategorie van de bijvoeglijke naamwoorden. Uit 4.10 is al gebleken dat er bijvoeglijke naamwoorden zijn die geen graadaanduiding toestaan en niet met worden zijn te kombineren. Voorbeelden van dergelijke bijvoeglijke naamwoorden zijn aanwezig, dicht, open en spoorloos. We kunnen niet zeggen * De deur wordt dicht en ook niet * De deur is erg dicht. Het woord dood blijkt ook tot deze groep bijvoeglijke naamwoorden te behoren: * De kat is erg dood.
Met deze grammatikale kennis kunnen we iets meer zeggen over Bloems taalfout. Het is weer een kategoriefout, dikwijls door dichters gebruikt. Het bijvoeglijk naamwoord dood wordt in Bloems gedicht gebruikt alsof het tot de kategorie van de graduele eigenschapswoorden (zie 4.2) behoort, zoals mooi, oud, enz. Deze kategoriefout is van belang voor onze interpretatie (zie 5.4). Dood worden drukt veel meer dan bijvoorbeeld dood gaan een geleidelijk proces uit, vergelijkbaar met vergrijzen, verdorren of verwelken. ‘Men wordt steeds doder’ lijkt Bloem te willen zeggen. Dood worden vormt een tegenstelling tot dezen noodeloozen spoed (regel 6) en staat in verband met geduld in regel 4. Het geduld is hier het vermogen om de geleidelijke aftakeling tot het einde toe af te wachten. De spoed is de spoed waarmee de ‘voorbarige’, de man die zelfmoord pleegde, dit geleidelijke proces deed aflopen. Het proces van het ‘dood worden’ is op deze manier verhaast, niet veranderd.
Als Bloem in plaats van dood geworden had geschreven doodgegaan dan zouden we dit gedicht niet zo hebben kunnen interpreteren als hierboven is gedaan. Door de opzettelijke kategoriefout, de poëtische ongrammatikaliteit, heeft de dichter een extra uitdrukkingsmiddel tot zijn beschikking. Van de lezer wordt verwacht dat hij op grond van zijn taalkennis deze kategoriefouten ontdekt en kan verklaren. Het ‘afwijkend zijn van het gewone taalgebruik’ is een van de belangrijkste kenmerken van het literaire taalgebruik. Als we dat gewone taalgebruik helemaal beheersen, kunnen we ook de afwijkingen verklaren. Zie voor poëtisch taalgebruik ook 8.4.
A une passante Het is niet anders: elk gevoel vergaat, Door watten daaglijksheid ten dode omwonden. Voor immer zwijgen eens verrukte monden Van een voorbijgaand liefelijk bevonden En dan voorgoed nooit meer aanschouwd gelaat.
J.C. Bloemuit: Het verlangen, P.N. van Kampen & Zoon, Amsterdam 1921
Aan zee Een gore zee; Aan 't strand daarvan: Van lieverlee Een eenzaam man. Zijn blik is naar Verlatenheid - Geen uitzicht, waar Men die vermijdt. In 't niets verglijdt, Zonder misbaar, De hooploosheid Van weer een jaar. De mond blijft stom Tegen den tijd, Want ouderdom Is eenzaamheid. Uit: Verzamelde Gedichten, 1965.
Afscheid Ieder scheiden is van 't laatste scheiden voorbode, ieder bed van 't laatste bed. Alle sterfelijke wegen leiden naar het eind waarvan geen liefde redt. In het stedelijk duister van de straten nemen we afscheid - en het drukt als lood, kijken om en wuiven, reeds verlaten, slaan de hoek om, en het is de dood. J.C. Bloemuit: Het verlangen, P.N. van Kampen & Zoon, Amsterdam 1921
Afscheid
Het donkere muziekgeklaagEn 't vaag rumoer der vele stemmenZweeg. Alles scheen in een te zwemmenIn 't licht der eerste tranenvlaag
Wij kusten toen als kind en kindIk zag mij lopen langs de trappenHoorde den doffe deur dichtklappen,En buiten was 't al herfst en winterJ.C. Bloem voor het eerst naar schooluit: Het verlangen, P.N. van Kampen & Zoon, Amsterdam 1921
Afscheid Wanneer wij ´s avonds ´t dorp inkwamen geurden de linden, of wij zagen voor het huis de meidoorns, die hun vage bloesems beurden in scheemring van zacht bladerengesuis. Het leven stuurt ons hooploos heen en weer. Waar zullen ons de laatre lenten vinden? Ik vraag niet langer. Ik weet slechts: niet meer zien wij tezaam die meidoorns en die linden. J.C. Bloem
De bedelaar. Heet mij niet zitten aan uw blanke tafel, Bij 't ongewende zilver en kristal; Laat niet verkwijnen 't schoon van vuil en rafel Naast uwer pronkgewaden purpren val. Geef mij geen wildbraad, dat in duizelschijnen Van spiegelende luchters dampend praalt; Laaf mij niet met uw koelgestoopte wijnen, Uit rag en vocht van kelder opgehaald. Verstoot mij naar de lage, zwarte keuken: Onder der zware balken molm en roet Ete ik uit vaatwerk, bros van bruine breuken, De simple spijze, die vermoeiden voedt. Daar zullen uw dienaren, na volbrachte Dagtaak, zich rond mij scharen bij de haard, En naar de wijze luistren, die hun nachten Met woorden, diep van nieuwe droom, verklaart. Wanneer mijn lijf gesterkt is en mijn voeten Geheeld zijn, ga ik heen bij 't avondrood. Niet als een vreemde zal 'k de nacht gemoeten; Hij brengt mij wel naar de einder, die steeds vlood. J.C. Bloem. 1887-1966 Uit: Verzamelde gedichten. 1976
De Dapperstraat Natuur is voor tevredenen of legen. En dan: wat is natuur nog in dit land? Een stukje bos, ter grootte van een krant. Een heuvel met wat villaatjes ertegen. Geef mij de grauwe, stedelijke wegen, De in kaden vastgeklonken waterkant, De wolken, nooit zo schoon dan als ze, omrand Door zolderramen, langs de lucht bewegen. Alles is veel voor wie niet veel verwacht. Het leven houdt zijn wonderen verborgen Tot het ze, opeens, toont in hun hoge staat. Dit heb ik bij mijzelve overdacht, Verregend, op een miezerige morgen, Domweg gelukkig, in de Dapperstraat. ... uit de bundel: 'Quiet though sad' (1947) ...
De Gelatene Ik open het raam en laat het najaar binnen, Het onuitsprekelijke, het van weleer En van altijd. Als ik één ding begeer Is het: dit tot het laatst beminnen. Er was in dit leven niet heel veel te winnen. Het deert mij niet meer. Heen is elk verweer, Als men zich op het wereldoude zeer Van de miljarden voor ons gaat bezinnen. Jeugd is onrustig zijn en een verdwaasd Hunkren naar onvergankelijke beminden, En eenzaamheid is dan gemis en pijn. Dat is voorbij, zoals het leven haast. Maar in alleen zijn is nu rust te vinden. En dan: 't had zoveel erger kunnen zijn. J.C. Bloem
DE JONGGESTORVEN DICHTER Een voorjaarsdag van wind- en zonnespelen En wolken stormend langs 't verscheurde blauw, Waaruit, het land langs, vreemde schijnen gelen; Als 't kil in schaduw is, in zon reeds lauw - Toen toog hij uit in 't bootje, storm-bevlogen. De wind floot door de rieten langs den stroom. Hij zat aan 't roer, gelukkig en bewogen, Alsof hij voer naar een beloofden droom. De dag verstreek. De wolken bleven jachten. De wind floot immer nog door 't suizend riet. De schemer kwam 't vervagend land omnachten, Men tuurde in 't duister uit: hij keerde niet. Was het de kracht des winds, de macht der golven? Hijzelf heeft wel zijn sterven niet gewild. Maar toen de koele stromen hem bedolven Heeft geen verzet zijn brekend hart doortrild. Want in hem leefde een drang, als in ons allen, Die staag in daden om verlossing schreit, En, als weerstrevinge' alzijds ons omvallen, Niet minder brandt, maar nu den dood gewijd. Dien vlood hij niet, toen hem dat beeld kwam dagen; Het lokte hem met een bekende stem - Midden in 't voorjaar lag hij daar, verslagen, En al de dromen in zijn hart met hem. O aarde, spreid hem diep en zacht en teder Een bed waar 't groen van vochte zoden is, En bloesemschaduw wiegelt heen en weder In stilte, die gewijd door doden is. Want hij was een van die rampzaalge velen, Die krampen in de grens van hun bestaan, Om wie de nevelen zich nergens delen, Wier paden nimmer naar hun dromen gaan. Gij gaaf t de donkers hun om te bewonen; Tranen, die loutrend wel, maar bitter zijn. Toch, hoe ze ook klaagden om hun poovre lonen, U smeekten zij vanuit hun stervenspijn. Want zij beminden u: de goede koelte Van uwe waatren en uw welig loof; De vreugde om maneschijn of zonnezwoelte; De oogstdroom, dicht aan uw hart, op warme schoof; De schoonheid uwer paden na den regen, Als in de plassen 't blauw weerspiegeld ligt, Alsof de mensen waden door de wegen Des hemels met een stralend aangezicht; De brand der steden, die de levens slorpen En bannen in de kilte van hun schijn; En de vergeten weemoed van uw dorpen, Wier huizen hurken om de kerk op 't plein. Dan, andren waren er die daarvan spraken, Met een bewogen en een schoon geluid, In zangen, die hun dromen konden slaken - Niet zij: gij doofdet zacht hun harten uit. Zo was ook hij een. Toen zijn zinkende ogen Braken, 't water zijn reutlende' aêm verdreef, Heeft slechts één pijn zijn zwijmend brein doorvlogen: Dat nu de droom zijns harten woordloos bleef. -Nu is het herfst en gaat de tooi verglimmen, Die nog als laatste om de aardse dingen lag. Mijn peinzen drijft naar dood en verre kimmen En ik gedenk hem, dien ik nimmer zag. Ik vind geen rust meer bij den vreê der lampen, Mijn hart is vol en droef in 't nachtgeruis. Maant mij zijn schim in de onbestendge dampen, Die sluieren en weven om mijn huis? J.C. Bloem bron:http://gedicht.canandanann.nl/gedicht/nederlands7.htm#KERKHOF_IN_EEN_OUD_STADJE_AAN_ZEE_
De nachtegalen Ik heb van 't leven vrijwel niets verwacht, 't Geluk is nu eenmaal niet te achterhalen. Wat geeft het? - In de koude voorjaarsnacht Zingen de onsterfelijke nachtegalen. J.C. Bloem (1887-1966) Uit: Avond (1950), opgenomen in Verzamelde Gedichten (1965)
De stervende Wanneer de schamele vermoeid is van het dwalen; door al de wrede dagen van zijn leven heen, Zoekt hij den blanken vreê der stille hospitalen; als eindelijke heul voor lang-verkropt geween. Zijn handen zijn verdord in 't uurlijks-moeizaam sloven, zijn haren zijn vergrijsd bij 't gele lampenlicht, Dat drukkend suisde in de door zon versmade alkoven, waar hem het werk de rimpels groef in het gezicht. Hij vlucht zijn arme straat en zijn benauwde woning,en de oude vrouw,die eens hem droom van liefde schonk Te snel verganen droom, waar hij voor schriele loning; moest nutten 't uur dat hem voor tederheden wonk. Nu in het paarlen licht, dat door de hoge ruiten der wijde zalen zeeft, ligt hij in 't witte bed, En voelt, bij 't hopeloze staren steeds naar buiten, hoe hem een trage traan de holle wang benet. Want hij herdenkt zijn jegd, zijn zorgeloze dagen in 't kleinde dorpje, dat hij nooit meer heeft aanschouwd; De vrijheid van de wei, de brand der zonnevlagen, de friste, die des morgens op de velden dauwt; De spelen op het kerkplein, voor het uur van negen;hem joeg in dartlen draf naar 't donker schoolportaal; De tochten, 's zondags, langs de de dijken en de wegen, de krachtge koelte van de baden in 't kanaal En de avonden, te midden van de trouwe dingen, met ouders, broers en zusters om het vlammend vuur, De nachten vol van blijde dagherinneringen, wen, wakker, hij de duisters peilde in star getuur. Een bitre weemoed komt de' ellendige genaken, wanneer zijn groot verlangen weg van 't ziekbed staart, Maar niet dan eindloosheid van grauwe en rosse daken en wat noodrufig groen van bladeren ontwaart. Dan komt de schemering zijn uitzicht overgrijzen; hij wendt zicht van het raam af met zijn wrakke kracht, Blikt langs den kamerwand, waar vreemde schaduws rijzen, en sluit zijn ogen voor den naderenden nacht. J.C. Bloem
De voorbarige
Oud, nutteloos, verguisd, vermoeid, verraden,
Maar meer nog reddeloos door eigen schuld,
Al lang voorbij de mogelijkheid van daden -
Waarom had hij opeens niet meer geduld?
Wat dreef hem, die vanzelf wel dood geworden
Zou zijn, tot dezen noodeloozen spoed
Om overhaast zich tot een reis te gorden,
Die iedereen ten slotte aanvaarden moet? J.C. Bloem
Eerste lentedagWeer de lente. De verbijsterde ogen, Falende in het winters-bleek gezicht, Zien de huizen en de bruggebogen Op en neer gaan in het wankel licht. Zien en zien niet door de duizelingen Van de weer oneindige rivier; Zon en water kruisen daar hun klingen En het hart is bonzend en niet hier. Weer een lente en de bitter-eigen Zilte geur, die langs de kade glijdt. Is 't tij, dat stroomopwaarts komt stijgen - Of de zeelucht van de eeuwigheid? (Uit: 'Eerste lentedag' uit de bundel Media Vita)
Euthanasia
In dat geweldige uur, waarin het vege leven Nog eenmaal – maar hoe zwak – de broze wieken rept, Wanneer de hoop, nabij de grenzen van haar sterven, Als een gebarsten klok haar laatste slagen klept, Verlate dan de ziel haar vleselijke woning, Die weldra achterblijft, een dienaar zonder heer, Gelijk de zatte bij, die zwaar van de’aardsen honing, Wegvliegt van ’t geurge veld door gouden schermersfeer. Dan geven God zijn rust aan de vermoeide voeten, Vermoeid van ’t zwerven langs der wereld heerlijkheid, Gezweept door ’t dagelijks verlaten en ontmoeten, Maar nimmer naar een vast en veilig doel geleid. Rust aan de handen, die zo dikwijls smekend trachtten De vreugd te grijpen bij haar langswaaienden zoom, Maar van een koenen greep geweerd door die gedachten: Dat de vervulling steeds het einde is van een droom. En rust aan de ogen, die, verblind van ’t stof der straten, Van tranen om het leed der eenzaamheid gedoofd, Toch nimmer leerden om, ontgoocheld en gelaten, Het leven te zien gaan voorbij het lustloos hoofd. En bovenal aan ’t hart, dat overal wou wonen, En nergens wonen kon, daar steeds het elders riep, Een rust als van wie droomt, gewiegd op verre tonen, En niets meer voelt dan een bekoring, koel en diep. Rust, rust en vroom ontzag bij ’t grootste der geheimen: Een mens, om wien nu luwt het wereldse gedruis, Zoals na lentedag de woeste stormen zwijmen, En ’t hoorbaar stiller wordt rondom het donker huis. Dat dan één zekerheid hem stervenskracht verlene: Verzadigd heen te gaan van ’s levens koningsmaal, Opdat hij ’t hoofd niet kere en tegen ’t kussen wene Bij ’t wrange denken aan den eersten morgenstraal. -J.C. Bloem
Geluk Moeilijk gewoon geluk, Klein schijnend, maar het meeste – In uw wanhopige queeste Raakt het hart oud en stuk. Hoe schijnt het sterk en groot, Het roekeloze leven: ’t Volstrekte na te streven Ten spijt van tijd en dood. Maar arm is het en voos, Op ijdele kracht te roemen, Bevel van ’t lot te noemen Wat de eigen zwakte koos. Dit alleen doet de smart Der daaglijksheid verduren: Een liefde als kamermuren, Als lamplicht om het hart; Een trouw, die nimmer faalt Bij de afval van de velen, Maar ’t lange leed blijft delen Totdat het leven daalt, En ’t laatste samenzijn Van wie de dood moest lijden En wie die nog moet beiden Verheldert met zijn schijn.
J.C.Bloem
GRAFSCHRIFT Het in zijn roes slechts half geleegde glas Staat naast de stoel, waar hij heeft uitgestreden; Het laatste boek is op de grond gegleden In de om de kachel heen gemorste as. Wat geeft het of men zo of anders leeft? Dit zagen de verschrikten, die hem vonden: Een mens, die niet meer bloedt uit duizend wonden, Maar 't leven eindlijk overwonnen heeft.
GURE ZOMER Ononderbroken teisteren de dagen Een grauwe wereld, die geen zon bescheen, En met hun onverbiddelijke vlagen Regent de laatste hoop uit 't leven heen. Op weg naar 't graf is men niet meer verbolgen, Men wacht gelaten wat het lot besloot En denkt aan 't enige wat nog kan volgen: Najaar en ouderdom, winter en dood. J.C. Bloem uit: Verzamelde gedichten
HerfstdagJ.C. BloemDe tuinders werkten in de bruine hoven,De wereld was verlaten van geruchtEn het oneindig najaar spande erbovenDe paarlen sfeer van een gelaten luchtZo was het hier, zo moest het elders wezen:Herfst, land mensen in een stil verband,Waarboven , in berusting uitgerezenEen overal gelijke hemel spant.Wat dan te doen, in grijslandschap, grijze luchten,Uit de oudste dromen van de ziel gemaakt,Wat met dit hart te doen, welks diepste zuchtenAl haast niet meer naar deze dingen haakt?bron: Verzamelde gedichtenUitgever: A.A.M. Stolz, 's-Gravenhage.
Het Baanwachtershuisje Het kleine huis, dat aan de spoorbaan staat, Waarlangs de koorts van het reizen komt gevlogen, - De bonte was hangt aan de lijn te drogen - Wie weet, hoe zacht daarbinnen 't leven gaat? En deze jonge moeder met het kind - Haar dromen drijven op haar zuivre zinnen Naar de verliefdheid van het eerste beminnen Bij de oude omhelzing van de zomerwind. Maar zelfs al was dit onuitzegbre mijn, Nog zou het diepst verlangen niet verdwijnen Om na dit derven en dit lange schijnen Eindlijk te zíjn. J.C. Bloemuit: Het verlangen, P.N. van Kampen & Zoon, Amsterdam 1921
Het Brood Hij die de broden snijdt aan blanke sneden, Vol aandacht, en ze in liefde reikt aan haar, Die aan zijn tafel, needrig en tevreden, De gaven aanneemt met een stil gebaar- Hij hongert naar volkomene bevrijding Van wat de ziel meer nog dan 't lichaam deert, En voelt, dat nu een vrede en teedre wijding Op lichte vleugels langs zijn dromen scheert. Zijn ogen dwalen langs de stille dingen, Die staan ten dis in de oude regelmaat. Hij voelt zich leven van herinneringen, Wier warme bloedstroom hem door 't harte gaat. Hij peinst, ontroerd, aan 't ongemeten koren, Wier gouden golf onze aarde wijd bestroomt; Aan de arbeid van de maaiers in de voren, Die het verwint en binnen schuren toomt; Aan 't werk der bakkers bij den blakende' oven, Des nachts, als 't buiten koel is en verstild: Zij smakken 't deeg neer, meel komt opgestoven, En horen, hoe de eentoonge krekel trilt. Hij neemt van heel den zegen dezer aarde Een deel - hoe klein, maar onvervreemdbaar 't zijn; En houdt zichzelf van meer noch minder waarde Dan al wat leeft onder den zonneschijn. En o, dat hij nu nimmermeer vergete De makkerschap, die in elk wezen school. Hij glimlacht, en hij weet bij iedre bete Zijn tijdlijkheid gevoed door dit symbool. J.C. Bloemuit: Het verlangen, P.N. van Kampen & Zoon, Amsterdam 1921
Het Einde
Wat geeft het, of wij hier of elders sterven? Leven is altijd: naar den dood toe gaan. De haardgebondenen en die verzwerven Vinden één graf aan 't eind van hun bestaan
J.C. Bloem
Het gestorven meisje- Aan alle aanvalligheden Vermaagschept, een kleinood Van ziel en lijf en leden- Maar heeft dit ooit gebaat tegen den blinden dood? O groen der eerste landen, O dauw van voor den tijd, Doorschenen wolkenranden - De wereld heeft geen plaats voor zulk een lieflijkheid. J.C. Bloem
Het Horloge Nachtstilte en ouderdom. O onwaardeerlijk wonder, Dat met het stijgen van de snelle jaren vlood: Naar de secondenwijzer kunnen kijken zonder Te denken aan het naadren van den zeekren dood. J.C. Bloem
HET OUDE KERKJE De vroege voorjaarsdag was stil en koud, De egale hemel nog te bleek voor regen, En langs de vale, mensenloze wegen Werd het hart zonder pijn en tijdloos oud. Een glanzen water aan de kim, daarvoor Een bomenrij en een versomberd weiland, en op een lage heuvel als een eiland 't Verlaten kerkje, in de eenzaamheid te loor -Hiertoe had dan het leven mij gevoerd: Na veler zware dagen ommekomen, Verteerd van daden, ondermijnd van dromen, Dit land te aanschouwen, nauwlijks meer ontroerd. J.C. Bloem 1928/1929
Het portret Wanneer ik dood ben en de donkren komen, Geef me 't portret niet mee, dat altijd mij Ten hoofdeneinde stond en in mijn dromen. Ik merk er toch niets van. Het is voorbij. Neen, ik wil niet, dat na de laatste morgen De beeltenis van dit bemind gelaat, In een tot molm geworden kist geborgen, Diep in de muffe grond met mij vergaat. Doch als ik stervend ben, maar nog niet henen, Dan wil ik 't houden in mijn vege hand. Mijn laatste denken moet nog zijn doorschenen Door 't liefste waar het zich aan had verpand. Want ik berust erin. 'k Heb in mijn streven Naar iedere andre liefde om niet gehaakt - Door deze alleen is dit rampzalig leven Tot onuitsprekelijk geluk gemaakt.
JC Bloem
HerinneringDe gloeiende avond in de kleine stad: Verlichte ramen stonden ruisend open Naar zomertuinen en het langzaam lopen Van de geliefden langs het grijze pad. Als dit geheime ooit wéér te leven was: Hoe dat het zachte licht van een lantaren Scheen op de donkere, gedempte blaren, Wist het hart, dat het van den dood genas. Maar het vergankelijke kent geen keer Dan in de opstanding der herinneringen; Gistren is even ver als deze dingen: In het verleden is de tijd niet meer. Toch zullen bij het sluiten van den kring, Waarin ons dreef des levens streng beschikken, Die als de lucht onhoudbare ogenblikken Onze enige eer zijn en rechtvaardiging. En zullen we, in de wervling van den tijd En de vervoeringen, die niet beklijven, Indachtig aan onze oude dagen blijven Met onvergankelijke aanhanklijkheid. Tot aan het zwichten en het laatst getij, Wanneer de wereld één wordt met het duistren, En wij de niet te horen woorden fluistren: Voorbij, voorbij, o en voorgoed voorbij. J.C. Bloem
Huiswaarts Reizende In de trein. De tijd vergaat met dromen. Op de ruitjes wiegelt avondrood Als ik bij u ben gekomen, Ben ik weer wat nader bij mijn dood. Maar daar zal ik neder zijn gezeten In verzadigdheid en lampenschijn. Alles zal ik zijn vergeten Dan dit enige: bij u te zijn. Deze liefde kent geen gaan en keren, Kent geen afstand en gewiekten tijd; De ene drang van haar begeren In haar hongeren naar eeuwigheid. O ik kan mijn hart niet doen geloven --Hart, dat zich gewende aan elk gemis-- Dat een ogenblik kan doven Waar een leven niet te lang voor is. J.C. Bloem (1887-1966)
In Memoriam De blaren vallen in de gele grachten; weer keert het najaar en het najaarsweer Op de aarde, waar de donkre harten smachten der levenden. Hij ziet het nimmermeer. Hoe had hij dit bemind, die duistre straten, die atmosfeer van mist en zaligheid, Wanneer het avond wordt en het verlaten plaveisel vochtig is en vreemd en wijd. Hij was geboren voor de stille dingen, waarmee wij leven - maar niet even lang - Waarvan wij 't wezen slaken in ons zingen, totdat wij zinken, en met ons de zang. Het was een herfst als nu: de herfsten keren, maar niet de harten, na hun korten dag; Wij stonden, wreed van menselijk begeren, in de ademloze kamer, waar hij lag. En voor altijd is dit mij bijgebleven: hoe zeer veel stiller dood dan slapen is; Dat het een daaglijks wonder is, te leven, en elk ontwaken een herrijzenis. Nu weer hervind ik mij in het gewijde seizoen, waar de gevallen blaren zijn Als het veeg zonlicht van een dood getijde, en denk: hoelang nog leef ik in dien schijn? Wat blijft ons over van dit lange derven, dat leven is? Wat, dat ik nog begeer? Voor hem en mij een herfst, die niet kan sterven: zon, mist en stilte, en dan voor immermeer J.C.Bloem
InsomniaDenkend aan de dood kan ik niet slapen, En niet slapend denk ik aan de dood, En het leven vliedt gelijk het vlood, En elk zijn is tot niet zijn geschapen. Hoe onmachtig klinkt het schriel 'te wapen', Waar de levenswil ten strijd mee noodt, Naast der doodsklaroenen schrille stoot, Die de grijsaards oproept met de knapen. Evenals een vrouw, die eens zich gaf, Baren moet, of ze al dan niet wil baren, Want het kind is groeiende in haar schoot, Is elk wezen zwanger van de dood, En het voorbestemde doel van 't paren Is niet minder dan de wieg het graf uit Verzamelde Gedichten van J.C. Bloem (1887-1966)
KERKHOF IN EEN OUD STADJE AAN ZEE Het is zeer stil binnen de lage muren Van deze' alom verlaten, ouden tuin; Het gras deint hoog, waar rappe schaduws schuren, En de wind buigt de bomen, kruin na kruin. De gaarde is als met lover volgeschonken, Dat zwaar-groen golvende muur-over bront; Een dartle dans van vlugge zonnevonken Speelt over mulle paên en weken grond. Daarboven varen de bewogen luchten Van dezen winddoorvochten zomerdag; Van verre komt een nooit-gestild geruchten: Der zee kort-uitruisende brandingsslag. En tussen de wild-woekerende bloemen Liggen de stenen, een verbroken rij. Vogels geluiden, blonde bijen zoemen: Men waant zich nauw den groten dood nabij. Slechts weinge kleine, halfverzakte kruisen Sombren den vreemdeling, die afgedwaald Van lege stadsstraat peinst, waar stilten ruisen, Tot hem een weemoed in het harte daalt. Een weemoed om u, ongekende mensen, Wier graven hij met vromen voet betreedt, Waar hij vermoedt uw lijden en uw wensen, Want alle leven heeft zijn wens en leed. Gij tuurdet lange zondagnamiddagen De zonge straat langs door een blauwe hor. Kwam geen verlangen dan uw hart bevragen? Kreundet gij niet in onderdrukt gemor? Gij die uw dagen teldet naar het tampen Der schaardge klok, die brekende uren kloeg, Was er niets dat, na 't doven van de lampen, Met de nachtschaduw om uw hart heen sloeg? Neen, want vaak traadt gij langs de keien wering, Waar 't bitre schuim tot aan uw lippen woei; Gij hebt de zee in iedere schakering Gekend, van morgendamp tot avondgloei. Uw poovre levens hebben wêl geweten Het grootse, dat elk leven eêlt en wijdt; Zo mochten reeds uw dagen zijn: vergeten; Zo zij uw dood: schone vergetelheid. J.C. Bloembron: http://gedicht.canandanann.nl/gedicht/nederlands7.htm#KERKHOF_IN_EEN_OUD_STADJE_AAN_ZEE_
Lichte venstersAls de fulpen zomerhemel donkert, De avondwind zijn schuchtre vleugels rept, De eerste groene ster aandoenlijk flonkert, En 't verdrongen leven adem schept, Sta ik vol verlangen uit te staren In den warmen, ratelenden trein, Die mij brengt waar verre huizenscharen Schaduwig als steile bergen zijn. Ziet, dan gloeien lichte vensters open, Waar de mensheid zich een woon verkoos. En mijn hart is plotsling volgelopen Van een liefde, vreemd en mateloos. En ik vraag aan mijn ontroerde zinnen, Aan den donkren, zachten zomerwind: Waarvandaan dit wondere beminnen? Wat, dat mij aan deze mensen bindt? Niets - dan dat wij allen zijn geheven Op de toppen van één golf van tijd; Dat wij breken in dezelfde reven, Waar het strand des doods onze aandrift splijt. O de sterfelijken, de beminden, De genoten van deez' fellen tijd, De voor eeuwig door hun hart verblinden: Dronken zoekers naar één zaligheid. Die de zeeën om een droom bezeilen, Die de landen meten aan hun drift; Die bij geen verkregen vreugd verwijlen, Altijd smekend om een andre gift. Die zózeer naar 's levens volheid haken, Zó van aardse liefde zijn doorwond, Dat zij in hun laatsten nacht ontwaken Met een kreet naar 't zonlicht op den mond. Nimmer kunnen deze woorden uiten Wat ik in een duizling dàn gevoel, Bij het staren naar die lichte ruiten, Maar 't komt alles samen tot één doel: 't Stoten langs de wissels -'t licht der seinen – Het geluid, dat van de rails opspat – ‘t Kruisen van de mensenvolle treinen – ‘t Voelen van de aanwezigheid der stad De avondhemel, die nog even licht is – ’t Duister stijgend uit der aarde schoot- En de droom, waarvan ook dit gedicht is: “t Lieve leven en de zoete dood. bron: het Verlangen (J.C. Bloem, 1921)
Liefde Kon ik één gaaf der jeugd terugverkrijgen,ik vroeg de makkelijke ontroerbaarheidvan 't hart, dat nog niet heeft geleerd te zwijgen,maar vrijelijk bij de breuk der dromen schreit.Nu ben ik ook gewend, mij te gewennen;ik trek mij allengs in mijzelf terug.En ach, zelfs die mij beter moesten kennen,ik schijn hun wellicht liefdeloos en stug.Toch ben ik vol verholen tederheden,gekneusde liefde, die geen uitweg vond,oneindig medelijden met wie leden,bewogenheid, die 't zware leven schond.Alleen wanneer ik neder ben gezetenin avondeenzaamheid en lampgesuis,en al wat mij benauwde heb vergeten,begint er in mijn hart een zacht geruisDan wellen in mij nooit-verwonnen drangen,dan gaat een stroom van liefde van mij uit,die alle mensen in zich houdt omvangen,nu zij zich eindelijk niet meer voelt gestuit.Dan heb ik 't hart weer van mijn jeugd gevonden,en ben ik warm van innerlijke gloed.Al wat de wereld in zich houdt gebondendat voer ik de beminden tegemoet.Dan schijnt het mij, bij 't zien van zoveel derven,van zoveel vleugels tot geen vlucht ontvouwd,dat ik alleen maar door voor hen te stervenhun tonen kan, hoeveel ik van hen houd.Een oogwenk - de bekoring is gebroken,ik meng het mijne weer met hun bestaan.Ik heb hun van mijn liefde niet gesproken,en dit moet alles langs hen henengaan.
Na de bevrijding I. Schoon en stralend is, gelijk toen, het voorjaar, Koud des morgens, maar als de dagen verder Opengaan, is de eeuwige lucht een wonder Voor de geredden. In ’t doorzichtig waas over al de brake Landen ploegen weder de trage paarden Als altijd, wijl nog de nabije verten Dreunen van oorlog. Dit beleefd te hebben, dit heellijfs uit te Mogen spreken, ieder ontwaken weer te Weten: heen is, en nu voorgoed, de welhaast Duldloze knechtschap – Waard is het, vijf jaren gesmacht te hebben, Nu opstandig, dan weer gelaten, en niet Eén van de ongeborenen zal de vrijheid Ooit zo beseffen. II. Regelmaat der kerende getijden! Wat is ’t hart, dat het ooit heeft gevreesd, Schoon het wist, dat lente ’t kwam bevrijden, Stralend als zij altijd is geweest. Alomtegenwoordig, onverstoorbaar Is het leven, dat de dood ontbloeit, En de kleinste klacht schijnt nauwlijks oorbaar, Waar de rogge om de ruïnes groeit.
J.C.Bloem
Nieuwjaar De nieuwjaarsklokken luiden door de radio. Stortregen valt. De dag is onbeschrijflijk goor. Men is alleen gelaten en aanvaardt het zo. Men vraagt zich zelfs niet af: waarom is 't en waardoor ? Tegen het leven is toch immers niets te doen; de wereld heeft geen oorden meer om heen te gaan, en 't hart wordt niet, gelijk de landen, jaarlijks groen: er is geen vlucht uit een voorgoed mislukt bestaan.
Uit: Verzamelde Gedichten, 1965
Nimmermeer. 'Quando ver venit meum' Er is geen weerkomst van een eens gemist getij. Ied're dag is als de vorige onherroepelijk voorbij. Altijd zullen lenten keren, altijd zullen herfsten gaan. Tussen ongeboorne’ en doden flitst het menselijk bestaan. En wat blijft den machtelozen tussen straks en nu en toen? ’t Onaanvaardbare te aanvaarden en het zwijgen ertoe doen. J.C.Bloem.
Regen in den zomernachtDe zomernanacht groeit den morgen tegen; Nog is de hemel rein van dageraad. Alleen de kleine stem der zachte regen. Die aan mijn open venster praat. Naar bed gegaan, vermoeid van leed en leven, Een mensch, die slaap wenscht als hem de aarde pijnt, Voel ik mij tot een lichter lust verheven, Omdat de maan zoo helder schijnt. O onrust van de heete zonnedagen, O wegen in den beet van 't stof begaan, Wie zou na loomte en angst nog anders vragen, Dan dezen schijn der maan? Al wat ik heel mijn leven heb verzwegen, Verlangen zonder vorm en zonder naam, Is nu geworden tot een warme regen Buiten een zilvren raam.bron: http://www.dbnl.org
Spiegeling Een duivenveren hemel weerspiegelt in de zee. Blauw licht dampt tusschen hemel en stiller hemelbeeld. Ter ene andre zijde rondt zich de kling der kust Naar een vervloeiden einder van zee, lucht, land en mist. De erinnering wordt wakker aan een verloren schoon; Een oud gevoel keert weder van uit een langen droom; Een droom van stemmen en van gelaten en gerucht En steeds vermoeider worden, en dien men leven zegt. 't Was eerst een eindloos hunkren, een dwalen her en der, Werd toen een daaglijks derven, en toen ook dat niet meer. - Het uur wordt later, 't duister groeit door het grijze heen. Een parelzwarte hemel schaduwt de schemerzee.
J.C.Bloem het verlangen 1921
Verlaine De wereldwijzen zijn de onwijsten, De onnoozle flinken, die vanzelf Zich wringen in de krapste lijsten, Zich krommen onder elk gewelf Wat geeft het lot aan de gedweesten, De dienenden mèt heug en meug? Een vorm, gebootst op geijkte leesten, Een muffe bete, een zure teug. De wereld is een sluw belover, Een bieder vol arglistigheid; Maar slaat gij toe - gij houdt niets over: Gij zijt èn koop èn koopsom kwijt. Waarom dan 't hart te laten derven, Den weg langs naar het eind der reis, En niet gelijk Verlaine sterven, Dichter en dronken, vuil en wijs?
J.C.Bloem
Vroege Voorjaarsavond Het ongelezen boek viel naast hem neder; Hij streek langs de oogen met een vage hand, En keek naar buiten: 't eerste lenteweder Betooverde het schemerende land. Er was een waas van het aanvanklijk loover Om het afzonderlijke, zwarte hout, En iets als zoelte zweemde de avond over, Maar waar de wind zijn vleugel sloeg was 't koud. De lenten gingen en de lenten komen; De wereld is een onverganklijk oord, Waaraan de harten, eenmaal opgenomen, Niet meer ontwijken dan door de ééne poort. Waarom dan zich in droomen te vergeten? Laat het boek ongelezen. Wie, dien 't deert? Er is maar één ding, dat wij zeker weten: Dat eens de lente ons nimmer wederkeert. J.C. Bloem bron: http://www.dbnl.org/
November Het regent en het is november: Weer keert het najaar en belaagt Het hart, dat droef, maar steeds gewender, Zijn heimelijke pijnen draagt. En in de kamer, waar gelaten Het dagelijks leven wordt verricht, Schijnt uit de troosteloze straten Een ongekleurd namiddaglicht. De jaren gaan zoals zij gingen, Er is allengs geen onderscheid Meer tussen dove erinneringen En wat geleefd wordt en verbeid. Verloren zijn de prille wegen Om te ontkomen aan den tijd: Altijd november, altijd regen, Altijd dit lege hart, altijd . J.C. Bloem
Zondag De stilte, nu de klokken doven, Wordt hoorbaar over zondags land En dorpse woningen, waarboven Een schelpenkleurge hemel spant De jeugd keert weer voor d' in gedachten Verzonkene, die zich hervindt Een warm, van onbestemd verwachten, In zondagsstilte eenzelvig kind. En tussen toen en nu: 't verwarde Bestaan, dat steeds zijn heil verdreef; De scherpe dagen, waar de flarde Van 't wonde hart aan hangen bleef. Niet te verzoenen is het leven. Ten einde is dit wellicht nog 't meest: Te kunnen zeggen: het is even Tussen twee stilten luid geweest. J.C.Bloem
Beweeg de muis over de foto, de eerste is de originele versie, dan met de muis over de foto en dan is de geretoucheerde zichtbaar.Meer foto's zien? Kijk op hersteluwfotos.nl
Paterswoldse meer
"Telkens als je op het platteland bent moet je zeggen: 'Wat is de natuur toch mooi'." Gustave Flaubert; Frans schrijver (1821-1880)
Paterswoldse meer
"Wij verblijven zo graag in de vrije natuur omdat deze geen mening over ons heeft." Friedrich Nietzsche; Duits dichter en filosoof (1844-1900)
Paterswoldse meer
"De minachting voor onze natuur is een dwaling van onverstand."Marquis De Vauvenargues; Frans filosoof (1715-1747)
Ommen; uitzicht uitkijktoren"De natuur overtreedt nooit haar eigen wetten." Leonardo da Vinci Italiaans schilder, ingenieur en musicus "(1452-1519)
Terschelling
"Ik geloof in God, alleen ik noem het Natuur." Frank Lloyd Wright ; Amerikaans architect (1869-1959)
Terschelling
"Door niemand onderwezen weet de natuur toch altijd de juiste weg"Hippokrates
Ommen"Als de dagen verder opengaan, is de eeuwige lucht een wonder".
J.C. Bloem
Lente: alles is naar de knoppen.-Koos Meinders
Jean Pierre Rawie Jean Pierre (oorspronkelijk: Jan Pieter) Rawie (Scheveningen, 20 april 1951) is een Nederlands dichter en vertaler. Rawie werd geboren te Scheveningen. Drie jaar na zijn geboorte, in 1954, verhuisde het gezin Rawie naar Winschoten. In 1970 verhuisde Rawie naar de stad Groningen om daar talenstudies te gaan volgen.In 1975 werd hij medewerker van het tijdschrift De nieuwe Clercke, onder het pseudoniem Albert Zondervan dat hij deelde met Driek van Wissen. In 1976 publiceerde hij, samen met Driek van Wissen, het duo-debuut De match Luteijn-Donner. Dit werk had als subtitel een schaakcursus in twee maal twaalf sonnetten. Verzorgd door Jean Pierre Rawie en Driek van Wissen. Door beide auteurs wordt dit werk niet genoemd in hun verzameld werk. In 1979 maakte hij zijn solodebuut met Het meisje en de dood waarna in 1982, na een korte maar intensieve ziekenhuisopname, Intensive care volgde.In datzelfde jaar werd hij nationaal bekend door zijn optredens in het televisieprogramma van Sonja Barend. De bundel Kwade trouw kwam uit in 1986, en in 1989 werd hem de Wessel Gansfortprijs toegekend.Met Woelig stof uit datzelfde jaar verdiende hij algemeen erkenning bij de literaire kritiek. In 1990 verscheen sonnetten, een bibliofiele uitgave. In 1992 verscheen Onmogelijk geluk, zijn grootste verkoopsucces. in 1997 verscheen de vertaling van Vier gedichten van Aleksandr Blok. In 1999 verschenen Geleende tijd en Gedeeld verleden (bibliofiel) en in 2004 Verzamelde verzen. In zijn woonplaats Groningen, maar ook daarbuiten, staat Rawie bekend om zijn flamboyante levensstijl. In 1987 werd hij met een kapotte alvleesklier door overmatig drankgebruik en een longontsteking opgenomen in een ziekenhuis en verkeerde drie maanden op de grens van leven en dood. Hierna leek Rawie aanvankelijk zijn leven enigszins te hebben gebeterd, wat volgens sommige critici zijn werk zeker ten goede kwam. Hoewel sommigen zijn werk saai noemen is het een vaststaand feit dat hij, met Annie M.G. Schmidt, Nel Benschop en Toon Hermans, tot de best verkopende dichters van Nederland behoort. Zinnen uit zijn werk duiken steeds vaker op in rouwadvertenties. Hij vertaalde uit het Russisch naar het Nederlands verzen van ondermeer Aleksander Blok en Fjodor Tjoettsjev.http://www.cadoc.nl/cadoc.php?artikel=1036&titel=Jean_Pierre_Rawie_-_Vier_gedichten_(1997)
De doodsrivier.Het hek hangt scheef in het scharnier. De struiken groeien door het schroot. Het stilstaand water in de sloot symboliseert de doodsrivier. wat dreef ons om te zien wat hiet van zoveel leven overschoot? Er liggen bleke wortels bloot onder een weggezakt plankier Wij gaan tussen de graven door zonder te vragen naar de zin van wat als vraag zijn zin verloor.
Jeanne Pierre Rawie
Begraafplaats De mannetjes die hier wat werken doen alles maar op hun gemak, ze harken de paden en perken en scheren de sierheesters strak. Ze weten van elk van de zerken het nummer, de rij en het vak; ze zouden het zeker bemerken wanneer er een dode ontbrak. Dat zal ook wel nooit meer gebeuren. De mannetjes kennen hun plicht, het hek met de ijzeren deuren gaat tegen de schemering dicht. Waarover de treurwilgen treuren, wie, wie die er wakker van ligt?Jeanne Pierre RawieUit: 'Woelig stof', 1989.
Vittorio Alfieri Onmetelijker nog is mijn verdriet dan ik je ooit zou kunnen openbaren. Een diepe onrust is in mij gevaren, en waar ik aarden moet, ik weet het niet. Ontheemd slijt ik mijn trieste levensjaren, en zoek mijn heil alleen in het verschiet; daar waar ik niet ben, ligt het mooist gebied; de lucht die ik niet adem is de ware. Zelfs als ik op iets zuiver lieflijks stuit, een bloeiend heuvelland, een bron, een weide, put ik er sombere gedachten uit. Jij bent niet bij me; alles wat mij kwelt valt tot die ene kwelling te herleiden, en wordt je door mijn tranen slechts verteld. (1749-1803) vertaald doorJean Pierre Rawie
Ritueel;Ik houd het kleine ritueel in ere, opdat je elk moment terug kunt keren. Iedere dag, wanneer het avond wordt, maak ik de tafel klaar: een extra bord, bestek, je eigen stoel, een kaars, een glas, alsof je enkel opgehouden was. Ik hoor (hoe kon ik denken dat hetgene waardoor ik ben, voor altijd was verdwenen ?), ik hoor, alsof de woning nog bestond, het grind, de klink, het aanslaan van de hond, en je komt binnen op het ogenblik dat ik de lamp ontsteek, de bloemen schik. Ik hoop alleen dat ik dan rustig blijf en haast niet opziend van mijn stil bedrijf de woorden vind, als was het vanzelfsprekend: Schuif aan; tast toe: er is op je gerekend. Jeanne Pierre Rawie
Interieur In dit met boeken volgestouwd vertrek Heb ik steeds minder anderen van node, Met al mijn aan de dood ontstegen doden Iedere nacht stilzwijgend in gesprek. Bij wie is wat ik liefheb nog in trek? Het meeste is al eeuwen uit de mode. Van wat ik deed, uit nood of om den brode, Rest enkel de grandeur van het echec. Maar ook al bood het leven nog zoveel Waar ik mijn tanden op heb stukgebeten, Een regel en de wereld raakt vergeten, Een rijm en het verscheurd heelal wordt heel: Alleen achter mijn schrijftafel gezeten Heb ik opnieuw aan heel de schepping deel.
Nachtlokaal Ik zit verscholen onder mijns gelijken in een onguur en morsig nachtlokaal. In deze uitgewoonde buitenwijken lijkt alles eens zo donker en fataal. Je kunt niet door de gore ramen kijken, maar buiten klotst eentonig het kanaal en gaat de wind. Ik voel de tijd verstrijken, terwijl ik luister hoe ik ademhaal. Men houdt zich hier afzijdig van zijn buren. Ik zie in de gezichten om mij heen geen teken van verwantschap; in de ure die allen wacht hebben wij niets gemeen. Ik hoor een scheepswand langs de kade schuren. Ik zoek mijn jas en tel mijn geld bijeen.
Zandloper Het stof valt in gestage regelmaat en toont hoe jaar en dag per uur verglijden, maar ach, er is geen stonde zonder lijden die zich het wrede lot ontwringen. Die twee verbonden glazen geven aan hoe wieg verwant is aan de grafzerk; met recht dat woelig stof en breekbaar glaswerk het eind voorzeggen van ons triest bestaan. De Grieken maten eerst de tijd met water dat langzaam door de nauwe doorgang droop, maar hebben vocht door stof vervangen later; en daarmee is alweer een lot gegeven: want enkel tranen is de levensloop en na de dood blijkt enkel as gebleven. Ciro di pers http://www.scholieren.com/boekverslagen/11769?result=48
De gedichten van Jean Pierre Rawie zijn van een 'terminale citeerbaarheid' (de term is van Gerrit Komrij): versregels van Rawie duiken met grote regelmaat op in rouwadvertenties in de krant. De eerste gedichten van Rawie verschenen tijdens zijn studententijd in het blad Propria cures en het tijdschrift De nieuwe Clercke. In 2004 publiceerde hij zijn verzamelde gedichten (269 pagina's) onder de titel Verzamelde verzen en dat was precies 25 jaar nadat hij debuteerde als dichter. Rawie is bij het grote publiek geliefd geworden en zijn werk is bekroond met de Wessel Gansfort-Prijs. Over zijn persoonlijk leven wilde hij in interviews nooit veel kwijt en hoewel de gedichten niet autobiografisch zijn, schemert - tussen de regels door - er wel iets van door: een voorkeur voor drank en vrouwen en pre-occupatie met de dood bijvoorbeeld zijn grote thema's in zijn poëzie. Ook zijn verschijning was opvallend: in het begin van zijn dichterschap stond Rawie vanwege zijn flamboyante stijl, gekleed in zwarte cape en getooid met hoed, bekend als de Groningse Oscar Wilde. Af en toe werd van hem verwacht dat hij zich verdedigde tegen kritiek op zijn beperkte thematiek, zijn soms archaïsche woordgebruik en het epitheton 'plezierdichter' dat anderen hem al te graag opplakten. Ten gevolge van zijn zijn drankgebruik werd hij in 1987 opgenomen in het ziekenhuis: hij ontsnapte ternauwernood aan de dood. Literair gezien betekende het een doorbraak. Sinds die tijd is zijn werk anders bekeken: als ironisch zowel als serieus, somber èn troostrijk. Rawie schrijft vooral over het verstrijken van de tijd en het lijden en hij vindt dat het publiek recht heeft op toegankelijke poëzie met een boodschap. Hij heeft niets op met experimentele gedichten. Rijm heeft volgens hem een geruststellend ordenend aspect en om zijn vormvastheid wordt hij wel vergeleken met Bloem en Nijhoff. Rawie's streven naar perfectie zorgde voor een verrassing toen het Letterkundig Museum hem vroeg om een handschrift met correcties erin: dat had hij niet. Om het museum niet teleur te stellen heeft hij er toen 'braaf' één gemaakt, compleet met fout geschreven woorden. Bron:http://www.kb.nl/menu/kb.html
Het contactformulier is verzonden.